Hij zat samen met ons op de ferry. En we hadden een beetje veelzeggend naar elkaar gekeken, hij en ik, toen een paar mensen met kinderen op het bankje waar we zaten, kwamen plaats nemen, waarbij één van de kinderen haast op zijn schoot kwam te zitten, waardoor hij met een ruk opschoof en haast op mijn schoot kwam te zitten.
Zoals gezegd, we hadden elkaar eens veelbetekenend aangekeken, waarop we aan de praat geraakten. Hij was oorspronkelijk van de Macrae Clan, zei hij. Hij had geen kilt maar wel de plaid met hun kleuren. Die droeg hij trouwens ook niet op die boot. Hij droeg een jeans met een jeansvestje, had wel lange haren, waar hij een bandana, eveneens in jeans, over geknoopt had.
Hij wou ook wel eens naar Brugge. Dat had hij zichzelf al lang beloofd. Hij woonde wel op Arran, al kwam hij uit de echte Highlands, maar Arran … “Arran is scenery” wist hij te vertellen.
Wat ik van Brugge dacht, heb ik maar wijselijk voor mezelf gehouden.