Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Amke en Ella (Page 44 of 72)

Een dak is nog hoger

mske zou geen verhaaltje vertellen voor het slapen gaan. Ze had wat anders in de zin. Ze gingen brieven schrijven aan Sinterklaas.

Amke en Ella waren direct enthousiast en ze zetten zich met drie naast elkaar aan de grote tafel. Amke dicteerde haar brief en zette zich daarna aan het tekenen. Een tekening van een paard voor Sinterklaas. Ondertussen tekende Ella ook voor Sinterklaas. Ze tekende een glijbaan. Een buisglijbaan. Daarna schreef mske de brief voor Ella. Ella dicteerde niet. Ze zei alleen dat er niet mocht staan “beste Sinterklaas”, maar dat dat “liefste Sinterklaas” moest zijn. Verder kon mske zetten wat ze wou. Er kwam zelfs geen duidelijkheid over wat nu wel eens de wensen van Ella zouden kunnen zijn, behalve dat ene, dat mske dan ook goed in haar oren geknoopt heeft.

De brieven waren klaar en ze gingen die nog snel in de bus gooien. Bollie had uitgelegd waar de betreffende bus stond en ze deden hun jas aan … “Hoe geraken we straks terug binnen?” vroeg Slow. Ja lap! Ze hadden geen sleutel om binnen te geraken. Maar met het nodige kunst- en vliegwerk was daar ook wel een mouw aan te passen. “Als dat poortje ook maar niet vast is” dacht mske luidop, maar Slow haalde zijn schouders op en mske dacht: “dan kruipen we daar toch gewoon over”.

Het was gisteravond verschrikkelijk druk op de baan en mske stelde voor dat zij de brieven wel in de bus zou gooien, maar neen, Amke en Ella wilden beiden uitstappen en zelf hun eigen brief posten. Brrr! mske vond het maar gevaarlijk zoals Slow daar met zijn derrière richting straat in die geopende portière Ella terug vastgespte in haar stoeltje.

En ja, het poortje was op slot. En het was hoger dan het er in de dag uitziet. Slow tilde Amke over het poortje en mske gaf de instructies hoe Amke binnen kon geraken. En ze voegde er aan toe: “kom ons dan binnen laten hé”, maar Amke antwoordde al niet meer.

En daar stonden ze … voor de deur … Ella en Slow en mske … ’t is nochtans nog wat vroeg voor Driekoningen.

“Waar blijft ze nu toch?” zei mske. Slow drukte op de bel. De livingdeur ging open en de snelle voetjes renden naar de voordeur. “Waar bleef je?” vroeg mske. Amke keek beduusd en zei: “ik wist niet dat jullie hier stonden” gevolgd door: “Slów! Ik had je wel gezien hoor“, want Slow was nog snel efkes rap achter ’t muurtje gesprongen.

Had ze zeker gedacht dat ze allemaal over dat poortje gingen klefferen!

Moet alles kapot?

Eens je er aan begint kan je er maar ineens beter mee door gaan. Of zoiets. Eigenlijk is dat onze mening niet maar meer een evaluatie na verschillende feiten.

Gisteren was er eerst het kapotte glas. Gisteravond hoort mske Amke “oh” zeggen. Ze kijkt om en schrikt zich een hoedje – dit is gewoon een leuke uitdrukking om te gebruiken, want mske draagt geen hoed, zeker niet binnen, zeker niet bij een goeienavondritueel.

Ze schrikt zich dus een hoedje als ze ziet dat Amke twee stukken bril in haar handjes houdt. Grondig nazicht vertoont een ontsnapte vijs. Dat kon ze enkel zien als ze haar eigen bril stevig op haar neus had, zo een kaliber van een vijs was het.

Vanmorgen had Slow wat langer geslapen waardoor Slow en mske samen uit bed kwamen en dus trok mske even haar fleece bij aan, want het was hier nog niet warm genoeg, maar ze had haar fleece niet dicht, daar was het nu net al iets te warm voor.

“ms, pas op” dacht mske zo bij haarzelven “want je gaat met die fleece je glas van ’t buro stoempen”. Maar mske wou niet luisteren, ze zou wel allervoorzichtigst voort printen want dat moest af. Dat glas van ’t buro af, jà! Klangel de klingel de kletter. Eigenlijk eerst gewoon omgevallen, kluts al dat bruisend water in mskes berepotesloefkes en nog een klein klutske op de zak van haar fleece ook. mske deed nog een poging om het te grijpen en dan pas klangel de klingel de kletter kapot!

mske vloekte zowaar. Ze zei: “verdomme ms, ik heb het nog zo gezegd”. Nu staan de berepotesloefkes bruisend bij ’t stoveke.

Allee vooruit, we hebben ons portie sjaans weer binnen!

The Lion Sleeps Tonight

Er is het filmke van het nijlpaard en de hond die samen “The Lion Sleeps Tonight” zingen, of beter, het nijlpaard zingt, de hond danst.

Iedereen zal dat ondertussen wel kennen zeker? Alhoewel … Iedereen? Neen hoor! Kleine ukskes van drie die Ella heten kennen dat nog niet, of beter kenden dat nog niet. Doordat mske aan Amke en Ella wilde tonen wie de muppets waren, kwamen ze er op uit.  Daarna zette mske de pc af en ze gingen terug naar beneden.

“Zo danst de hond hé oma” zei Ella. Ze sloeg haar handjes op haar kleine achterste en sprong met gekke huppelkes rond.

mske heeft het filmke er eens op herbekeken. Voor het maar een keer gezien te hebben zat Ella er niet zo ver naast met haar koddig danske.

Het ritueel

“Slów!” zei Slow met een bepaalde intonatie in zijn stem. “Wie ben ik?” vroeg hij verder.

“Ik had je wel gezien hoor” zei mske.

Voorgaande gaat over Slow’s gewoonte om, als mske aanbelt en de rappe voetjes komen aangesneld, nog snel achter de muur te springen, waarop Amke dan telkens zegt: “Slów! Ik had je wel gezien hoor”.

“En dat ze daar blijven op reageren hé” zei mske.

“Die appreciëren goeie humor” zei Slow.

Gisteren deed hij het niet en er was een soort gemis, om niet te zeggen ontgoocheling, te bespeuren.  Volgende keer toch maar doen hoor Slow!

Vijf!

Oh wat zijn we heden blij
Amke is jarig, Amke is jarig
Oh wat zijn we heden blij
Amke is jarig en dat vieren wij

Akela wij doen ons best

Ella stond bedremmeld met een plastic zak bij mske en zei: “nu is dat kapot en kan ik niet meer vissen”. mske keek in de zak en zag tot haar verwondering de visjes en de vislijn, die Ella hier vorig jaar in de zomer op de kermis had gevist. Alleen stond het vislijntje wat kaduuk en bij nader onderzoek bleek dat het pinnetje gebroken was. mske moest eigenlijk zo verwonderd niet zijn, de gitaren zijn er ook nog.

Maar tot daar toe, terug naar een bedremmelde Ella. mske keek naar de breuk en dacht dat het niet meer te repareren viel. Maar ze zei toch: “weet je, ik zal het meenemen naar huis en zien wat ik kan doen”. “Waar ben ik aan begonnen?” vroeg ze zich thuis af, want een hengel die er uit ziet als een dik rietje en waarvan het pinnetje afgebroken is dat hem recht moet houden … Ze keek naar het holleke waar dat pinneke in gestaan had. Ze keek naar het dopke dat er over dat holleke moest en zei: “moest ik nu klei hebben, dan kon ik hem daarmee vast zetten” maar ze had geen klei. Ze dacht nog wat na. mske zou mske niet zijn moest ze er niets op vinden. Ze maakte papier-maché, maar dan zonder behanglijm, want die had ze ook niet, en ze propte het holleke goed vol rond het vastgelijmde pinneke. Ze propte het dopke rond het riet goed vol en ze liet drogen.

Daarnet, terwijl ze efkes wachtte terwijl er een dossier aan het laden was, kwakte ze een pak Pattex op alle randen en op haar gedroogd papier en ze drukte aan.

Maar dat dossier vereiste haar aandacht en ze stopte de hengel in Slow’s handen en zei: “goed drukken”. “Hoe lang?” vroeg Slow. “Tot ik een oplossing gevonden heb om dat geklemd te houden” wist mske. Ze wist enkel geen enkele manier om dat te klemmen. Uiteindelijk vond ze het. “Dat lukt nóóit!” zei Slow. Twee klemmen verder zei hij: “jij bent zeker bij de scouts geweest” maar dat wist hij al wel.

“Voilà sé” zei mske iets later en bekeek haar constructie met genoegen”.

Pollekes

“Kom nu je pollekes nog afkuisen” had mske gezegd. Ella keek streng en zei: “ik heb geen pollekes”. mske keek verwonderd en vroeg: “hoe? Jij hebt geen pollekes?” “Neen” zei Ella beslist “ik heb geen pollekes … ik heb handjes”.

Tja, daar valt niet veel op te zeggen natuurlijk behalve dat mske haar ganse leven lang al, zulke kleine mollepootjes, pollekes heeft genoemd.

Een goei zjat kaffei

Voor zolang mske zich kan herinneren heeft ze koffie gedronken. In die mate dat ze koffie lekker vond, toen ze in Antwerpen woonde. We hebben het hier over zwarte koffie. Niet van die waarvan de koffie aan de rand bleef plakken, maar ook niet van die waarvan je de bodem kon zien. Gewone maar echt wel zwarte koffie.

Als je dan weet dat mske pas vier was toen ze Antwerpen verruilde voor het dorpke uit haar kindertijd, dan vraagt mske zich soms af of het indertijd algemeen aangenomen was dat kleine kinderen koffie dronken. Heden ten dage kan ze zich dat nu niet echt voorstellen.

In elk geval, in het dorpke van haar kindertijd, tussen haar vierde en haar zevende, vond ze koffie blijkbaar minder lekker, want ze dronk te weinig en kreeg kristallen in haar nieren. De dokter zei: “meer drinken”. Maar mske zou niet geweten hebben wat ze kon drinken, want buiten de verplichte tas bweukmelk elke avond, kreeg ze maar een glaasje, van die hele kleinekes, limonade bij haar middageten en verder ’s morgens en ’s avonds een tas koffie.

Bij de verhuis naar het dorp van haar jeugd, zei ze dan ook: “dat is hier terug zulke lekkere koffie als in Antwerpen” en toen was ze dus zeven. Blijkbaar betrof het koffie van het merk “Fort”, die ze in het Oost-Vlaamse dorpke niet gehad hadden.

Op haar veertiende, na nog maar een verhuis, mocht ze van de dokter zoveel koffie niet meer drinken, omwille van opkomende acné. Eigenlijk een eigenaardige uitspraak, want, het bleek hem vooral om de suiker in de koffie te gaan en de dokter vond dat koffie zonder suiker niet te drinken was. Frisdrank was dan ook uitgesloten. Toen moe opperde dat er niet veel te drinken over bleef, zei de dokter dat mske dan maar bier moest drinken. Dat was dubbel goed want er zat nog gist in ook.

Een echte koffieleut is mske nooit geweest, het bleef bij ’s morgens een tas of twee en ’s avonds een tas of twee. Gedurende de dag bleef dat echt wel beperkt.

Toen ze later van werk veranderde en er elke morgen koffie werd gemaakt voor iedereen, dronk mske al eens een tas meer, maar dat was cafeïnevrije, want de baas had al zenuwen genoeg en zodoende … Dus kreeg mske na verloop van tijd weer ambras met haar maag. Na navraag, bleek dat van de cafeïnevrije te komen. Voor zover ze het zich nog herinnert natuurlijk … het had iets te maken met malt. Malt zou in koffie zitten, die bij de gewone koffie onschadelijk gemaakt wordt door de cafeïne, maar bij cafeïnevrije, vrij spel krijgt en last verkoopt bij een gevoelige maag.

Nog later, veel later, zo een tiental jaar geleden moet het geweest zijn, stond mske op een ochtend op en haar maag zei: “bweuk” toen ze haar tas koffie aan haar lippen zette. En als mskes maag “bweuk” zegt, dan luistert mske, want met die rebel kan ze beter op goede voet staan, want bij dienstweigering, kan mske zich serieus ziek voelen, al is de laatste jaren gebleken dat de hoofdoorzaak eigenlijk stress is.

De volgende ochtend bleef die maag “bweuk” zeggen tegen koffie. Sedertdien drinkt mske geen koffie meer. Hoop en al eens een cappuccino maar als dat drie keer op een jaar voorvalt is ’t veel.

Vanwaar nu ineens die plotse gedachte aan koffie. Aanleiding was waarschijnlijk iets waar ze het met Bollie over had. Bollie vertelde dat Ella ook graag speculaas tussen haar boterhammeke lustte. Speculaas die dus eerst in een tas koffie gesopt en daarna met licht aandrukken tussen de boterham gestopt wordt. En Bollie had er aan toegevoegd, dat ze de tas koffie maar weggenomen had, want stel dat Ella die had opgedronken.

Op berenjacht

“Vandaag geen verhaaltje” zei mske woensdag “want wij gaan op berenjacht”. De ontgoochelde gezichtjes van Amke en Ella veranderden in vraagtekens.

Voor diegenen voor wie het ook een vraagteken is, de berenjacht is een simpel verhaaltje waarbij de toehoorders betrokken worden. De handen “stappen” op de knieën. De verteller zegt een zinneke dat het gehoor moet herhalen. Liefst samen. Maar dat vlotte precies niet goed, want Ella wachtte telkens tot Amke had herhaald om het dan ook nog eens te zeggen, maar wat zou dat. Als ’t maar leuk was.

Het verhaalke zelf is simpel, zoals gezegd. We gaan op berenjacht en onderweg moeten we door een rivier, door een moeras en over een berg om een slapende beer in een grot te wekken en dan, in plaats van de beer te jagen, weglopen en terug mogen keren over die berg, door dat moeras en door die rivier, maar dan wel op een loopke.

Enkele fragmenten van onderweg:

We komen aan een moeras.
We komen aan een moeras.
We komen aan een moeras.
Wat is een moeras?

 
En in het teruglopen aan de berg gekomen:

We moeten er over.
We moeten er over.
We moeten er over.
Kan een beer klimmen?

 
En aan het moeras gekomen:

We moeten er door.
We moeten er door.
We moeten er door.
Zakt een beer daar niet in?

 
En uiteindelijk aan de rivier:

We moeten er door.
We moeten er door.
We moeten er door.
Kan een beer zwemmen?

 
mske weet niet meer hoeveel ontelbare keren ze het ooit met Zus en Zoneke deed en ze, alhoewel ze het zelf wel vanbuiten kenden, steeds opnieuw vroegen: “gaan we nog eens op berenjacht?”

Het verwonderde mske dan ook niet dat Ella, net voor ze ging slapen, stillekes naast haar kwam zitten en vroeg: “oma, gaan we nog eens op berenjacht?”

Ju!

Er was een tijd dat er ten huize mskes ouders maar één hobby aanvaard werd. De muziekschool! Broer en Broerke en de boosaardige volgden die dan ook met volle genoegen. mske niet. mske kan muziek lezen maar omwille van de stuipen als klein ukske, waren mskes vingers niet soepel genoeg.

mske las en dat stoorde moe want volgens haar was dat een synoniem van werkontvluchting. Naar de bibliotheek gaan zat er niet in, behalve de schoolbibliotheek. Daar kon moe geen stokske voor steken.

Nadat mske bot had gevangen toen ze in het dorp van haar jeugd -dit is enkel om haar leeftijd vast te stellen op -13- te kennen gaf atletiek te willen gaan doen, want dat was niks voor meiskes, haalde ze het zo ergens op +13 dat ze wou gaan paardrijden.

Joemeneekes, wat een reactie daar op kwam! Het was te peizen dat dat kind met hoogheidswaanzin weer eens een rijkemensensport wou gaan doen en wie dacht ze wel dat ze was. Er waren vier kinderen thuis en zij moest weeral eens een specialleke hebben. Nu ja, de reactie was langer en erger dan de vraag want de vraag was gesteld en de reactie bleef nog dagen en dagen nazinderen.

Nadat mske getrouwd was dacht ze er nog eens aan maar er was toen eigenlijk niet echt tijd voor en bovendien volgden ze dan die Duitse les en kwam er de sport. Nog later dacht mske dat ze er niet meer aan begon omdat ze bang werd om te vallen.

Toen ze eens in Le Village met de plaatselijke paardenruitersclub contact wou nemen -die boden een opleiding aan en dan uitstappen, stond iedereen te roepen dat ze dat niet mocht doen want die opleidingen waren niet volledig en ze kon beter thuis naar een manège gaan en het daar leren en patati en patata en mske deed het weer niet, want thuis had ze toch de zaak en de sport.

Nu is het écht te laat. mske zou het geen enkel paard willen aandoen.

Toen Zus zo een jaar of 17 was, begon ze over een paard, maar dan één om te hébben en om een paard te hebben moet je ook een wei en een stal hebben. Ex en mske hebben nog eens uitgekeken om een wei te pachten, maar als die niet echt dicht bij huis zijn, … het is er niet van gekomen.

Zoneke en Bollie rijden paard.

Amke en Ella zijn begeesterd van paarden, al sedert ze heel klein waren vanaf het eerste schommelpaard, de ganse manège play-mobil, de little poneys en de twee barbie-paarden waar de barbies enkel goed zijn om stijf in de koets te zitten of onder hun sikkedeizen te krijgen omdat ze hun voeten niet in de stijgbeugels willen steken.

Amke heeft gevraagd of ze mag leren paardrijden en blijkbaar kan dat al zo jong. Het zijn toch grote beesten voor zo een kleine pagadder hé …

Page 44 of 72

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén