Er zijn wel al meer kleine voorvalletjes geweest. Maar ik haalde dan mijn schouders op, excuseerde me en zat er verder niet echt mee.
Maar toen kwam de dag vorig jaar, dat ik zo blij als een kind, met mijn nieuw hoorapparaat weer met de mensen kon spreken en redeneren, babbelen en zeveren.
Bij één van die keren waren we in volle gesprek toen die man ineens zei: “Eigenlijk wil ik verder gaan en jij blijft maar praten”.
Ik verstijfde, wou het gesprek afbreken. “Neen, neen” zei hij “dat bedoelde ik niet”. Maar ik begreep het wel zo, excuseerde me voor mijn slecht gehoor en ging verder met andere zaken.
Sedertdien mijd ik die man. Of ik ga weg als ik hem zie komen, of ik duik in een boek. De laatste paar maanden probeert hij me in een gesprek te betrekken. Ik kan het niet. Ik blokkeer.
De laatste keer kwam hij er gewoon tussen toen ik met mijn collega-buurtje aan het palaberen was over één of andere schrijfster. Ik klapte dicht.
Achteraf -maar dan écht heel wat later dan gewoon achteraf- vertelde ik dat wél aan een mede-standhouder. Die had het over “grof”.
…
Bij de opbouw elders was ik onze auto aan het uitladen toen één van de andere standhouders pal achter onze auto parkeerde.
Ja, die man moest ook uitpakken natuurlijk en ik vroeg of ik de onze iets vooruit moest zetten. Hij deed gewoon verder met wat hij doende was en ik dacht -ja, wat dacht ik nu- dat hij me niet gehoord had en ik vroeg het opnieuw.
“Ik heb néén gezegd!” grauwde hij.
Ik verstijfde, excuseerde me voor mijn slecht gehoor en ging verder met mijn eigen zaken.
Tijdens de boekenmarkt, kwam die man meerdere keren ons kraam bekijken, alle boeken bekijken, ging weg om even later terug te keren en telkens weer hetzelfde te doen.
Tot hij uiteindelijk vroeg of de boeken van “Nora Roberts” goed verkochten. Ik antwoordde niet. Luc deed dat zonder veel animo. Hij richtte zich tot mij, vroeg verder. Ik antwoordde niet. Opnieuw antwoordde Luc.
Want ik verstond hem niet. Echt waar niet. Bepaalde mannenstemmen zijn soms wel een probleem.
Maar … wilde hij nu zelf Nora Roberts’ boeken verkopen? Of was het een verkapte vorm van iets anders?
Achteraf vroeg ik me af of ik hem niet verstond omdat zijn stem de verkeerde toonhoogte had of was het omdat ik gewoon de moeite niet had gedaan om hem te verstaan.
…
Achteraf kom ik dan tot het besef dat ik me eigenlijk een beetje gegeneerd voel als er zoiets gebeurt omdat ik niet goed hoor.
Achteraf bedenk ik dat ik daar niks maar dan ook niks aan kan verhelpen.
Achteraf besef ik dat ik het beu ben om me telkens te excuseren voor iets dat buiten mijn wil aan mijn oren mankeert en waaraan anderen zich storen terwijl het in feite voor mij het meest storend is.
En ik besloot me niet meer te excuseren en misschien toch maar die middelvinger eens te gaan activeren.