Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Za za, ze & zo (Page 3 of 956)

Meten is weten

Voor ik aan mijn uitleg begin wil ik nog even in herinnering brengen dat Luc eigenlijk altijd en overal wil weten hoe warm -of hoe koud- het is. In elke leefruimte van ons huis -en buiten ook- is er wel een thermometer te vinden, soms meer dan één.

De laatste nieuwe was er ene voor in het kot, want Luc wou niet enkel weten hoe warm of hoe koud het er was, maar hij wou ook weten hoe warm of hoe koud het er geweest was. Zodoende.

Nu bezorgt dat kot ons wel een jaarlijks terugkomende onrust. Er is geen verwarming en sedert we in 2012 te maken kregen met een bevroren waterleiding wordt dat bij nachtvorst wel degelijk een punt om in het oog te houden. In 2012 was echt wel een uitzondering. We hadden met een wat speciale situatie gezeten en het was toen tot -12° gegaan. Maar toch, het blijft hangen.

Eigenlijk vriest het ook niet echt in het kot dat staat aangebouwd tegen de keuken. Maar die onrust hé, die ongelooflijke onrust. Je kan het niet geloven, daarom is hij ook ongelooflijk natuurlijk.

Nu wilde Luc een slimme thermometer, zodat we vanop afstand, zoals bijvoorbeeld als we op een korte vakantie zijn, weten wanneer we, met onze telefoon, via ons slim stopcontact, de infraroodlamp, die er aanwezig is, zouden kunnen aanzetten als het nodig moest zijn.

Die slimme thermometer wilden we halen in de vestiging van een winkelketen in Antwerpen, waar er volgens internet toch winkelvoorraad was. Er waren er geen.

Luc liet er geen gras over groeien, bestelde er ene in een andere vestiging waar we dan wel speciaal om moesten rijden want bij die van Hasselt, waar we op 19 januari waren, stond: “Afhalen in de winkel is niet mogelijk”.

Ik had het er warm van gekregen.



Eens thuis bleek dat, ondanks dat Luc dat in de winkel had nagevraagd, er wel degelijk een hub nodig was om die thermometer aan de praat te krijgen.

“Dan doen we die toch gewoon terug” zei ik, maar Luc sloeg aan het googelen, vond een hub, maar vond ook een hub waar een bel aan verbonden was. “En we hebben toch geen bel” zei hij.

Dat is ook zo. Ik hoorde ze toch niet, bezoekers die we verwachten weten dat en onverwachte aanbellers vinden wij niet helemaal prettig. Zodoende hadden we de bel afgeschaft toen de batterij leeg was.

We bestelden de hub mét bel, die kwam goedkoper dan de andere. Die ging drie weken onderweg zijn, te laat dus voor tijdens ons verblijf bij “Het Meerdal” maar dat wisten we sowieso al, de thermometer was hier maar net op tijd in huis gehaald. Maar die hub deed er uiteindelijk minder dan twee weken over.

We konden hem gisteren in de postautomaat afhalen. Prima op tijd om die nu te testen met de komende vorstperiode.

Maar de bel, die installeren we niet.

De mens te veel

Het jaar 2025 is niet goed begonnen, voor ons dan toch. Er zijn het lijsoog dat na twee weken moest genezen zijn, maar het na vier weken nog niet is, het fototoestel dat hapert, er zijn de bijwerkingen van de Lipitor die afkickverschijnselen vertonen, de haperende hoorapparaten en er is de nasleep van dat wat ik niet kan vertellen.

Neem daarbij nog wat kosten aan het huis, de bomen die dringend gesnoeid moeten worden, waarvoor we nog een takkenschaar moeten gaan kopen en het is misschien begrijpelijk dat ik af en toe een pauze inlas voor wat rust in mijn hoofd.

Dat was voor deze week voorzien. Deze week zouden we gewoon thuis blijven, want deze week was het bovendien nog die-dag. En die-dag wringt alle jaren, het ene jaar al wat meer dan het andere.

Maar dan komt het smske vol paniek: een opname in de kliniek, het ziet er echt niet goed uit. En wij beslissen dat we op maandag naar de kliniek zullen gaan. Er zijn dingen die belangrijker zijn dan rust in mijn hoofd.

Maar dan komt het telefoontje: mijn hoorapparaatjes zijn klaar en ik kan ze vrijdag (vandaag) gaan halen. Ach ja, dan hebben we nog altijd drie dagen over waaronder die-dag.

En dan sta ik, uitgerekend op die-dag op en zegt Luc dat mijn favoriete koffie in de aanbieding staat in de Colruyt. En ja, een heen en weertje Colruyt zal wel lukken zeker. Maar verdorie nog aan toe, het leek wel of héél Landen in die Colruyt zat, dat alle winkelkarren van de Colruyt een betoging hielden en bovendien was het vak van mijn favoriete koffie léég.

Nog altijd niks aan de hand. Dan stelt Luc voor om even naar die van Sint-Truiden te rijden voor koffie … of beter, die van Hannut. En ik? Ik ga akkoord.

Ook daar is het druk. En Luc denkt dat het misschien te maken heeft met het verschijnen van de nieuwe folder. De man, van wie we de kar overnemen, wenst ons “Bonne Chance”. Ik had het al kunnen weten.

Maar kijk! Alles gaat goed tót we voor dat winkelrek met koffie staan. Er staat een koppel, hun kar staat een stukske verder, ik ga met mijn rug zo goed als tegen het tegenoverliggende rek staan om niemand voor de voeten te lopen en begin dat koffierek te bekijken … als Luc me teken doet dat ik in de weg sta van een kerel die daar door wil.

Ik heb toch al verteld dat het me steeds overkomt dat waar ik ook ga of sta er altijd iemand daar door moet of juist op die plaats moet zijn? Dat ik blijkbaar overal in de weg sta, dat het lijkt of die ene vierkante meter die ik beslag neem er ene te veel is? Jammer genoeg vind het betreffende log niet terug. Ik had veel vroeger met die tags moeten beginnen.

Maar dàt was nu écht de druppel te veel.

Ik bén uit de weg gegaan. Ik bén zozeer uit de weg gegaan dat ik met fikse stap richting uitgang gestapt ben, over de ketting die de ongebruikte kassa afsloot, een sprintje trok om de man met kar vóór te zijn en buiten naar lucht moest -en kon- happen. Geen vrees, ik heb me tegen die man geëxcuseerd, die dan nog zo vriendelijk was om te vragen of ik geen stoel nodig had. Dat had ik niet. Ik moest enkel lucht hebben.

Eens ik weer gewoon kon ademen ben ik in de auto gaan zitten tot Luc met genoeg koffie voor een heel jaar kwam aangestesseld.

Achteraf gezien vraag ik me af: wat was dàt? Was dat een paniekaanval? Of is er toch iets meer aan de hand? Die Lipitor?

Maar toch vraag ik me af, waarom moest ik uit de weg? Waarom gaf die kerel die in de weg staande kar geen duw zodat ze het decor in vloog? Of dacht die dat het mijn kar was? Ik weet het dus niet. Het lijkt wel of zelfs een winkelkar meer rechten heeft dan ik.

Ik weet wel dat ik me de rest van de dag heel miserabel heb gevoeld. Ik verging van de kou -bij manier van spreken- zonder het koud te hebben.

Ik heb die avond een kleine whisky van Arran gedronken. Die deed deugd. Dus heb ik nog een kleine whisky van Arran gedronken en ben in slaap gevallen.

Het was dus weer een typische die-dag, een dag om schrik van te hebben.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Now you’ve lost me

Luc zette de TV af en vroeg: “Heb je het gemerkt? Harry zegt: ‘Now you’ve lost me‘ en dat wordt in de ondertiteling door: ‘Nu kan ik je niet volgen‘ vertaald”.

Dat is eigenlijk “Na zennek a kwijt“, vertalen door: “Na kannek ni volgen” al zegt hij dan eigenlijk: “na zerre mè kwijt”.

Eigenlijk klinkt dat allemaal wel wat sappiger dan: “ik begrijp niet wat je bedoelt”.

Wel eigenaardig dat het nu extra opviel, al valt die eer Luc te beurt.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen) en aangepaste tekstballonnen.



De kleine moeite

Sedert geruime tijd weten we dat mondmaskers opnieuw verplicht zijn in ziekenhuizen.

Wij weten dat dus en wij nemen ons mondmasker mee.

In de inkomhal van het ziekenhuis staat dan ook nog een bord met de melding én een voorraad mondmaskers waar je er eentje kan nemen.

En toch, toch slaagt er zo een dwars wezen in om zonder mondmasker bij ons in de lift te komen staan. En dat, terwijl we toch bij een fragiele zieke op bezoek gingen.

We hadden dat asociaal wezen uit die lift moeten smijten.

Toen we de kliniek verlieten stond er iemand aan die balie die persoonlijk mondmaskers uitdeelde. Of dat met die ene te maken had of hadden er meer de melding en de voorraad genegeerd?

Wij hebben nooit onze mondmaskers weggedaan. En zelfs als het niet verplicht is ga ik niet in een wachtzaal bij de dokter zitten zónder. Dat doen wij voor onszelf. Anderen doen daarmee wat zij willen.

Maar ik krijg wel de kriebels als in mijn buurt iemand staat of zit te hoesten en/of te snotteren zonder mondmasker. Dat vind ik het toppunt van nonchalance.

Afblijfdag

Zoals wel al meer gebeurde, dacht ik dat ik het al over “Afblijfdag” had gehad, maar dat heb ik blijkbaar niet.

“Afblijfdag” is de melding die ik telkens de dag vóór en de dag nà een vakantie(tje) op de agenda zet. En zo goed als altijd wordt dat gesaboteerd door omstandigheden.

Deze keer zag het er goed uit, zeer goed zelfs … tot ik die morgen van de blauwe maandag opstond en merkte dat de oplader weer kuren had gehad en dat mijn rechter hoorapparaat zo goed als plat was. Erger was het gesteld met dat voor mijn linker oor, dat was compleet dood.

Ik kan het apparaatje dan wel resetten, maar als ook dat niet helpt, zit er maar één ding op: de audioloog opbellen en vragen voor een dringende afspraak. Dat was gelukkig geen probleem om 13.30u.

Toen ik rond 10u zag dat de rechterkant tenminste al op 88% stond, was ik al zo blij dat ik terug zou kunnen horen. Maar dat ging plots wel gillen dat de batterij plat was. En dat was die dan ook.

Kort verteld: mijn twee hoorapparaten zijn binnen voor nazicht en ik heb een paar vervangers.

Bovendien kreeg ik nog een gepast nieuwjaarskado. Dat staat hierboven in al zijn glorie te pronken.

Al bij al mag ik mij gelukkig prijzen dat het op afblijfdag gebeurde en niet de ochtend van ons vertrek of tijdens onze driedaagse.

Oh ja, voor ik het vergeet, vandaag is het weer afblijfdag, we zijn terug thuis.

Tweede keer goeie keer

Toen ik, begin november, op een boekenverkoop in Schoten, een boek zag “Brussel gezien door de naïeve schilders”, bladerde ik er door en zette het terug in de doos.

Even later, we waren nog niet thuis, kwam de spijt. Waarom had ik dat boek nu niet meegenomen? Voor die ene euro? Het was zo eens iets anders dan wat er in mijn boekenkast staat.

Toen ik vorige zaterdag, op de boekenverkoop in Kortessem, een boek zag “Brussel gezien door de naïeve schilders” bladerde ik er door en dacht “Hebbes!”

Tweede keer, goeie keer? Eerder tweede kans, dikke chance.


____________________
Naïeve kunst

In het oude Rome


Met lede ogen keek Antonilla hoe haar zoon zijn dagen verlummelde en in ledigheid doorbracht.

Hij struinde tussen de bomen in de tuin, bestudeerde fauna en flora in het bos, luisterde naar de geluiden, imiteerde ze en keek voldaan. Ze zuchtte.

“Jongen” zei ze “ga nu eens wat doen!*

Ze sprak hem berispend toe: “Pak een rol en lees hem of pak een rol en leer hem of pak een rol en schrijf hem. Schrijf desnoods je bevindingen over de fauna en flaura, maar doe iets! Op deze manier zal je nooit iets te betekenen hebben, zoals Archimedes bijvoorbeeld. Binnen tweeduizend jaar weet niemand nog wie je was”.

Ze keek erg geërgerd toen hij achteloos zijn schouders ophalend en, om haar de mond te snoeren, een aireke begon te fluiten.

“Met wat te lopen fluiten ga je het niet halen, zenne” riep ze hem ontstemd en bozig na.

“En wat dan nog?” dacht Tinnitus ongeïnteresseerd.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Opletten allemaal!

Het is al een poos geleden dat ik, bij het lezen van een artikel, dacht: “Allee nu, wat is dat nu voor een vergelijking?” Dat ging over de beste en de slechtste leerling van de klas maar had helemaal niks met school of klas te maken. Het ging over iets helemaal anders.

Sedertdien wordt de uitdrukking zowat voor alles gebruikt, bij voetbal, bij politiek en noem maar op. Je kan het zo zot niet bedenken of er is een beste of slechtste leerling van de klas.

Stoort me dat? Eigenlijk niet, maar toch wel een beetje. Nu kreeg ik gisteren een artikel te lezen1 waar ze het zelfs meerdere keen in gebruikten. Dat artikel op zich is eigenlijk niet zo interessant, behalve voor de betrokkenen, maar ik vermeld het toch als voorbeeld van wat ik bedoel.

Bij een kleine controle blijkt dat wel ergens ingeburgerd te zijn, zij het noordelijker dan onze taalgrens, want wij gebruiken het niet. Dat is zoiets lokaals als, wanneer Luc tijdens een gesprek zou zeggen: “Na zennek a kwijt“, wij het als: “Na kannek ni volgen” zouden formuleren, wat precies hetzelfde wil zeggen, namelijk: “ik begrijp niet wat je bedoelt”.

Er zijn nog van die uitdrukkingen die te pas en te pas ergens gebruikt worden. Ze mogen ermee stoppen. Het is niet origineel meer. Echt niet.

Maar storend? Niet echt dus. Enkel maar iets om eens over te bloggen.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).

____________________
1 Het Nieuwsblad

LunchGarden

Vrijdagavond, Luc zegt dat LunchGarden de vakbonden uitnodigde voor een bijzondere ondernemingsraad1 en ik dacht “Oh nee”.

Oh ja, want even later konden we al lezen dat LunchGarden het faillisement ging aanvragen2 en ik vond en vind dat jammer.

Niet dat ik een speciale band heb met LunchGarden, maar ooit gingen we er regelmatig. We deden de evenementen en in plaats van ’s avonds van 19u of 20u tot 23u aan tafel te schuiven in een gerenommeerd restaurant -op kosten van de baas- verkozen wij toch om bij LunchGarden iets wat huiselijker op ons bord te krijgen.

We hadden nog wat tijd ’s avonds en konden op tijd in bed want ’s morgens om 6u was het weer werkendag.

Een van de collega’s noemde het “bakkenvoer”, een andere collega vond het een belachelijke naam en wij vonden het handig en beter.

Daarna kon het nog gebeuren dat we, onderweg naar huis, stopten bij een tankstation en er bij LunchGarden gingen eten. Dat scheelde, dan moesten we thuis niet meer koken.

Maar die LunchGardens verdwenen en werden vervangen door Frit Autentic waar we twee keer waren: één keer om te proberen, de tweede keer om te bevestigen dat het niks voor ons was.

Speciaal naar LunchGarden gingen we wel als ze Scampi diabolique op het menu zetten, daar was en ben ik fan van. Een paar keer ook voor de mosselen à volonté. Maar eigenlijk gingen we nog bitter weinig.

Het was wel handig in de periode dat Luc voor een paar onderzoeken in de kliniek moest zijn. Dan ging ik ondertussen bij LunchGarden een koffie drinken en dan nam ik ook iets voor erbij.

Natuurlijk stond er op stel en sprong al een retailexpert klaar om zijn mening te spuien3. Hij zei: “Vol-au-vent, balletjes en mosselen: eigenlijk zijn ze nooit geëvolueerd”.

Misschien is dat wel zo, maar was die evolutie zo nodig? Bedoelt hij met “evolutie” wat ik zie bij de meer succesvolle ketens: “McDonalds, Quick, BurgerKing, KFC of het hiervoor genoemde Frit Autentic? Alles gefrituurd?

Luc vroeg zich eigenlijk zo goed als onmiddellijk luidop af waarom deze retailexpert, als hij dit zo al wist, zijn bezorgdheid niet op voorhand heeft gedeeld?

Ik was akkoord, ook kan ik akkoord gaan met iemand die zich in de reacties onder het artikel afvraagt wat je moet doen om retailexpert te worden.

Nu moet natuurlijk iedereen zijn mening daar even over geven en blijkt het er vooral om te gaan dat ze vooral een oudere groep aanspreken4, zoals de mensen die groot geworden zijn met vol-au-vent en ballekes in tomatensaus en mosselen. Als ze overal de hippe Poké bowls en Japanse Ramen gaan aanbieden blijven die ouw in-de-wegzitters wel weg.

Mogelijk is het wel nodig om wat te snoeien. Een verlieslatend bedrijf laten bestaan is ook de oplossing niet.

Maar ik hoop dat die van Tienen blijft. We rijden er elke maand na de boekenmarkt voorbij. Waarom we er dan niet gingen eten om thuis niet te moeten koken?

Omdat we er op tegen zagen om met een volle maag daarna die auto nog te lossen.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/01/17/lunch-garden-ondernemingsraad/
2 Het Nieuwsblad
3 Het Laatste Nieuws
4 Het Nieuwsblad
____________________

Wat gisteren betreft …

Gisteren reden we naar een boekenverkoop. Interessant? We vonden elk toch wel één en ander om een beetje blij mee te zijn.

Ik nam het fototoestel mee, omdat ik me daar ergens onderweg een wat speciaal rond punt herinnerde. En ik had vorig jaar besloten daar in de zomer eens te gaan kijken en een foto te nemen. Deed ik dat? Neen, natuurlijk niet.

Die foto nam ik nu wel. Ik zat met het toestel in aanslag.

(Lees verder onder de foto)

En dan had Luc het al een paar keer gehad over de verkoop van varkenskoppen met de feestdag van Sint Antonius. Dat was dan wel telkens ergens in de Kempen. We geraakten er niet.

Maar nu had hij iets dichterbij gevonden. Het waren dan geen varkenskoppen of zo, maar het was ook een veiling. En we gingen een kijkje nemen. Er waren taarten, zelfgebakken wafels en pannekoeken, veel flessen, een paar bakken fruit, voorverpakte tapas, …, eigenlijk te veel om op te noemen.

(Lees verder onder de foto’s van Luc)

En ik was content want Luc was content. Alleen weet ik niet of het voor herhaling vatbaar is … of het zouden toch die varkenskoppen moeten zijn en wij dan met een paar kilo’s pensen en een lap spek naar huis komen.

Dat was het zo een beetje, behalve dan dat ik die hardnekkige en ellendige mist zo erg beu ben dat ik mij als de buizerd van de uitgelichte afbeelding ga voelen.

Page 3 of 956

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén