Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Kleindochters (Page 6 of 73)

Flexibiliteit van de hoogste graad

Eens om de x-aantal jaar krijg je geen kaartje in je bus waarop je de elektriciteitsstand moet invullen. Eens om de x-aantal jaar willen ze die teller zelf zien en dan vind je -als je niet thuis bent bij hun onaangekondigd bezoek- ook een kaartje in de bus, zeggende dat ze gaan terug komen op 1 maart tussen 9.30 en 11.00 uur. Als dat niet past kan je via internet of per telefoon -op een gratis nummer- je eigen afspraak maken.

Luc probeert via internet, maar kan die afspraak niet maken op een ogenblik dat wij hier zijn. Hij telefoneert … net drie minuten te laat. Ze zijn om 20.00 uur gesloten.

De volgende avond probeert hij op nieuw. De nieuwe afspraak? Op 1 maart tussen 13.00 en 14.00 uur. Wat begrijpen ze niet aan: “niet thuis op één maart”? Maar ze gaan niet moeilijk doen. Het kan ook op 3 maart tussen 11.00 en 12.00 uur, moment dat we ook niet kunnen.

En dan gaan ze wel moeilijk doen. Want op een ander ogenblik kan het niet voor hen. Oh zo? Wie is vragende partij? Wat bedoelen ze dan met “je eigen afspraak”? Het kan niet.

Deze week hadden we drie dagen evenementenopbouw en de rest van de week zijn Amke en Ella hier en hebben we een afspraak op vrijdag, afspraak die ik niet wil verplaatsen.

Dan beginnen ze te zagen: “is er op die ogenblikken echt niemand thuis?” “Neen?” “Ook niet ouders, kinderen, nonkel Jef, matant, …” Als laatste halen ze er de poetsvrouw bij. “Heb je dan geen poetsvrouw?” Neen! Er.is.niemand.thuis! Net wat de politie zegt dat je niet mag zeggen, omdat dan je hele hebben en houden te grabbel staat.

Wat doen ze dan als ze bij poetsvrouwen meterstanden moeten opnemen? Dieternietoe, het zijn onze zaken niet en we hebben toch geen poetsvrouw.

“Volgende week” zegt Luc “dan zijn we thuis”. Ze konden geen afspraken maken voor volgende week.

“Wat moet er dan nu gebeuren?” vroeg Luc. Luc moest op 2 of 3 maart nog maar eens opbellen om te proberen die afspraak te verzetten want zie je, thuis of niet thuis, op 3 maart komen ze langs en als ze voor de deur staan, steken ze wel een kaartje in de bus.

Dit was Lucs oplossing van een kaartje dat we op 27 februari ’s avonds in onze brievenbus vonden.

Wil je weten wat mijn oplossing zou geweest zijn? Echt? Hoe een dwarse rebel als ik dat zou hebben geregeld?

Ik zei op maandag 27 februari tegen Luc: “ach, laat zijn! Ze komen terug en steken wel een ander kaartje in de bus. En dan zien we wel of we dan thuis zijn”.

Wie had gelijk? Het begin is hetzelfde: we vinden een kaartje. Het einde is hetzelfde: ze staan voor een gesloten deur.

Alleen is alles wat ertussen gebeurt voor ons, maar ook voor hen veel gemakkelijker.

Nu? Wie had dan gelijk? Ik natuurlijk!

Het zal uwe père maar zijn hé

Zaterdag, Amke en Ella, Sunparks zwemmen. Veel valt daar niet over te vertellen. Dat is gewoon twee uur plezant.

Tot op het ogenblik dat er geopperd wordt om het water uit te gaan. Dan willen ze nog eens op die schuifaf².

Dat komt goed uit. Ik heb langer werk om mijn haar te wassen dan zij -met zo een coupe– en ik ben ook al zo snel niet aangekleed dan zij. Ik ging dus al maar douchen.

En aan die douche, daar stond er toch ene in zijn zwembroek te telefoneren zeker. Hij liep wat heen en weer, keek af en toe mijn richting uit om te zien of ik wel zag hoe belangrijk hij daar liep te wezen.

Ik zag hem wel, voor zover ik geen shampoo in mijn ogen had, maar ik vond hem niet belangrijk, eerder een zielig manneke die onmisbaarheid moest voorwenden.

Waar ik aan dacht, was aan de mogelijke vrouw die in het water zat te ploeteren met een uk of twee, die zich afvroegen waar hunne papa wel bleef.

Ingebeeld hoor, ik kende die man niet, maar ik herken wel het type. Alles moet wijken als ze een oproep krijgen. Misschien had hij wel zelf gebeld.

Dan mag hij nog honderd keer kijken alsof de evenaar door zijn navel loopt, hij imponeert mij niet.

Echt belangrijk ben je niet als je nog niet ongestoord een uurtje kan gaan zwemmen.

Multigebruik

Het zal nu ongeveer drie jaar zijn zeker, dat Luc en ik beiden een bril dragen. Een bril om altijd te dragen, bedoel ik, want vóór die drie jaar hadden we wel al een leesbril, maar dat is een ander verhaal.

Sedert geruime tijd echter merkten we dat we problemen kregen bij het zwemmen. Niet echt tijdens het zwemmen maar met de kastjes om je spullen in op te bergen. Die zijn voorzien van een slot en afhankelijk van het zwembad heb je dan een geweven bandje met een cijfer er op, een rubberen bandje met een cijfer er op, tot zelfs een cijferslot.

Wat is het probleem? Wel de bril moet IN het kastje. Op zich is dat geen probleem. Je bekijkt het nummer vóór je afsluit en je visualiseert de locatie van het kastje. Bij ons in Landen is dat gemakkelijk. Bij Sunparks iets minder, er zijn meer kastjes.

Die keer in Oostappen moesten we aan Amke vragen om de -minuscule- toetsjes van het cijferslot in te drukken.

Al bij al, het ging. En in Oostappen zouden we sowieso niet weer gaan zwemmen.

Maar er kwam geleidelijk aan wat meer bij kijken. Zo een bril verscherpt je zicht, dat is duidelijk. Maar ik begon mezelf een beetje een oud besje te voelen toen ik de reling moest gebruiken omdat in me onzeker voelde als ik een trapje af moest. Wat was er loos? Dieptezicht?

Luc begon er over, daar ergens tussen al het voorgaande in. Hij wou een zwembril met versterkte glazen. In het begin heb ik het weggelachen. Maar toen ik me vorige keer in Sunparks vasthield om in het ontsmettingsbadje voor de voeten te stappen, heb ik toch ook even gedacht: “mens wat word ik oud!” Natuurlijk is dat niet zo!

Zodoende hebben we nu zwembrillen met versterkte glazen. Ze zijn niet verkrijgbaar met een optometrische afwijking van een half na de komma en zijn niet multifocaal.

Dat geeft niet. We zijn niet zinnens om aan onderwaterlezen te gaan doen.

Wat niet te zeggen

Wel doen? Niet doen? Wel doen? … Eeuwige twijfelaar had weer een nieuw dilemma.

Ooit ergerde het me dat mensen hun eigen kinderen en kleinkinderen ophemelden als het over schoolprestaties ging. Ik besloot daar nooit aan mee te doen.

Ik deed het niet. Nooit.

Maar nu? Wat nu? Het gaat niet over beste van de klas of hoe hoog het aantal punten. Het gaat om een brief die Amke meekreeg voor de kerstvakantie.

Wat daarin stond zou ik nu, omwille van een lang geleden genomen besluit, niet kunnen vertellen. Bovendien -ik weet niet of anderen dat ook zo ondervinden- wordt een verhaal dat mensen interessant vinden, overgenomen en voortverteld als hun eigen verhaal.

Maar het helemaal niet vertellen als dit blog gaat over wat mij belangrijk lijkt? Na zo een lange uitleg kan zwijgen eigenlijk ook niet meer.

Even kort samengevat dan maar. Amke is uitgekozen voor een bepaald project bij een gekende instelling omdat men vindt dat ze goed is in zelfstudie en zodoende meerdere halve dagen school kan verletten om aan dat project deel te nemen. Met het oog op haar toekomstige studiekeuze is dit een enorme meevaller.

Amke is enthousiast en ziet het helemaal zitten.

En ik had er nog nooit van gehoord maar ben al even enthousiast.

Genoeg gezegd

Lang geleden las je de krant en daardoor werd je op de hoogte gesteld van wat er in de wereld zoal gebeurde. Je mening of commentaar daarover besprak je met je omgeving, gezin, collega’s, vrienden en eventueel tooghangers.

Ineens, bij de opkomst van de internetgazetten kon je reageren op de nieuwsberichten. Ik deed het niet, al trachtte Max me te overtuigen om het wel te doen, precies om die reageerders beneden alle peil weerwerk te bieden. Maar ik verkoos geen ruziemaker of zedenpreker te zijn.

Soms ga ik bewust de reacties op “Het Laatste Nieuws” lezen, gewoon om me ervan te overtuigen dat de domheid nog altijd de wereld niet uit is. Al zegt Luc niet “domheid”, hij zegt: “die zijn gewoon altijd dwars”.

Ergens vorige week besloot Roularta ermee te stoppen en dat precies om voormelde reden:

Het mediabedrijf verdedigt zich door te stellen dat de kwaliteit van de reacties vaak te wensen over laat, om niet te zeggen dat sommige reacties ronduit beledigend of zelfs racistisch zijn, en dat het niet de taak van de journalist is om lezers op te voeden.

De Morgen daarentegen vindt dat men door het weghalen van die lezersreacties de burgers de mond snoert.

Ik voel me niet de mond gesnoerd aangezien ik geen nood heb om daar mijn mening te gaan verkondigen. Meestal heb ik het er met Luc over, soms met Zoneke, soms hier op het blog en af en toe zelfs met Amke en Ella.

Moeten ze blijven? Ik weet het niet. Moeten ze verdwijnen? Van mij niet. Maar het zou misschien wel een halt toeroepen aan die constante stroom van voorgekauwde prietpraat die zelfs geen mening meer is maar een standaard herhalen van volzinnen die niets zinnigs vertellen.

Gaan we naar iets kijken?

Ik houd me niet bezig met wat de televisie aanbelangt. De weinige keren dat er echt iets is dat ik zou willen zien, zeg ik het wel. En Luc programmeert.

Luc programmeert niet enkel dat. Hij programmeert ook wat hij denkt dat mogelijk wel eens in de smaak zou kunnen vallen.

En dan vraagt hij ’s avonds: “gaan we naar iets kijken” en kiezen we uit het aanbod dat op de decoder staat.

Zo kan het natuurlijk gebeuren dat films, die niet tot de absolute voorkeur van de dag behoren en van de volgende dagen ook niet, daar geruime tijd kunnen zitten sluimeren.

Vorige zomer betrapten we toch nog een kerstfilm zeker. En ik kan dat zeemzoete wel hebben met Kerstmis, maar in de zomer is het te warm voor dat plakkerige.

Wij hebben van de periode tussen kerst en nieuwjaar gebruik gemaakt om onze opnames eens wat op te kuisen. We gingen ze af, de films, en als het na een -kort- poosje niet snor zat, dan porde ik hem aan en vroeg: “en?” of hij zei gewoon: “zullen we maar afzetten zeker”. Er zijn er dus best een paar gesneuveld.

Maar nu waren Amke en Ella hier vorig weekend en zaten we opgesloten in een verglaasde wereld van ijs en bevroren wegen. “Kerstfilm?” vroeg ik.

Iedereen was akkoord. “Ik heb geen kerstfilms meer” zei Luc “maar misschien …”.

Hoe lang Undercover Bridesmaid al opgenomen was weet ik niet. Maar hij had inderdaad een hoog zeemzoet gehalte en je moest er echt niet bij nadenken.

We hebben ervan genoten, eigenlijk het meest achteraf, toen Ella demonstreerde hoe je -volgens de film- als meisje van rijke afkomst nogal tuttig met een pijltje naar een ballon moest gooien.

In die mate dat Luc uren later nog lag na te hikken in bed.

Het blitse kerstdorp

Ik had het al zo lang gezegd dat ik kerstdorpjes zo snoezig vond, maar dan zonder de grote overdrijving van een volledig omgebouwde woonkamer.

Een drietal jaar geleden kocht ik dan ook zes huisjes met een ingebouwd lichtje. Eens thuis -wat een domper- was er één huisje met een normaal constant gelig wit lichtje, net alsof er iemand thuis was. De vijf anderen knipperden in rood en groen.

Wat een discotheek!” zei Luc, omdat Amke en Ella hier waren. Wat wij onderling zegden was niet voor herhaling vatbaar. Dat is het trouwens nog niet, aangezien Amke hier soms ook komt lezen.

Indertijd dacht ik: “och geen erg! Eens de batterijtjes leeg, haal ik die lichtjes er uit en stop er gewone in”.

Maar die batterijtjes lopen niet leeg! Oh neen! Die gaan nog altijd mee en ze zijn bovendien vervangbaar.

Ik had al geprobeerd die discotheeklichtjes er uit te halen maar die zaten daar echt wel stevig in gelijmd. Gisterenavond heb ik maar een nieuwe poging ondernomen. Deze keer met iets steviger materiaal. En ja, ik kreeg er eentje uit. Maar of ik dat in witte uitvoering ga vinden …

Misschien kan ik beter andere huisjes kopen.

Ooit beloofd

Ooit, om één of andere reden, duikt er in de reacties de berenbrievenbus op. Daar kwam ik per toeval op terecht en vraag me af: “hoe komt die in de reacties te staan? Heb ik daar ooit iets over verteld?” Zo ja, dan vind ik dat niet terug.

Feit is dat er onderweg naar Bollie een beer staat die een tas in zijn handen heeft en dat is de brievenbus.

Toen we in 2010 de auto wegdeden, zagen we de brievenbus van op de bus, maar we konden er geen foto van nemen. Nu we weer een auto hadden, dacht ik er gewoon niet aan, tot ik dus per toeval op die reactie terecht kwam.

Een foto nemen is ook met de auto geen sinecure. Ik baal echt wel van foto’s nemen van iemands eigendom dus wou ik niet voor de deur gaan stoppen en probeerde die beer alleen te nemen. Dat lukt ook niet zo heel goed, zeker dat we toch een bepaalde afstand hielden. Amke, achterin, nam ook een foto en het is de hare die we hier gaan gebruiken.

(Lees verder onder de foto)


Foto: Amke

Dit is niet echt mijn favoriete logske. Maar het vorige weekend had ik echt niet zo heel veel tijd om logjes te schrijven voor tijdens onze afwezigheid. En dit stond toch al zo lang bij de concepten – getuige de foto, die ergens vorige zomer werd genomen.

Morgen beter?

Weekend in het kort

Een kerstboom? Geen kerstboom? Ik dacht: “we doen het dan wel als Amke en Ella hier zijn”. De kerstboom staat.

Examentijd betekent dat Amke ook nog moest studeren. Ella niet. Die heeft maandag examen “spelling” waarvoor ze niet moest leren want

dat zijn allemaal woorden met van die regeltjes en aangezien ze die al hadden geleerd en ze die allemaal weet … ja …

Wegens allemaal hetzelfde, hadden we de laatste jaren geen kerstmarkt meer aangedaan. Maar we vertrokken toch al zondag, iets na de middag, naar de stad van het komende evenement en in die stad hadden we nog nooit de kerstmarkt bezocht. Eens doen?

Van op de tram zagen we de mensenzee. En ik hou niet van mensenmassa’s.

Ze staan op je voeten, steken een vinger in je oog, geven je arm een wrong want ze schatten hun omvang verkeerd in. Ze hebben geen stoplichten, ook geen richtingaanwijzers. Ze rennen als kippen zonder koppen van hot naar her. Ze ademen in je nek en je komt ogen te kort om alle gevaar te zien aankomen. En als het regent lijkt je hoofd een vergiet van alle baleinen die net op jouw ooghoogte zitten.

Kerstmarkt? Niet dus. Waar je toch allemaal rekening mee moet houden als je iets plant.

Zut.

Puberuitspraken

Volgens welingelichte bronnen, namelijk

  • enerzijds Bollie, vindt Amke het publiekelijk dragen van een sportzak ronduit belachelijk,
  • anderzijds Ella, vindt Amke diezelfde sportzak in het openbaar gewoon idioot.

De verkondiger van deze wijsheid zelf -in dit geval Amke- zei achteraf dat die gewoon te volgepropt zit en dat terwijl de tas toch voorzien is van menigerlei van haar toebehoren.

Ik voelde me dus niet zo cool toen ik betreffende sporttas naar de auto zeulde. Ach ja, het kan nog altijd erger. Luc droeg de knalroze rugzak én de lichtroze sjakosj.

Page 6 of 73

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén