De wandeling “North Glen Sannox” deden we ook voor de eerste keer. Het bizarre is dat we deze keer wandelingen deden die we de vorige bij de te zware rekenden. En zo staan er voor volgend jaar wandelingen op het programma dat we om die reden -ook wel wegens tijdsgebrek- dit jaar niet deden.
De North Glen Sannox, in het kort beschreven: klimmen en klimmen en water en nog meer water. Het was eigenlijk een wandeling die naar omhoog ging waar de beek naar beneden kwam.
Vrolijke noot in het boekje?
This rougher path finally peters out and, unless continuing to summit Caisteal Abhail by way of the Carn Mór ridge, it is best from here to retrace your steps.
Wel, gezien het aantal steile beklimmingen besloten wij ons daar dit jaar aan te houden en de “summits” en “ridges” voor volgend jaar te voorzien.
Dat uitpieterende pad vinden we ook nog eens terug bij de Devil’s Punchbowl, maar die deden we -nu nog- niet.
Ook een nieuwe is de wandeling naar de Fallen Rocks in North Sannox.
En vermits die Fallen Rocks nogal lang uitvallen, zeker dat hier ook nog een filmpje van Luc onder te vinden is, ben ik toch blij dat ze allemaal in hun eigen logske zitten.
Daar liggen ze!Een lichtgevende zwamRots die bleef staanBoom die niet bleef staanKleine gevallenRupsLuc filmt rupsMacroRots, blijf staan!Onderdeel van een rotsHetzelfde maar dichterbijEven onderdoor lopenStaand gevallenLiggend gevallenZo groot!LangsheenWie daar?En hier?LuifelMilton PointFractieTrollen?Troebel? Nee proper waterHommelPootje badenHet verst in zeeNeen, het is geen sjakosjUitstekendRotsformatieTe groot om mee te nemen
Daarna blijven er nog meerdere wandelingen over. Eerst wilde ik die niet elk apart gaan vertellen. Ze waren stuk voor stuk de moeite waard, maar ik schreef er niets bijzonders over omdat de oh’s en de ah’s op waren en ze allemaal volledig met foto’s zijn weer te geven.
Hier en daar een kleine nota zou waarschijnlijk wel volstaan. Uiteindelijk ga ik ze toch apart vertellen omdat ik dat prettiger vind en omdat de logjes anders te lang worden.
Hoe langer ik er over bezig ben, hoe langer de vakantie lijkt te duren. Dat hoop ik toch.
We beginnen met de Fairy Dell in Lochranza. De Fairy Dell? Dat is, volgens volksverhalen, de poort naar de feeënwereld. De eerste keer wandelen in Lochranza. Hop! Daar gaan we!
Dat de Schotten ook wetten hebben die we hier niet kennen, merkten we vorig jaar al.
Wat we ook al wisten is dat minderjarigen en alcohol niet samen gaan. We stonden zo vorig jaar aan de kassa met een paar flesjes bier dat in Arran gebrouwen was, toen de kassier ineens luid iets riep, waarop iemand ter hulp snelde. Ik denk dat de jongen mijn verbaasde gezicht zag en hij legde uit dat hij: “under age” was en dus geen bier mocht afrekenen.
Dit jaar glimlachte ik toen ik de kassierster hoorde roepen. We gaan er van uit dat het iets in het Schots is, aangezien wij er geen snars van snappen.
Maar op een zeker ogenblik deed ze dat weer en we hadden helemaal geen bier! Ik vroeg haar wat er schortte. Het mes dat we kochten! En dat was geen jachtmes, noch een mes voor trekkers. Neen dat was een gewoon patattenschillertje.
Niet dat wij op vakantie aardappelen willen schillen, maar we schillen onze appels wel. En een appel schillen met een broodmes is geen lachertje.
Niet alles wat we deden, was een herhaling. De twee vorige jaren hadden we nog geen poot in het bovenste linkerdeel van Arran gezet. Daar moesten we verandering in brengen. We reden er twee keer door, waarbij we één keer halt hielden in Catacol.
Wat er te zien was in Catacol? Dat het zeker en vast de moeite loont om ook dat stukje eiland eens van dichterbij te bekijken. En vermits Luc toch al vol overtuiging had gezegd dat hij volgend jaar zeker naar Arran terug wil, weten we toch al wat doen.
Catacol dus. Het dorpje is niet zo heel groot, al heeft het dan een hotel, maar is wel gekend om zijn Twelve Apostles, huisjes die dateren uit de tijd van de Clearances waarbij deze huisjes bedoeld waren voor de verdreven farmers, met de idee dat die wel zouden overschakelen op visserij.
Ik weet zo niet of het romantische oude bankje ook uit die tijd stamt, het zag er gewoon snoezig uit en ik vond het een foto waard, waarbij ik haast op de dode vis trapte, die gestorven is met zijn prooi nog tussen zijn kiezen, mocht hij al kiezen gehad hebben.
Twelve ApostlesKijken naar KintyreToch niet van honger gestorvenZwevende stenen?Wegwijs naar het hotelCatacol Bay Hotel
Waarom ik die gestapelde stenen fotografeerde, ik weet het niet meer. Spraken ze me aan? Was er iets fout mee? Pas thuis zag ik dat die ene stapel lijkt te zweven. Ik had er een steen moeten bijleggen want blijkbaar wil dat zeggen dat je er nog eens komt.
Ondertussen wordt het lijstje voor volgend jaar langer en langer. Of zoals een Schot zei: “je moet altijd zorgen dat je niet alles doet, dat is een goeie reden om terug te komen”.
Vrijdag gaven ze nog zulk weer. Maar wij gingen geen twee dagen stil zitten, oh nee. ’s Morgens zag het er betrokken uit, maar het regende niet. We vertrokken dus maar via de Fisherman’s walk -om de auto niet te moeten nemen om te gaan stappen- naar de Glen Rosa.
Na vijf kilometer kwam de regen. Niet een beetje miezerig maar met beken. Op de kortste tijd waren onze waterdichte schoenen doorweekt en wij ook. Het paadje was haast niet zichtbaar door de varens en de wind die we op kop hadden beukte zo hevig dat mijn nieuwe regenhoed, die ik kocht om geen water op mijn bril te krijgen, helemaal voor mijn ogen sloeg. Dat was ook de bedoeling niet.
Na het keerpunt hadden we zowel de regen als de wind in de rug, al deed het toen al zo hevig niet meer.
Ik heb enkel een paar foto’s van voor de regen, want het toestel hield ik stevig onder mijn regenjasje.
Verder nog een filmpje, door Luc opgenomen met de GoPro en vakkundig geblurred. De andere camera zat ook goed opgeborgen.
Al bij al een fantastische dag, al moesten we nog naar de sportwinkel, omdat Luc geen tweede paar stapschoenen meer had.
En die zou twee dagen aanhouden. Gelukkig had ik het boek. Dat had ik gehaald in de plaatselijke bibliotheek.
Nu is regen normaal niet in staat om me binnen te houden, maar deze regen sloeg tegen de ruiten en geselde ze. Ik installeerde me met het boek: “The Other Child van Charlotte Link.
Luc is geen lezer en hij heeft geen zittend gat. Dus heeft hij enkele keren die donderdag gedoucht met kleren aan. Hij liep maar eens naar de toeristische dienst. Hij ging maar eens naar de Co-op. Misschien eens tot aan Ormidale Park.
De dag kabbelde rustig voorbij en als ik er op terugkeek vond ik hem wel geslaagd. Ik ga meer boeken van Charlotte Link lezen.
Machrie Moor is een klassieker. Ik denk niet dat we Arran zullen bezoeken zonder bij die stenen langs te gaan. Het is dan ook maar een kort wandelingetje, een tussendoortje om zo te zeggen.
Dit jaar stonden er, ondanks de regen, meer auto’s dan anders op het minuscule lapje grond dat parking heet. Laat ons zeggen dat de helft parking ingenomen was, dat betekent een auto of vijf. Onderweg kwamen we heel wat terugkomers tegen. We waren dus alleen bij de stenen.
Ik zeg wel: ondanks de regen, maar naar Machrie Moor heb ik wel altijd mijn regenvestje aan. Het regent er niet echt, maar het miezert er altijd. Deze keer was het echt wel regen.
Toen we terugkeerden kwamen we heel wat opgaanders tegen. In die mate dat ik me afvroeg hoe die allemaal op die parking waren geraakt. Heel wat mensen nemen er wel het openbaar vervoer. Want ja ja, er rijdt een bus op Arran.
En inderdaad, ze stonden al te wachten, twee auto’s, midden op het stukje. Een paar vrolijke knullen van een jaar of veertig kwamen ons al tegemoet om te vragen of … Een rosse Schot zette zijn auto zo dat wij wel weg konden maar geen andere er in.
“Altijd vroeg komen” zei Luc, waarbij ik bedacht dacht hij blijkbaar nog zinnens is naar Arran terug te gaan.
Waarom wij zo vroeg waren? Ach ja, we waren vroeg opgestaan omwille van het getij. We hadden de zeehonden al bezocht.
Betreden op eigen risicoBen ik best blij met deze fotoUphillTussen schapen lopen
Zoals gezegd, het is de derde keer dat we er waren en steeds zagen we de huizen in de verre verte en steeds zagen we daar de enkele auto’s rijden. Telkens opnieuw keek ik vanaf de String Road uit of ik de stenen niet zag staan.
Dat kon dus niet. Deze keer namen we een weg die we nooit namen -met de auto wel te verstaan- en toen we een wit huis voorbijreden, bedacht ik ineens … “stop!” zei ik, wat Luc dan deed op de eerstvolgende uitwijkplaats. Je moet daar nu ook niet gek gaan doen.
En ja, door de lens van het fototoestel vond ik ze, daar in de verte.
Machrie MoorNog meer uitzichtMooie kleur bergenDaar staan ze!
Derde jaar Schotland en nog steeds geen haggis gegeten? Neen dus. Het zat gewoon zo, we kenden het niet en wilden het wel eerst eens proberen. Maar waar “probeer” je nu? Als je het bestelt, krijg je onmiddellijk een volledig bord vol.
Op het Schots weekend in Alden Biezen dacht ik er ook even aan, maar ook daar was het onmiddellijk een grote portie.
Het antwoord dook op in de Co-op! We pakten het mee en wees gerust, het was niet de laatste keer dat we dat gegeten hebben. Maar dan volgende keer wel een volledige portie.
Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here:
Cookiebeleid