Ik ben een krak in het me afvragen van domme dingen. Ik ben dus ook een krak in het domme vragen stellen. Ik wéét dat. Dat heeft men me mijn hele leven al gezegd. Zolang ik de logica van mijn eigen vragen snap is er, volgens mij, geen vuiltje aan de lucht.
Alhoewel, deze keer valt het uit de lucht.
Het werd tijd dat het ging regenen. Ik weet dat ook. Iedereen is blij dat het regent. Ik begrijp dat.
Maar waarom moet het dan altijd zoveel koeler worden. Kan het niet gewoon regenen met zomerse temperaturen?
Dan konden we op ons koerke bezig zijn en direct staan douchen.
Ik wéét het … dom gedacht.