Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Film en televisie (Page 12 of 24)

Ah! Wie we daar hebben!

Vanavond is het het tweede deel van Trial and Retribution – Closure. Niet dat dat eigenlijk het vermelden waard is, dat kan iedereen in de TV-gids gaan lezen.

Trial and Retribution was vroeger niet mskes meest favoriete feuilleton. Eerst en vooral werden -en worden nog- die episodes steeds in twee delen uitgezonden en mske mocht die personages niet, Walker op kop, al moest Roisin er niet voor onderdoen. Eigenlijk is mske geen fan van de schrijfster Lynda La Plante op wiens boek het feuilleton gebaseerd is.

Oorspronkelijk volgde de serie het het boek, maar of er meerdere boeken verschenen of er gewoon een scriptschrijver andere episodes schreef, dat weten wij niet en dat gaan we zelfs niet opzoeken. Feit is dat zowel Walker als Roisin menselijker zijn al kunnen ze soms nog wel eens serieus de boelpens uithangen.

Wat is er dan nu ineens zo vermeldenswaard dat wij het op het blog zetten? Wel, toen ze drie weken geleden de begingeneriek zag van Trial and Retribution – Sins of the Father en de naam “Glynis Barber” zag verschijnen zei mske tegen Slow: “dat is Makepeace”. Toen hebben ze met hun tweetjes zitten gissen wie van de actrices nu toch Makepeace kon zijn en toen kwam die pas de week erna in het tweede deel.

Toeval of niet, vorige week zag mske als eerst de profiler en zei: “en daar heb je Dempsey ook al”.

Wie zijn Dempsey and Makepeace nu weer? Dat was een politiefeuilletonneke uit vroegere jaren -1985 en 1986 blijkbaar- met in de hoofdrollen Glynis Barber als de Britse rechercheur Harriet Makepeace en Michael Brandon als de Amerikaanse rechercheur James Dempsey.

Al heeft mske een licht vermoeden dat Dempsey vanavond eerder de slechte zal zijn, maar daarvoor moet ze eerst naar Trial and Retribution kijken.

Goesting

Na “Katarakt“, waar mske na de eerste aflevering niet verder wou kijken, “De smaak van De Keyser” en “Los Zand” waar Slow en mske na de eerste aflevering besloten het nog een kans te geven en de reeksen volledig zagen om dan tot de conclusie te komen dat het verloren tijd was geweest, Van vlees en bloed niet te vergeten, kwam er vorige zondag “Oud België”.

Daar had mske al haar bedenkingen bij noch voor ze één fragment had gezien. Het duo Crets-Van Begin zijn niet bepaald haar favorieten. En toen ze hoorde dat beide heren het scenario hadden geschreven en dan nog zelf de hoofdrol speelden zag ze het helemaal niet zitten. Ze had gelijk. Ook Slow zei na het einde van het eerste deel: “afvoeren”.

Kan je denken met wat een gevoel mske gisteren nogmaals naar een eerste aflevering ging kijken, namelijk die van “Goesting”. Ze begon zelfs al te denken dat het aan haar lag. “Goesting” dus. mske vroeg zich tijdens de aflevering niet af wat ze er van vond, ze keek. Achteraf besloot ze dat het best de moeite was geweest. De acteurs, eindelijk eens andere gezichten, acteerden alsof ze jarenlang een restaurant hadden gehad, ze spraken normaal en de discussies waren niet overroepen.

Er waren enkel de twee haperingskes geweest waarbij mske heel even dacht: oh neen, ze gaan toch niet weer beginnen”. Wat denk jij?” vroeg ze aan Slow na afloop. “Goed, maar gematigd positief” zei hij “eerst zien of het zo blijft”.

Hebben die een tic nerveux?

Daar zitten we dan weer. Wij en ons dilemma. Schrijven we nu over iets grappigs of over het kleine ergernisje. Als we schrijven over het kleine ergernisje zou het kunnen lijken of we zagen. Schrijven we over het grappige, dan komt de volgende keer niemand kijken want dan is geweten dat we gaan zagen. We zullen, bij nader inzien, het ergernisje eerst vertellen, dan komt dat andere later wel.

Wij ergeren ons een ietsiepietsie aan cameramannen. Dat zijn die mannen die met hun camera ergens staan om iets op te nemen dat de moeite waard is. Dus als wij zien dat er iets op TV komt dat wij de moeite waard vinden, dan verwachten wij ook dat die cameramannen dat filmen.

Maar waarom, waarom moeten die altijd van hun onderwerp afwijken en koppen in het publiek gaan filmen? Dat is om het stiet en de kouw seskes in ene keer te krijgen, want daarvoor kijken wij niet.

Dat was zo met de show van André Rieu in de Arena in Amsterdam. Terwijl die Wiener Debutanten stonden te dansen flitsten die altijd naar één of andere in het publiek. Maar dat interesseert ons niet! Dat dansen wel.

Of zoals ze tijdens zo een aangrijpend stuk telkens opnieuw die dame toonden wiens gemoed overliep? Zijn die tickets niet duur genoeg om de privacy van het publiek te waarborgen zodat de dame op haar eentje een gemoedelijk bleiteke kon doen zonder dat ze op TV moest komen. Ach ja, de mensen uit het publiek van de betreffende show hadden het ticket gewonnen met de Postcodeloterij. Maar toch, wij hoeven geen mensen te zien huilen.

Hetzelfde deed zich voor met de show van Geert Hoste, show die wij, tussen haakskes gezegd, niet zo bijster vonden. Geert Hoste vertelt wat, ze tonen een kop in ’t publiek. Dat betekent voor de kijker thuis dus een halve show publiek kijken: Geert Hoste, Free Souffriau, Geert Hoste, Bert Anciaux, Geert Hoste, Kris Peeters, Geert Hoste, Sabine Hagedoren, Geert Hoste, Jan Becaus, Geert Hoste, Ann Van Elsen, Geert Hoste, Joke Schauvliege, Geert Hoste … mske begon zich zo een beetje als een vlo te voelen, van de ene op de andere springend.

Kunnen ze eigenlijk niet beter een vaste camera bij de ingang zetten, dan hebben we zeker alle aanwezigen gezien …

Een vreed dom gedacht

Het is zaterdagavond, er is niks op TV, eigenlijk is er veel op TV maar niks dat Slow of mske aanspreekt. Toch stelde mske voor om eens naar “De Wet van Murphy” te kijken.

Dat hebben ze gedaan.

Dat was een vreed dom gedacht.

1408

Slow zei: “een thriller” en hij zei ook: “het moeten niet altijd Britse detectives zijn”, maar dat zegt hij altijd. “Met John Cusack” zei Slow verder en hij zei ook nog: “En met Samuel L. Jackson”.

Daarmee was alles gezegd en moest er alleen nog gekeken worden. John Cusack is dus een schrijver die probeert te bewijzen dat geesten niet bestaan en daarom in allerlei spookhuizen en -kamers gaat kijken om te kunnen zeggen dat hij niks gezien heeft.

Van wie ’t kaartje kwam waar op stond: “Ga niet in kamer 1408” dat heeft mske niet goed meegekregen of ze hebben het gewoon niet gezegd. In elk geval vroeg mske wel: “een thriller of een spookverhaal?” “Een thriller” zei Slow. Ondertussen begonnen ze daar op ’t scherm al te trillen want er zat iets in die kamer, iets kwaadaardigs. “Sé” zei mske “als dat echt een horror is kan je mij straks als we gaan slapen aan de badkamerdeur komen opwachten zé”.

Maar toen kwam pas de échte horror! Twintig minuten publiciteit astemblieft, waardoor dat het vooropgestelde uur dat John Cusack het maximum in zijn griezelkot kon uithouden over 2 uur film werd uitgesmeerd. Pas op hé! Dat was die kamer 1408 zelf die zei dat een uur het maximum was. Eigenlijk was er niks griezelig aan die film, alleen irritant en onlogisch.

Want na een uur waarin al wat ze er maar konden bijsleuren daar in die kamer gepasseerd was, sprong die klok waarvan de stekker al was uitgetrokken, zomaar ineens terug op 60 en kreeg den John een telefoontje dat zei dat hij dat uur keer op keer opnieuw kon meemaken.

Waarop den John ineens bepeisde: “maar dat zal hier gene waar zijn zenne mannekes, ikke dood, kamer ook dood” en hij ’t spelleke in brand stak met een zelfgemaakte Molotov-cocktail.

mske zuchtte: “geen logica” zei ze. mske vindt dat iedereen films kan maken waarin de held het altijd moet afleggen om dan in de laatste minuut de oplossing te vinden. Als die oplossing dan nog op iets trekt, tot daar toe, maar nu … “Hoe bedoel je?” vroeg Slow. “Wel” zei mske “die kamer kon alles, die kon vensters dichtmetsen, sprinklers doen afgaan, schilderijen doen overstromen, maar een brandje blussen … dat kon ze niet”. “Jamaar” zei Slow “dat reservoir van die sprinklers was misschien leeg”. “Niks van” zei mske “die kamer heeft op een uur tijd de ganse inboedel tot schroot herleid en op 1 seconde was die terug volledig in orde. Ten slotte lagen er toch geen bakstenen klaar om de vensters dicht te metsen, ook niet”.

Nog bovendiener, probeer maar eens op één uur tijd op de veertiende verdieping door ’t raam naar buiten te klefferen en dan naar het volgende venster te schuiven over een afstand van een 6-tal m en dat over een richel om daar tot de constatatie te komen dat één of andere flauwe plezante dat raam heeft weggemoffeld en dan die 6-tal meters terug te schuiven naar het raam van die spookkamer, daar nog efkes aan de corniche te gaan hangen omdat er, net bij het naar binnen klefferen, een spook naar buiten springt, zodat de starichel voor de voeten ineens een hangrichel voor de handen wordt van ’t verschieten.

Om dan, eens binnen geklefferd -dat was een schrijver en geen geoefend turner van de Olymische Spelen- nog eens op handen en voeten door de airconditioning te gaan rondzeulen met een spook achter je hielen.

Houd er rekening mee dat er ondertussen nog efkes bijna verdronken dient te worden, wat in een ziekenhuisbed gelegen, op bezoek gegaan bij een oude vader in een ouwpekeshuis … je komt met een uur niet toe.

Logische uitleg? Het personage van John Cusack had gelijk, er bestaan geen spoken, alles was een waanvoorstelling, veroorzaakt door een fles die hij van de hoteluitbater gekregen had. Maar om dat tegen te spreken kregen we dan op het einde nog dat bandje te horen waarop een fragment stond met het overleden dochtertje dat ook nog ergens in dat gruweluur een tweede keer komen sterven was.

Waarom mske dat zei van die badkamer? Het genre is haar genre niet en dus kijkt ze daar niet naar, maar ze herinnert zich wel die ene avond, heel erg lang geleden, ze zal een jaar of 15à17 geweest zijn en ze zat alleen met de TV. Waren moe en va weg en was zij babysit van dienst? Mogelijk, maar was Broer dan? Feit is dat ze naar TV zat te kijken en er een film begon over een huis dat leefde. Was het omdat ze toen ontvankelijker was voor zulke dingen, omdat ze alleen was? In elk geval heeft ze de TV afgezet en is naar haar bed gegaan, ze heeft wel om elk hoekske en achter alle deuren gekeken en ze heeft gezworen nooit nog naar zulke films te kijken. Dat heeft ze niet gedaan. Ze heeft er nog gezien en ze heeft ze allemaal, stuk voor stuk idioot en pure nonsens gevonden.

Den Broes

Dinsdag stond er op TV bij Bollie een jeugdprogramma op. Het was een spelprogramma waarin twee ploegen van beginnende tieners het tegen elkaar moesten opnemen. De ene ploeg was in het rood, de andere in het geel gekleed.

Toen de gelen de eerste proef wonnen, riep Amke uit: “ik ben voor de gele!” “Ik ook” zei Bollie.

Vroeger waren er ook al zulke programma’s waar mske indertijd als beginnende tiener ook naar keek, maar wat haar nu verwonderde was dat de mededingers telkens tijdens de proeven geïnterviewd werden als waren ze allen Armstrongs en dat deze knullekes over de leden van de andere ploeg spraken als over de “tegenstander” in plaats van gewoon gemoedelijk namen te gebruiken.

Tijdens één van die mini-interviewkes bij het afleggen van een parcours met een ton, zei Bruce dat het een geluk was dat hij zo struis was en daardoor sterk genoeg om de proef te winnen.

“Ik ben voor den Broes!” riep Slow uit.

Maar hij veranderde al wat van gedacht toen hij Wout van de tegenpartij hoorde verklaren dat hij had kunnen laten zien hoe goed hij wel was.

Bollie, Slow en mske waren verbaasd. Zo op je eigen stoefen, dat werd vroeger toch niet aangeleerd, neen … men moest bescheiden zijn want: “eigen lof stinkt”. “Hebben wij onze kinderen verkeerd opgevoed?” vroeg mske zich af.

Televisie-avondje op zondag

Vorige week ergens had Slow de film “Ricochet” opgenomen, gewoon omdat hij met Denzel Washington was en Denzel Washington toch al in meerdere goede films had meegespeeld.

Gisterenavond zouden ze die bekijken, ze moesten dan wel efkes onderbreken om “Tour 2009 – Vive le vélo” te zien. Zover zijn ze niet geraakt. mske kreeg de hippentrip van Ricochet en zette zich ineens recht en zei: “ik kijk niet meer, ik kom straks wel terug”. Nog geen vijf minuten later stond Slow hier ook zeggende: “voila, ’t is gedaan”. mske keek beduusd want dat kon niet maar Slow zei: “jawel, ’t is gedaan, de band was korter dan ik dacht en de film staat er verder niet meer op”.

Tour 2009 – vive le vélo, daar kijken ze zo goed als alle dagen naar, mske niet enkel voor de wielrennerij maar ook om de volledige entourage en de streekgerichten en de streekgezichten. Maar ook daar ging het gisteren niet vlot. Piet Huysentruyt zat als gast aan de tafel en die man had serieus de “ik” en maar zeggen dat Rini Wagtmans een pak ervaring had, een sprekende encyclopedie was, alleen kreeg Rini Wagtmans niet veel kans tot spreken met “ik, ik, ik”.

Die van zaterdag, met Filip Meirhaeghe en Bart Van Loo, was ook al niet al te schitterend geweest. Dat kwam volgens mske omdat die Bart Van Loo zich hoogst ongemakkelijk voelde met die camera.

Och ja, dat programma is de enige dag al beter dan de andere, afhankelijk van de praatgasten. De beste die mske deze editie al gezien heeft was die keer met Ben Crabbé en Serge Pauwels. Er zijn er veel anti Ben Crabbé maar die mens kan tenminste klappen … maar ook luisteren.

Gisteren op teevee

Het Leven zoals het is: Planckendael.  De bonobo’s seksen er lustig op los.  Alle mannekes doen het met alle vrouwkes.

Eventuele overeenkomsten met “Thuis” zijn louter toevallig zeker?

Deadwood

Nu zitten we toch met een verhaal dat in feite meerdere afzonderlijke zaken inhoudt maar die op een zekere manier met elkaar verweven zijn. Ik zou zeggen: ik vertel het in drie keer, maar ooit kregen we de opmerking dat we dat deden om bezoekers te lokken. Of zou ik opteren voor het vertellen in één keer?  Maar ooit kregen we de opmerking dat zulke lange stukken niet aanzetten tot lezen. Ik kan het natuurlijk ook niet vertellen, maar dat vinden wij dan zelf ridicuul. Maar als ik hier nog lang ga zeveren dan komt er gewoonweg helemaal niks van. We zullen, als naar goede gewoonte, ons eigen goestingske maar doen zeker.

Ik begin:

Enkele maanden geleden las Slow op het forum van de Kwibussen dat Deadwood -jawel, die spreken over andere dingen ook nog- toch zo een fantastisch feuilleton was, al was het dan hard. “Wat denk je?” vroeg Slow “het moeten niet altijd thrillers zijn”. Zodoende keken Slow en mske naar Deadwood. Eerst vond mske dat er niet al te veel schwung in zat maar het ergerde haar niet, meer zelfs, het gaf rust. Zodoende keken ze week na week na week en als ze naar de Kwibussen waren werd het opgenomen.

Op het plechtige communiefeest begon Wachtebroer er over en toen Slow zei dat ze de reeks op TV volgden, zei Wachtebroer dat hij die op DVD had, alle drie de seizoenen dan nog en als Slow en mske wilden … “Wij volgen die wel voort op TV” zei Slow. “En als ze na het eerste seizoen stoppen, zullen we de DVD’s eens komen halen” vervolledigde mske.

Vrijdag was het geen Deadwood meer. Is dat nu één keer geweest omwille van de Koningin Elisabethwedstrijd? Of moeten ze voor het vervolg wachten tot die van de televisie het in hun zin hebben om het tweede en derde seizoen uit geven? Dan kan het zijn dat er al bepaalde zaken vergeten zijn.

Slow en mske lachen dan wel wat met Calamity Jane en met de nors kijkende Seth Bullock, die eigenlijk de goeie zou moeten zijn. Er zijn de overtuigende personages en er zijn de personages die onecht lijken. En dan is er die doerak van een Al Swearengen die mske, ondanks alles, toch een nogal redelijk sympathiek personage gaan vinden is.

Er zal niks anders opzitten dan de DVD’s te gaan halen bij Wachtebroer, vrees ik …

Tante Jutta uit Calcutta

mske houdt wel van toneel.   Waar mske niet van houdt zijn van die stukken waar het podium blijkbaar een huiskamer moet voorstellen maar waar iedereen zomaar ongevraagd binnen en buiten kan lopen en waar de bewoner geen zeg heeft aan zijn eigen kot. Bovendien zijn in die stukken de opgefokte misverstanden schering en inslag. Misschien is dat leuk, maar mske vindt dat niet.

Ze had ooit, lang geleden “Tante Jutta uit Calcutta” gezien en die titel was haar altijd bijgebleven.

Zo kon het gebeuren dat ze samen naar TV zaten kijken en mske ineens uitriep: “ik kijk niet meer, veel te hoog tante-Jutta-uit-Calcutta-gehalte!” “Wablief?” zei Slow de eerste keer “waar heb je ’t over?”  mske heeft het hem dan maar uitgelegd. Waarover Tante Jutta ging wist mske niet meer -ze heeft het daarnet pas efkes opgezocht- maar Slow snapte wat ze bedoelde.

Bij Jes, Vlaamse reeks op de VTM, die de helft van de tijd wel te pruimen valt, heeft ze dat gevoel ook soms. Gisteren ook weer, daar was ’t weer geweldig en in overdrijvende trap. Bij die Jes is dat ook de zoete inval, die vallen daar binnen, blijven daar slapen en geen enkele van die personages heeft het lef om ze de deur te wijzen.

En ja, mske zei het weer toen die Gert daar ineens terug voor Jes haar neus stond en zij die binnenliet en op de zetel liet slapen terwijl hij toch nog een ouderlijk huis bleek te hebben en hij haar post opende en de brief zoekmaakte en in de Felix zijn plaats maar dat etentje in de kelder op zijn eigen palmares schreef en waarschijnlijk ook nog … maar dat hebben ze niet getoond, ze zijn bij ’t kussen gestopt.

“Dat zijn allemaal clichés ” zei Slow “net zoals dat ze, als ze wijn drinken, met mekaar de koffer moeten induiken”.

Page 12 of 24

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén