Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: augustus 2014 (Page 3 of 4)

Over de muur

We hebben ’s morgens zo snel mogelijk onze biezen gepakt, daar in dat kot in Manchester, hebben onderweg ontbeten en gingen op zoek naar Hadrian.

We hadden, zoals gezegd, geboekt in Carlisle. In die streek zie je overal de bordjes met “Hadrian’s wall”.

De planning was dat we daar eens een wandelingske van een kilometer of tien zouden doen. Maar het was die dag zo warm, zo snikheet dat we het wandelen er aan gaven en Hadrian zelf maar met een gewoon bezoek vereerden.

Die warmte zorgde er ook voor dat ik daar ’s avonds in Carlisle een winkel binnenliep om er een paar shirtjes zonder mouwen bij te halen. Ik had er drie bij me en we waren al drie dagen onderweg. “Durf je wedden dat het morgen niet meer warm is” zei ik tegen Luc. Hij wedt nooit.

’s Anderendaags kon ik inderdaad een shirt met mouwen verdragen, het was gevoelig koeler en in Ardrossan begon het zelfs te druppelen.

Gelukkig konden we met een vroegere ferry mee en toen we door die grote gapende mond reden, regende het pijpenstelen.

De fratsen van Murphy

Zoals gezegd, hadden we het in Avebury zo erg naar onze zin gehad dat we er wat langer bleven dan gepland. Het weer was heerlijk, het dorp gezellig, de stenen imponerend.

Het biertje in de “The Red Lion” had verfrissend gesmaakt en we hadden met volle teugen genoten en besloten dat dat dorpke ons nog eens terug zou zien.

Maar we zaten met die boeking in dat hotel in Manchester en dus startten we de auto en zegden tegen Den Tom dat we geen tol zouden betalen. Ja, ik weet het, op zulke ogenblikken biedt een smartphone een oplossing, want dan kan je opzoeken waar het schoentje wringt en hoeveel het allemaal zou kosten. Maar smartphones zijn aan ons niet besteed. Wisten we veel dat Murphy in die auto tussen de bagage geritst was …

We reden dus niet langs de M6 maar langs A-wegen die er dan wel uitzien als autosnelwegen maar het niet zijn, gezien de vele rotondes, zoals gezegd, tot Lucs grote jolijt. Ze zagen er dan wel niet allemaal uit zoals onderstaande maar ze mochten tellen.

En toen ontwaakte Murphy uit zijn schoonheidsslaapje. Daar ergens in de buurt van Swindon zouden we tanken en daarvoor moest je van die A-weg af, niet zoals op de grote verkeersaders afslaan voor de services, maar echt er af.

De auto sloeberde van de dorst en ik wou zijn gelag betalen, maar dat machientje accepteerde mijn kaart niet, ook de tweede niet, de derde ook al niet. We betaalden cash en reden met enkele nikkelkes in onze pocket verder.

Kan je indenken dat ik, stresskieken dat ik ben, daar niet graag bij was.

Niet dat we onvoorbereid vertrokken waren. Ik had mijn bank gebeld en gezegd dat ik ponden wou. Maar blijkbaar was dat niet nodig want in de U.K. kan je overal met Maestro betalen. Jààà, dat zag ik.

We hadden zelfs op google zitten zoeken, wat we altijd doen als we iets nieuw willen uitproberen. Nergens werd melding gemaakt van eventuele problemen met Europese bankkaarten.

Omdat ik, gelukkig, mijn voorgevoelens niet de mond snoer, die komen namelijk meestal uit, had ik toch op de ferry een bedrag eurokes in ponden gewisseld. We hadden dus wel meer geld bij dan we hier gewoonlijk op zak hebben, maar toch minder dan ik eigenlijk gewild had.

Ik zag het zwart in. De eerste dag van onze vakantie, het ritje Calais telde ik niet mee, en dan al zoiets meemaken, ik vond het niet om lachen en belde mijn bank. Daar beweerden ze dat dat abnormaal was. Dat kon niet. We moesten elders proberen, ik moest niet panikeren, dat kwam wel goed.

We stopten aan het volgende servicestation, je weet wel, de A-weg af, en omdat ik niet meer geambeteerd met die kaarten wou staan draaien, legden we eerst de situatie uit. Neen, Maestro werd niet geaccepteerd. Maar ik kon het eens vragen in het hotel. Die zou wel raad weten.

Ja, die wist raad. Maar eerst had ze het over Maestro. Dat was, volgens de dame, helemaal geen goed systeem en in de U.K. vond je dat haast nergens. Ze vond het wel erg dat mijn bank zoiets had durven aanraden … maar, we konden op hoop leven. Als we de volgende afrit namen, konden we, na drie rotondes en een boel kilometers verder, bij een Tesco geld uit de muur halen. Die hadden àlles, dus ook Maestro.

Tja, dat deden we dan maar. Stel dat dat hotel in Manchester ook geen Maestro had. Ondertussen had onze bank al teruggebeld om te zien hoe de zaak ervoor stond. Ze verzekerde me nogmaals dat er absoluut geen rede was voor paniek.

Aan die Tesco kwam er geld uit de muur. Ik werd ineens hebberig en heb er maar ineens een serieuze smak geld uitgehaald.

We hebben daarna overal met onze kaarten kunnen betalen. Ik denk dat ze daar ergens rond Swindon nog in het pre-Maestro tijdperk leven.

Calais

We waren die woensdag al naar Calais gereden, al hadden we de ferry maar geboekt voor donderdag morgen. Maar ik houd al niet van vroeg opstaan en dus zeker tijdens de vakantie niet.

Voor wie nu denkt dat ik een reisrelaas ga schrijven … neen hoor. Luc houdt zich momenteel bezig met het sorteren van alle opnames. Als de film klaar is komt die op het blog en die beelden spreken voor zich.

Ik vertel dus enkel de zaken die niet op die film konden voor één of andere reden of voorvalletjes of bedenkingen.

Calais dus. We hadden het stadje wat verkend en waren een armoedig geklede man tegen gekomen. Hij liep daar wat te slenteren. Niet zoals een toerist dat zou doen, maar zo wat verloren.

We gingen daarna rustig wat eten en we wilden ook nog naar de terminal wandelen. Onderweg zagen we de man weer. Opeens doken er nog twee mannen op en ze maakten een praatje met de eerste. Hoe naïef kan ik toch zijn. Ik dacht dat de eerste de beide andere aan de ferry gaan opwachten was.

Pas later toen we nog groepjes van drie of vier mannen zagen slenteren en dat we hele groepen mannen in het gras zagen zitten, daagde het me.

Die mensen hangen daar rond die haven rond in de hoop op één van die vrachtwagens naar de U.K. te geraken. Na het vertrek van die ferry dropen ze af.

De volgende morgen liepen ze weer bij die haven en bij het inchecken kregen wij een papier dat we aan onze spiegel moesten hangen waar in het groot een “2” opgedrukt stond om aan te geven dat in onze auto maar twee personen zaten.

Zo!

Ik wou nog wat vertellen over het weer en ook nog wat over Loch Ness. Dat ga ik zeker doen, maar vandaag nog niet.

Vandaag wil ik het hebben over de dingen die verkeerd zijn gelopen. Het zijn er maar een paar en dan ben ik daar ineens van af.

Al het andere zal ik, zoals ik altijd doe, in kleine fragmentjes vertellen.

Wat liep niet vlot? Manchester!

We hadden Avebury bezocht en het was er zo aangenaam geweest dat we er wat langer waren gebleven dan voorzien. We hadden toch ruim de tijd om in Manchester te geraken.

Ik had “neen” geantwoord op den Tom zijn vraag of we over een tolweg wilden. Luc had gelezen dat dat erg duur was. Achteraf bleek dat “duur” dan over London city te gaan.

Soit, we gingen dus niet over de M6 maar over allerlei A-wegen met veel rotondes -tot Lucs groot jolijt, hij kon zijn leut niet op- en dan kwamen we nog in druk verkeer terecht. Eigenlijk eigen schuld, dikke bult. Tja …

En toen ging Murphy er zich ook nog eens mee bemoeien en kregen we te maken met een situatie die, volgens iedereen, niet mogelijk is. Ondertussen weten wij wel dat wat onmogelijk is hier wel kan. Ik ga er dan ook niet verder op ingaan en het maar zozo laten.

Daardoor hadden we natuurlijk nog meer vertraging. Ik belde het hotel in Manchester en kreeg geen gehoor. En we moesten inchecken vóór 22.00u. Dat werd spannend.

Ik belde Zoneke en vroeg hem om het hotel te mailen dat we er aan kwamen. Dat was niet nodig geweest. We haalden het. Jammer eigenlijk, want dat was nu eens een kot. Was het zo laat niet geweest, ik had wat anders gezocht.

Het was zo erg dat ik zelfs het water vies vond en me er niet heb gewassen. Bah! Booking.com is al op de hoogte hoor! We hebben een stevige recensie geschreven.

Het was jammer dat een perfecte dag zulk een afsluiter kreeg.

Wat liep nog fout? Bij nader inzien niets meer. De twee zaken die ik ook nog in gedachten had, liepen niet echt fout. Die komen dan later wel aan bod.

De voorbereiding

Toen we vorig jaar, na het overlijden van enkele mensen uit onze nabije omgeving, tot de conclusie kwamen dat het één van deze dagen ook onze beurt kon zijn, kwamen we tot het besef dat het werk en de zaak ineens niet meer prioritair waren.

We hebben toen snel een vakantie in Harlingen in elkaar gebokst met de intentie deze van dit jaar beter te organiseren.

Na Harlingen dook ik mijn koffer met vergeten dromen in en haalde er eentje van onder het stof. In mijn jonge jaren had ik namelijk altijd gezegd dat ik ooit Schotland en Ierland wou bezoeken. Het is er nooit van gekomen. Er waren er in de loop van de jaren nog meer geweest: de Taj Mahal en Egypte bijvoorbeeld. Die had ik definitief opgeborgen nadat ik hoorde en las dat je er enkel in groep in mocht en bij die groep moest blijven. Ja, dag! Dan hoeft dat voor mij al niet meer.

Maar waar was Ierland gebleven? Ik vond die niet meer. Zat er teveel stof van jaren in die dromenkoffer? Het werd Schotland.

Een beetje moeilijk zonder auto, maar ja … “Ga naar Arran” raadde Broer me aan “daar heb je alles”. Het idee speelde en spookte en ik hield dat eiland goed in het oog. In januari vond ik een geschikt verblijf en boekte voor een week.

Waarom ik het nu altijd over mezelf heb? Luc heeft in dat stadium van plannen meestal nog geen interesse. Die moet ik later aanwakkeren als er al enige structuur in zit.

De maanden gingen voorbij en we zagen nog altijd geen mogelijkheid om daar te geraken. Ryanair, zoals Broer aanraadde, vloog op dat ogenblik niet meer op Pestwick en daar zouden we dan het gemakkelijkst de trein naar Ardrossan moeten kunnen nemen.

Met de ferry naar Hull en dan de trein? De trein in de U.K. is duur. Veel te duur!

En toen ging De Lijn onzen appel uithangen, kochten we toch een auto en kwam alles in een stroomversnelling.

We zouden de ferry naar Dover nemen en dan enkele bezienswaardigheden aandoen en onderweg in hotelletjes overnachten.

Wat wou ik zien? Stonehenge! Stonehenge? Dat voerde ik af toen ik las dat het daar ook weer zo georganiseerd werd dat je als een schoolklas rondgereden werd. Ik houd er niet van om uitgelaten te worden. Ik houd er niet van te lopen waar men zegt dat ik moet lopen. Ik houd er niet van te kijken waar men zegt dat ik moet kijken. De uitleg ter plaatse hoef ik niet. Dat kan ik wel op internet vinden. Het gaat me om de sfeer, de impressie. Het stond me echt niet aan. Idee afgevoerd.

The long man of Wilmington? Idee afgevoerd wegens te afgeborsteld. Die vent is niet meer authentiek. Ze hebben hem in beton gegoten. En bovendien werd hij mogelijk van zijn mannelijkheid beroofd door Victoriaanse kneuters in hun tijd.

Ik foeterde wat op die gaping die nog moest ingevuld worden.

Ik vroeg Luc of hij zin had om Old Trafford te zien. Mja, dat mocht, zei hij van achter de TV. Zodoende zouden we doorrijden naar Manchester om er even een avondwandeling te maken, een hapje te eten in The Mall en er te overnachten.

Ondertussen was Luc aan het googelen geslagen. Old Trafford? Neen hoor! Hij keek op en vroeg: “interesse?” Hij had wat gevonden in de buurt van Stonehenge, ook met staande stenen. Hij las voor over Avebury, een dorpke dat omgeven was door stenen uit een lang voorbije tijd.

En voilà! De gaping was opgelost en Lucs interesse was gewekt. Ik zou de mogelijke overnachtingen uitstippelen en hij zou wel iets zoeken om ter plaatse te beleven.

“Carlisle!” zei ik. “Hadrian’s wall” zei hij.

Voor Arran zelf had ik al een lijstje met al wat we wilden zien en doen. Dus begon ik de terugweg uit te stippelen.

Edinburgh! Nope! No Edinburgh! Want daar was alles volzet en Luc wou graag de Royal Mile afwandelen. Ik vond een Inn in Falkirk. “Falkirk wheel” zei Luc.

De morgen daarop zouden we naar Edinburgh rijden, daar de stad bezoeken en dan doorrijden naar Whitley Bay. Daar moest hij niets zoeken, dat is aan de zee en dat volstaat altijd.

De laatste overnachting werd wat moeilijker. Niet te ver ten noorden van London, we moesten op tijd in Dover geraken. Niet te kort bij London ook niet. We beslisten: “Stevenage” zodoende zouden we die laatste dag nog een wandeling kunnen maken in Saint Margaret’s at Cliffe.

Zo dat was dat. Aan de hand van dit schema boekte ik de nodige ferry’s en toen moesten we enkel nog pakken en vertrekken.

We zijn er weer

Met die titel melden we dus dat we er een pozeke niet waren, maar dat is niet opgevallen zeker?

In elk geval, we zijn weer terug van waar we waren. En daar gaan we het nog wel meer over hebben.

Niet nu, nu slapen we mogelijk nog. Tja, ik heb dat postje dan ook gisteren geschreven.

De begeleid(st)er

Wij zeggen “hij” en “hem” als hij met een vrouwenstem spreekt.

Wij hebben het over “zij” maar noemen haar “Thomas” of “den Tom”.

Of gaat het hier gewoon over Tom en Tomasina?

Behandel je voetensokken met zachtheid

Op een zeker ogenblik vond ik dat mijn sokken, die ik voor de evenementen gebruik, zo precies niet meer zo zacht waren als in den beginne. Natuurlijk was daardoor mijn aandacht daar op gevestigd en zodoende merkte ik bij elke wasbeurt dat het weer iets erger geworden was.

Ik had al gedacht ze eens met azijn te spoelen. Tja, azijn wordt zo voor van alles wat gebruikt: als ontkalker, als wasverzachter, als middel bij een muggenbeet, …

Natuurlijk liep ik nu niet met ganse dagen aan harder wordende sokken te denken, zeker niet omdat ik het bij het dragen niet voelde.

Op zo een regenachtige avond, zat ik met dit laptoppeke op schoot, zomaar wat te internetten en googelde op sokken met azijn.

Wat bleek? Het is niet azijn die mijn sokken kan redden, het is een patat. Geraspt weliswaar, maar toch …

Dus één van deze dagen stop ik mijn sokken met een geraspte patat in een emmer water tenzij ik ergens in de winkel bij de wasmiddelen een sokkenontharder zie staan.

Best of …

Een jonge Duitser van 34 is overleden door een spelleke op FB, een uitdaging. De bedoeling? Ergens in het water springen en op originele manier zoveel mogelijk anderen nat maken.

Op originele manier? Daar wringt het schoentje. Want wat doe je als alle normale originele manieren zijn uitgeput? Dan ga je toch nog straffere stoten uithalen zeker. Zulke tuigen zijn geen speelgoed.

Sta je dan stom dat ik het de laatste tijd ook niet meer zo heb voor die verborgen cameratoestanden. De ene al straffer dan de andere. Altijd de overtreffende trap.

En dat terwijl ik me afvraag of ze niet beter die camera terzijde zouden leggen en iemand gaan helpen die net een schommel tegen zijn snuiter heeft gekregen.

Tijd voor een beetje publiciteit

Ooit heel lang geleden hadden wij een kamerke dat te klein was om als slaapkamer te dienen. Dat stond bomvol.

Mijn moeder was van het spaarzame soort, in die mate dat ze telkens er waspoeder in reclam was, ze enkele tonnekes meebracht. Niet alleen waspoeder, maar ook andere dingen die ik me nu niet meer voor de geest kan halen. Ik heb enkel nog visuele herinneringen aan die muur van wastonnekes van Dash en Dreft.

Ik had laatst een déjà vu. Ik weet wel dat Luc soms zegt: “ik heb twee buskes Axe mee, ze stonden in reclam”, maar ik had er nooit bij stilgestaan. Ik had me ook nooit afgevraagd waar hij die zette, tot ik op die ene dag in de badkamerkast keek.

Ik heb er wat van gezegd want niet alleen stond zijn legplank vol, ook de gemeenschappelijke en tussen mijn schmink en andere vrouwelijke benodigdheden stond er ook Axe te pronken. Ik zei er wat van.

Hij stopt ze nu in zijn nachtkastje.

Luc is dus een zeer onweerstaanbaar man.

Page 3 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén