Slow zei: “een thriller” en hij zei ook: “het moeten niet altijd Britse detectives zijn”, maar dat zegt hij altijd. “Met John Cusack” zei Slow verder en hij zei ook nog: “En met Samuel L. Jackson”.
Daarmee was alles gezegd en moest er alleen nog gekeken worden. John Cusack is dus een schrijver die probeert te bewijzen dat geesten niet bestaan en daarom in allerlei spookhuizen en -kamers gaat kijken om te kunnen zeggen dat hij niks gezien heeft.
Van wie ’t kaartje kwam waar op stond: “Ga niet in kamer 1408” dat heeft mske niet goed meegekregen of ze hebben het gewoon niet gezegd. In elk geval vroeg mske wel: “een thriller of een spookverhaal?” “Een thriller” zei Slow. Ondertussen begonnen ze daar op ’t scherm al te trillen want er zat iets in die kamer, iets kwaadaardigs. “Sé” zei mske “als dat echt een horror is kan je mij straks als we gaan slapen aan de badkamerdeur komen opwachten zé”.
Maar toen kwam pas de échte horror! Twintig minuten publiciteit astemblieft, waardoor dat het vooropgestelde uur dat John Cusack het maximum in zijn griezelkot kon uithouden over 2 uur film werd uitgesmeerd. Pas op hé! Dat was die kamer 1408 zelf die zei dat een uur het maximum was. Eigenlijk was er niks griezelig aan die film, alleen irritant en onlogisch.
Want na een uur waarin al wat ze er maar konden bijsleuren daar in die kamer gepasseerd was, sprong die klok waarvan de stekker al was uitgetrokken, zomaar ineens terug op 60 en kreeg den John een telefoontje dat zei dat hij dat uur keer op keer opnieuw kon meemaken.
Waarop den John ineens bepeisde: “maar dat zal hier gene waar zijn zenne mannekes, ikke dood, kamer ook dood” en hij ’t spelleke in brand stak met een zelfgemaakte Molotov-cocktail.
mske zuchtte: “geen logica” zei ze. mske vindt dat iedereen films kan maken waarin de held het altijd moet afleggen om dan in de laatste minuut de oplossing te vinden. Als die oplossing dan nog op iets trekt, tot daar toe, maar nu … “Hoe bedoel je?” vroeg Slow. “Wel” zei mske “die kamer kon alles, die kon vensters dichtmetsen, sprinklers doen afgaan, schilderijen doen overstromen, maar een brandje blussen … dat kon ze niet”. “Jamaar” zei Slow “dat reservoir van die sprinklers was misschien leeg”. “Niks van” zei mske “die kamer heeft op een uur tijd de ganse inboedel tot schroot herleid en op 1 seconde was die terug volledig in orde. Ten slotte lagen er toch geen bakstenen klaar om de vensters dicht te metsen, ook niet”.
Nog bovendiener, probeer maar eens op één uur tijd op de veertiende verdieping door ’t raam naar buiten te klefferen en dan naar het volgende venster te schuiven over een afstand van een 6-tal m en dat over een richel om daar tot de constatatie te komen dat één of andere flauwe plezante dat raam heeft weggemoffeld en dan die 6-tal meters terug te schuiven naar het raam van die spookkamer, daar nog efkes aan de corniche te gaan hangen omdat er, net bij het naar binnen klefferen, een spook naar buiten springt, zodat de starichel voor de voeten ineens een hangrichel voor de handen wordt van ’t verschieten.
Om dan, eens binnen geklefferd -dat was een schrijver en geen geoefend turner van de Olymische Spelen- nog eens op handen en voeten door de airconditioning te gaan rondzeulen met een spook achter je hielen.
Houd er rekening mee dat er ondertussen nog efkes bijna verdronken dient te worden, wat in een ziekenhuisbed gelegen, op bezoek gegaan bij een oude vader in een ouwpekeshuis … je komt met een uur niet toe.
Logische uitleg? Het personage van John Cusack had gelijk, er bestaan geen spoken, alles was een waanvoorstelling, veroorzaakt door een fles die hij van de hoteluitbater gekregen had. Maar om dat tegen te spreken kregen we dan op het einde nog dat bandje te horen waarop een fragment stond met het overleden dochtertje dat ook nog ergens in dat gruweluur een tweede keer komen sterven was.
Waarom mske dat zei van die badkamer? Het genre is haar genre niet en dus kijkt ze daar niet naar, maar ze herinnert zich wel die ene avond, heel erg lang geleden, ze zal een jaar of 15à17 geweest zijn en ze zat alleen met de TV. Waren moe en va weg en was zij babysit van dienst? Mogelijk, maar was Broer dan? Feit is dat ze naar TV zat te kijken en er een film begon over een huis dat leefde. Was het omdat ze toen ontvankelijker was voor zulke dingen, omdat ze alleen was? In elk geval heeft ze de TV afgezet en is naar haar bed gegaan, ze heeft wel om elk hoekske en achter alle deuren gekeken en ze heeft gezworen nooit nog naar zulke films te kijken. Dat heeft ze niet gedaan. Ze heeft er nog gezien en ze heeft ze allemaal, stuk voor stuk idioot en pure nonsens gevonden.