Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Zwemmen (Page 8 of 23)

Een stom stuk hout

Vorige donderdag sloeg ik mijn voet om. Ik trapte domweg op een stuk hout dat uit de bodem stak en stond ineens op één been. En dat terwijl ik nooit ofte nooit uit wandelen ga met lage wandelschoenen. Ik heb die wandelbottines niet voor niets.

Alleen gingen we niet wandelen. We wilden naar de auto, over het verharde pad. Maar dat stukje over bosterrein -iets van een 10m- sneed toch wel een aardig omweggetje af.

De pijn trok weg en ik vergat het. We gingen uit eten, deden nog enkele winkels aan en keerden terug. En toen kwam de pijn opnieuw opzetten. We zijn nog gaan zwemmen en daarna heb ik mijn been te ruste gelegd op een stoel.

Vrijdagmorgen trok ik mijn hoge stappers aan. Jawel! Deze. Die had ik zonder nadenken ook in de auto gezet.

Ze hebben een hoge en stevige schacht en ik had geen last, behalve dat ik zo af en toe dacht dat ik wat voelde in mijn knie. Jawel! Die knie.

Op zaterdag wist ik het wel, al bleef ik over het algemeen zitten. Die voet voelde ik enkel bij het rondlopen, de knie als ik zat. Niet dat ik zat tanden te bijten van de pijn. Ze waren enkel wat gevoelig.

En dan te bedenken dat ik ooit begonnen met met van die hoge wandelschoenen -ook in de zomer- omdat ik lang geleden, maar dan heel lang geleden, zo gemakkelijk mijn voet omsloeg op oneffen bodem.

Zwemmen met jonge vrouwen

Soms denk je echt dat zo een man nog nooit een vrouw zag. Ze zwemmen met hun kinnebakkes open zodat het water hun darmen spoelt en hun ogen zitten net boven de watergrens. En ze gapen.

Ja, we waren weer eens zwemmen met een jonge vrouw erbij. En hij volgde zowel met zijn ogen als met zijn voeten.

Ook in het buitenbad. Maar daar bleef hij niet al te lang. Hij zal het koud gekregen hebben.

We hebben er eigenlijk altijd om gelachen, om die idioten die denken op die manier indruk te maken.

Alhoewel, jonge vrouwen? Ik heb er mee te maken gehad tot ik 55 werd en tijdens de uren voorzien voor de senioren kon gaan zwemmen.

En zoals ik toen al zei:

Het probleem (…) is dat die kerel niet echt iets mis doet, hij is alleen enorm irritant.

En door alles wat je de laatste tijd leest over vrouwen in een zwembad, verandert dat irritant toch wel in een zekere vorm van wrevel.

De briefkes

Dat logske van gisteren was iets dat ik vorige vrijdagavond schreef.

De dip begon toen met een smsje. Nog maar eens een smsje dat aangaf dat ik er eigenlijk niet zo toe deed. En boef! De hele zwik ging zich nog maar eens afspelen. En de hele zaterdag zat ik er midden in.

Er is een gezegde dat stelt dat zulke dingen als stenen zijn op de bodem van een vijver en als je niet oppast bij het zwemmen je er tegen stoot. Ik kan er in komen.

Er zijn manieren om er mee om te gaan. Ik kan dan een boek gaan lezen. Ik deed wat anders. Ik heb de tien afleveringen van “The Five” na elkaar herbekeken. Lekker vluchten in fantasie.

Of schrijven. Dat doe ik meestal als er iets niet snor zit. Meestal halen die schrijfsels het blog niet. Het was nu ook kantje boordje, want de dip was weg voor het postje verscheen.

Hoe dat kwam? Luc had me de hele zaterdag met rust gelaten. Nu ja, slim van hem, want meestal ben ik dan niet erg aanspreekbaar buiten: “kom je eten?”

Maar op zondag! Ik stond op en vond de briefjes, overal briefjes: op de pc, op de ontbijttafel, op de wastafel, … Briefjes die me deden lachen.

En lachen? Dat is als de stop die je uit een vat vol vieze drab trekt. Zodra dat vat begint door te lopen, trekt de dip ook weg.

Zoals gezegd, meestal halen zulke schrijfsels het blog niet. Deze keer wel. Stel dat iemand zou denken dat ik compleet zorgeloos door het leven huppel.

Collectief is twee

Het was nogal bizar. We wisten beiden dat we iets in Sint-Truiden gingen doen en daarna doorrijden naar Hasselt, naar Ikea.

Jaren had ik geen voet bij Ikea willen binnenzetten. Ik weet niet meer waarom, maar de winkel boezemde me een afkeer in dat het geen naam had.

Laatst had ik echter dé ideale lampen gezien voor de badkamer, inderdaad, bij Ikea. Dus gingen we die in Gent maar even halen en omdat het me nogal meegevallen was en we er een passende staande spiegel hadden gezien, besloten we dus: “als we volgende donderdag in Sint-Truiden zijn, rijden we door naar Hasselt”.

Volgende donderdag -ondertussen al vorige donderdag- stonden we beiden te kijken. Wat gingen we nu in ’s hemelsnaam in Sint-Truiden doen? Wat hebben wij nu zomaar zonder aanleiding in Sint-Truiden te zoeken.

Luc opperde even: “een wandeling?” Maar een wandeling? Daar was ik zeker van. Dàt was het zeker niet!

Er waren tussen de uitspraak en die donderdag wel enkele opbouwdagen voor een evenement. Hadden die voor een collectief geheugenverlies gezorgd? We kwamen er maar niet uit.

Resultaat? We bleven thuis. Ook geen Ikea.

Zondagmorgen, dubbend in bed, bedacht ik dat ik nog oordopjes moest vinden ook, om te gaan zwemmen. En ineens …

Gedaan met dubben, ik sprong uit bed, joepte de trap af, mijn aankomst aankondigend met een ritmisch, aan de joep op de trap aangepast, gezaagng: “ik weet het! Ik weet het! Ik weet het!

Luc keek me vragend aan en ik zei: “we gingen zwemmen in Sint-Truiden en daarna door naar Hasselt!

“Ik wist het!” zei Luc, “Ik zei toch dat het iets sportief was!”

Beestjes

Hoe zit het nu met die seals?

Zij waren op het appél. Wij ook. Zij waren met veel. Wij met twee.

Sommige foto’s zijn niet zo denderend. Ze zijn genomen met een extender. Maar het alternatief -de automatische lens voor dit soort foto’s- is een beetje te duur voor die keer dat ik ze zou kunnen gebruiken.

En het is eigenaardig, maar waar we twee jaar geleden geen enkele zeehond zagen, zagen we ze nu een beetje overal. Waarschijnlijk hebben we op die twee jaar tijd een andere manier van kijken aangewend.

Kildonan
Lochranza, North Sannox, Brodick en zomaar langs de kust

En wat dan te zeggen van die “Red Deers” die we nog nooit te zien kregen, al tuurde ik mijn ogen uit tijdens het rijden?

Die beesten zitten gewoon in Lochranza. Je ziet ze daar gewoon staan grazen.

Het gaat er dus inderdaad om dat je moet weten waar je moet kijken en hoe je moet kijken.

Wat we niet te zien kregen, alhoewel we die vorig jaar gewoon door het raam door de tuin zagen stormen, waren de red squirrels.

Ondanks meerdere avondwandelingetjes in de omgeving van Brodick Castle lieten ze zich niet zien. Niet verwonderlijk eigenlijk. Al die paadjes daar zijn voorzien van gravel waarop je dus in geen geval stil kan lopen.

Ergens op het einde van de vakantie hebben we dan ingegrepen. We zijn naar de rangers getrokken. Die hebben een eekhoorncamera en omdat het avond was en wij maar met twee, toonde de ranger ons een verdoken bankje.

Wanneer er eentje zou opduiken kon hij niet zeggen, we moesten maar wat geduld hebben. Helemaal niet hoor. Die ranger had maar net zijn hielen gelicht of daar kwam er eentje.

Dommerik die ik ben, probeerde ik mijn lens op die eekhoorn te fixeren, wat maar half lukte met dat camerageval van de rangers in de weg. Pas later bedacht ik dat ik dat probleem heel eenvoudig had kunnen oplossen. Nu ja het was te laat en klagen helpt toch niet en nu weten we toch weer wat we volgend jaar nog eens moeten doen.

En dan het gevogelte: de vogelkes en vogels ga ik niet indelen. Vrank dat die soms waren, ik kon ze haast aanraken.

Nog een avondwandeling? Zo even langs Brodick Bay waar we nooit genoeg van krijgen?

En daar zien we wat in het water. Is dat een kwal? Ja, dat is een kwal want er zijn er nog en die zwemmen nog.

Deze wou oversteken maar bedacht zich, al was het met tegenzin.

De bedeesde koe hoort niet bij het loslopend of -vliegend wild, maar wel bij de beestenboel en ik ga er dan ook geen apart logje over maken. Een vreemde eend in de bijt, al is het dan een koe.

Tot slot! Het filmpje van Luc. Efkes Luc een douwke geven en het wordt zichtbaar.

Zwemmen: een nieuw begin

Ongeduldig word ik er van. Na dat gedoe met die schouder -alhoewel het nog geen “na dat gedoe” is- mag ik nog steeds niet gaan zwemmen. Je weet wanneer het begint, maar niet wanneer het eindigt.

Al twee verblijfjes in Sunparks liet ik de Aquafun links liggen. Veel fun is daar ook niet aan.

Ik mag proberen hoor! Maar dan zonder mijn armen te gebruiken.

Noch zeilen noch duiken

Vorig jaar zocht ik een waterdichte oplossing voor de telefoon. Als ik hem in de rugzak stopte zat die wel veilig, maar dan kon ik de Runtastic niet stoppen en/of starten naar keuze.

Bij Decathlon vond ik een zipzakje om rond je hals te hangen. Top! Ze waren toen in verschillende maten en ik nam de gepaste.

Nu echter wou ik een groter model omdat ik én de telefoon én de powerbank in één en hetzelfde zakje wou, want anders, met zo een kabeltje door die zip, is dat ook niet echt waterdicht. Ik had wel even een bedenking over het gewicht rond mijn nek, maar dat zou ik dan wel zien. Luc wou het kleine van vorig jaar wel. Hij heeft geen Runtastic.

Bij Decathlon hadden ze diezelfde van vorig jaar niet meer, wel zeilaccessoires met drijvende zakjes. Nu ja, ik ga die telefoon niet leren zwemmen en op een boot doe ik geen trektocht. Zodoende besloten we om er geen mee te nemen. Op de website van Decathlon stond trouwens ook dat die niet meer in voorraad zijn.

Tijdens het googelen echter kwam ik iets anders tegen, een andere oplossing. Eigenlijk is het reclame.

Zodoende heb ik nu een klein doosje diepvrieszakjes in mijn wandelrugzak zitten. Daarmee kan de telefoon én de powerbank gewoon in mijn zak, waar hij tijdens zomerse regenloze dagen ook zit.


Boots McFarland
2016© Geolyn Carvin

Rusten kan ook elders

Ondanks alles wat niet meezit, zijn we in gisteren maar weer zuidwaarts getrokken. We hadden dat al vastgelegd net nadat we vorige keer hier in Vielsalm waren.

We waren eerst even langs Decathlon in Luik gepasseerd. Luc wou een wandelmuts, zijn petten bedekken zijn oren niet en die dikke die wel zijn oren bedekt is te warm om te wandelen. Hij wil er eentje zoals mijn koddig mutske. Ware het niet dat hij een dikker hoofd heeft dan ik, hij mocht het hebben. Ik houd helemaal niet van mutsen, ik krijg er jeuk van.

In elk geval heeft hij niet gevonden wat hij zocht. Ik dacht dat het model misschien verouderd was, maar neen, op internet zijn ze nog steeds te vinden.

Vielsalm in de regen dan maar want het regende de hele dag. We hebben er maar even proviand ingedaan en hebben ons geïnstalleerd.

Wat we vandaag gaan doen zal wat van het weer afhangen. Of Luc al terug zover kan gaan wandelen na die toch -hardnekkige- diarree van vorige week zullen we moeten afwachten.

En zwemmen? Ik mag niet zwemmen, dus ga ik maar bubbelbaden.

Maar wat zag ik gisterenavond, toen het eigenlijk al te donker was om er een foto van te nemen? Een hazelaar met katjes. Jawel! En nu het over is en het zonneke er door komt, heb ik die maar even op de foto gezet. Katjes, maar geen blaadjes.

Allee vooruit

Wat zei ik? Beter?

Na één week thuis was het onhoudbaar. Ik kon zelfs niet meer slapen van de pijn.

We hadden al besloten om nieuwe hoofdkussens te kopen. Ik sliep al jarenlang zonder, maar door die schouder was ik toch maar de oude kussens -jawel twee- terug gaan gebruiken omdat ik dan niet zo op die schouder rustte.

Nu moet ik ook zeggen dat het zoveel verbeterd was, dat ik stopte met pijnstillers.

En ik had ook al een grafiek gevonden waaruit bleek dat er nog niets abnormaals aan de hand was.

Maar hoe dan ook, op nieuwjaarsdag vond ik het voldoende. Ik maakte een afspraak bij de dokter. Die was gisteren om acht uur ’s morgens.

Daarna zouden we dan wel hoofdkussens halen. Slaap ik binnenkort weer zonder hoofdkussen, zou ik toch gemakkelijker zitten om te lezen in bed. Die ouwe zijn echt wel afgeleefd.

De dokter wou toch maar liever een echo van die schouder laten nemen. Dat kan hier vlot. Op het plein aan de ene kant van de straat zetelt de dokter en op het plein aan de andere kant van de straat huist de plaatjesmaker. En jawel, er zit een scheurtje in de pees. Een maand niets doen dat pijn doet, maar ook niet zwemmen.

En wat met de evenementen? Waar ik me wel voorhoud niets te forceren, maar het toch niet kan laten als ik weer iets vanzelfsprekends moet laten staan tot iemand anders dat voor mij kan doen.

Mijn goesting om kussens te gaan kopen was van de slag over.

Bovendien is Luc dan ook nog de rest van de dag in bed gaan liggen. Zijn maag van slag? Hopelijk is het dat maar.

Medezwemmers

De redder zwaaide met een schepnet. Hij stond op de oever van het buitenbad en niet op de oversteek.

Hij pookte wat in de hoek van de nis en iets lukte niet goed. Net toen wij die kant bereikten zagen we de muis. Hij beweerde dat ze uit het omringende groen kwam. Mogelijk. Maar onwaarschijnlijk, want om daar te geraken had die muis toch in het bad de, kleine maar toch bestaande, afstand zwemmend moeten afleggen.

De redder maakte een beweging als gooide hij de muis terug het omringende groen in. Maar even later zagen we hem, inclusief net en muis, zijn vangst aan een collega tonende.

Wat moet je daar nu van denken? Ik zwem liefst in het buitenbad, regen of geen regen, en liefst alleen. Dat dat niet altijd kan, weet ik ook wel, al helpt regen daar wel bij. Dat er bladeren en andere herfstige zaken in dat water kunnen vallen is dus geen punt.

Maar …

Moest ik me niet afvragen of het beestje geen ziektes meezeulde? Muizen op zich doen me namelijk niets ook niet als ze kunnen zwemmen.

Moest ik me niet afvragen wat die kleine komedie als zou hij de muis in de natuur zette betekende? Misschien heb ik me wel vergist.

Ik heb er in elk geval niet zwaar aan getild en heb me verder ondergedompeld in de geneugten van het dagelijkse zwemmen, maar als ik dan achteraf lees over leptospirose na de Titan Run in Nijlen …

Beter niet aan denken.

Page 8 of 23

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén