Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Za za, ze & zo (Page 24 of 951)

Weerpraatje

Zover ik me kan herinneren heeft het weer nooit invloed gehad op mijn humeur. Er valt niks aan te veranderen, we moeten het toch nemen zoals het komt.

Maar nu heeft het toch een peil bereikt waarvan ik denk dat het stilaan genoeg wordt. Elke planning, voor wat dan ook, moet doorgeschoven, herbekeken, aangepast of opgeborgen worden. En dat heeft dan veelal meer met de voorspellingen dan met het weer zélf te maken.

Voor ons verblijf aan de Bostalsee voorspelde men de ganse week regen en de week erna mooi weer. Je kan niet geloven hoeveel regenkledij wij hebben meegenomen. Maar we hadden geluk. De eerste dag regende het, de volgende dagen was het mooi. De valies ging vol ongebruikte kledij weer mee naar huis.

De week erna -de voorbije week dus- goed weer? Jawadde, daar zaten ze ook goed naast.

Voor de rommelmarkt de voorbije zaterdag werd veel regen voorspeld. Gelukkig konden wij nog een plaatsje binnen bemachtigen. Het werd een prachtige dag.

En ik bedacht hoeveel geluk wij hadden, als je hoort en leest wat er elders weer gebeurde. Dan is een niesbui -of twee- door een stoffige hal maar een kleinigheidje.

En toch had het weer invloed op onze geplande wandeling van gisteren, tweede Sinksendag. We wilden een, reeds gemaakte, wandeling opnieuw afwandelen. Of het zou regenen of niet, de wandeling viel in het water. De wandeling ligt in het getroffen gebied.

Tegen regen heb ik een regencape maar glibberige paden door modder in overstroomd gebied vind ik, sedert die artrose in mijn heup, helemaal geen plezier meer. Laat staan dat die paden nog onder water zouden kunnen staan.

Mijn humeur? Dat zei: “Ja làp” of iets straffers, daar bleef het bij. Maar het kwam toch maar nieuwsgierig over mijn schouder kijken terwijl ik druk doende was met alternatieven zoeken.

Observeren en argumenteren

Wat je de laatste paar jaar als antwoord kan krijgen nadat je op een rommelmarkt de door jouw gekende prijs aan de eventuele kopers vertelt en die eventuele kopers niet in hun nopjes zijn omdat het afbieden -wat meer op gebedel en gezaag en gezeur begint lijken- niet het door hen gewenste vervolg krijgt?

Het gebeurt meer en meer dat één of andere dan zegt:

Ség, het is toch maar een rommelmarkt!

Net of je voor goede dingen een rommelprijs moet vragen.

Als er dan zo ene nóg verder gaat en brutaal zegt: “Awel, dan gaat ge’r toch nog lang mee blijven zitten” halen wij onze schouders op, al denk ik dan wel dat het door hen gewenste tóch geen brood eet.

Gelukkig zijn er ook de anderen, zij die plezier hebben als ze iets vinden en begrijpen dat het plezier van een rommelmarkt er in zit als zowel de koper als de verkoper denken een goed zaakje gedaan te hebben. En voor die mensen zou ik het wel blijven doen.

Maar nu heeft een rommelmarkt, wat ik ooit plezierig vond, zowel als koper als als verkoper, echt wel veel van zijn glans verloren.

De meeste kramen verkopen kleren, of nieuwe spullen zoals DVD’s, CD’s en spelletjes. Iets interessant vinden lukt soms nog wel, mits goed uitkijken, maar het is veel minder dan vroeger en het is zonde als je ziet hoe boeken er bij sommige rommelmarktkramen bijliggen en/of behandeld worden.

En, behalve het ene zeer gegeerde artikel, dat geen rommel is maar dat ik hier niet wil vermelden omwille van mogelijke herkenbaarheid, zijn wij van bijna al onze rommel vanaf, al is er daarvan dan een groot deel bij kringwinkels en containerpark beland. En daar ben ik niet kwaad om.

We vullen de stand dan aan met boeken, waarvan we weten dat we ze op boekenmarkt heel waarschijnlijk niet meer zullen verkopen.

En al zitten die boeken nog steeds mooi geordend in de dozen, we verkopen ze dan wel voor een appel en een ei.

De Texas Bacon

Volgens de aanbieding van Burger King zag hun tijdelijke Texas Bacon er zo uit:

(Lees verder onder de foto)

Als je hem bestelde en voor je neus kreeg, zag de tijdelijke Texas Bacon er zo uit:

(Lees verder onder de foto)

Voelden wij ons bedrogen? Ah bah neen, de smaak was raak en in dit geval ging: “het oog eet mee” niet op.

De volle inbox

Sedert geruime tijd vind elke dienst die zichzelf respecteert het nodig om een directe link te leggen met My eBox1, wat resulteert in een overvloed aan e-mails als die My eBox me iets te melden heeft. Zo krijgen we dan een e-mail van “Doccle”, van “Mijn Gezondheid/eHealth”, van “MyPension”, van My Minfin”, van “Mijn Burgerprofiel (Vlaanderen)”, van “…”, afhankelijk van wie de afzender is.

Ik/wij hebben die apps niet op onze telefoons staan, maar we kunnen gerust zijn. Ze sturen sowieso een e-mail ook. Dat betekent dat we in het ergste geval vier keer een bericht krijgen dat we onze eBox moeten bekijken.

In elk van deze e-mails kan je dan een link vinden om naar “My eBox” te gaan -om op te klikken natuurlijk- ook in de e-mail van My eBox” zelf, terwijl zijzelf toch aanraden om nooit op dat soort linken te klikken maar om via je laptop je eBox te openen.

Wat lees ik nu gisteren in de media? Er komt een nieuwe app, die “MyGov.be2” gaat heten en die dienst moet doen als digitale portefeuille, waarin je dus je rijbewijs, identiteitskaart, geboortecertificaten, huwelijksaktes kan opslaan.

De nieuwe app komt er ook als gevolg van een Europese eis.

Maar, gelukkig maar, zien ze in dat het nogal verwarrend is. Verwarrend vind ik het niet echt, enkel vervelend omdat je telkens moet controleren of ze het wel over hetzelfde onderwerp hebben. Soit.

Heel belangrijk is wel … ze linken naar My eBox.

____________________
1 My eBox
2 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/05/14/apps-overheid-overaanbod-digitale-inclusie/

Het jaarlijks verschil

Weet je nog die keer dat ik vertelde over het vroege opstaan voor de autocontrole? We hebben dat opnieuw zo gedaan, dat opstaan dan. Want ik ben niet opnieuw gaan slapen deze keer, ben wel weer in badjas over de straat gelopen om hem uitgeleide te doen.

We hadden wel één en ander met spoed moeten afwerken. De banden werden maandag gewisseld en na een midweek vakantie en een lange -wat heet lang- rit kon die auto ook wel een bad gebruiken zodat we maandag ook nog maar eens bij de carwash passeerden.

We zaten gisteren om half zes al aan de ochtendboterham mét koffie. Om kwart na zes kreeg ik een whatsapp. Er waren toch al vier nog vroegere vogels voor hem.

En na mijn ochtendtoilet heb ik de tijd benut om maar wat verder foto’s te sorteren -het einde komt in zicht, heb dit log voorbereid voor zover het kon.

Om twintig na zeven kwam de whatsapp die zei dat alles OK was.

Het brengt telkens toch wat onrust en een zekere spanning mee en een goed resultaat is toch altijd weer een opluchting.

Hamamdoekenhistorie

Een paar jaar geleden kreeg ik bij het boeken bij Center Parcs de melding dat ik nu bij de “Friends” behoorde en dat ik dus enkele voordelen te verwachten had. Ik kreeg zo een mogelijkheid tot vervroegde incheck, een voorkeurskeuze voor het huisje en dan nog een geschenkje ter plaatse.

Dat geschenkje was een hamamdoek en al wist ik niet wat ik met het ding moest doen, zo een mooi geweven doek kan voor veel dienen. De hamamdoek belandde in de kast, zo nieuw als hij was.

En de jaren gingen voorbij tot we in het jaar van corona te maken kregen met de opening van Plopsaqua, waar we uiteindelijk, door lockdown en aanverwanten, pas een jaar later naartoe konden. En ik besloot dat dat hamamdoek uitermate geschikt was voor de sauna.

Later was er een actie bij Colruyt en konden we er eentje kopen voor 7€. Die was voor Luc. En wij saunaden dat het lieve lust was.

En toen ik, op een dag, nogal onverwacht in de Kringwinkel, nog zo’n doek vond, verhuisde die ook mee en ging bij mijn tweede set badgerief. Je weet maar nooit dat we twee dagen na elkaar zouden gaan en noch handdoek noch hamamdoek droog blijken te zijn.



Laatst … we waren gaan zwemmen, de sauna had eivol gezeten en na het bubbelbad waren we gaan douchen, waar de douche werd overspoeld door een bus schoolgaande jeugd en wij daar op de vlucht zijn geslagen bij zoveel jeugdig geweld.

Die avond … komt Luc, hoogst ontsteld binnen en zegt: “Ik kom net tot de bevinding dat ik mijn hamamdoek in die douche heb laten hangen”.

En ik ineens besef … ik de mijne ook.

Weet je, we zijn stante pede in de auto gesprongen en, ondanks we de volgende ochtend terug zouden gaan zwemmen, naar Plopsaqua gereden.

Je kan niet geloven hoe ergerlijk traag het ging om die nog geen 9km af te leggen.

Ik wist dat het onlogisch was, want als ze bij de receptie waren afgegeven, waren ze sowieso in veilige handen en als ze niet bij de receptie waren afgegeven, waren ze even sowieso verloren. Want in die douche zouden ze -ook- sowieso niet blijven hangen zijn.

Onnozel om zo begaan te zijn met twee linnen doeken, maar het waren wel ónze linnen doeken.

“Oh” zei de receptionist en hij dook achter de receptie in de kast en toverde de twee tevoorschijn.

“Het moet dan toch niet altijd verkeerd aflopen” zei ik opgelucht “het kan ook eens goed gaan”.

“Zou je er geen foto van nemen?” vroeg Luc en dat deed ik dan maar.

Is ’t alles?

Ooit, lang geleden toen we nog dagelijks naar de beenhouwer moesten om ons vlees, was het de gewoonte dat je je bestelling niet ineens opgaf, maar stapsgewijs, waarna de beenhouwer dan vroeg: “Dat zal ’t zijn?” of “Is dat alles?” Dat was normaal. Of beter: dat vonden wij toch normaal.

Nu hebben we die gewoonte niet meer en kan diezelfde vraag nogal raar overkomen als je in een cafetaria een koffie en iets fris gaat drinken.

Die keer, in september, aan de Bostalsee, vond ik het zelfs licht arrogant. Het was in de namiddag, te laat en/of te vroeg om te eten. Hij noteerde de bestelling en vroeg: “Is dat alles?” Okee, er lag geen klemtoon op die verkeerde intenties zou aantonen, maar de vraag zat me wat dwars. Luc vond het een gewone vraag en verwees naar de beenhouwer, ik vond het toen toch wat opdringerig.

Nog zo een voorval, in Aachen. We gingen een koffie drinken in de stad, voor we naar de auto terug gingen. Omwille van zijn toenmalige rugpijn zette Luc zich al op het terras en ging ik bestellen, zoals gewoonlijk: een koffie en iets fris. “Wollen Sie keine Kuchen?” vroeg ze, met haar blik de standaard met taart aanwijzend en weer met die licht afkeurende ondertoon.

Ik bedankte gewoon, ik ga niet aan iedereen een uitleg doen over een maximum van 1.200kcal.

Maar dan bedenk ik, dat ik, bij het schrijven dezes, enkel deze twee voorvallen voor ogen heb, dus zal het me bij andere zaken niet opgevallen zijn. Zodoende vraag ik me af of ik toch geen beetje gelijk heb, dat ze bij beide voorgaande voorvallen toch wel licht arrogant ontstemd waren over onze -volgens hen ontoereikende- bestelling.

De reddingsstrook

Een poos geleden reden wij op een avond over de E19 naar huis en kwamen tussen de twee afritten van Mechelen in een vrijwel stilstaande file terecht.

Een taxi hupte als een zenuwachtige vlo van rijvak naar rijvak naar rijvak naar rijvak waarbij hij telkens één auto probeerde voorbij te steken. Dat hij daarbij de kans op een ongeval “in de staart van de file” vergrootte deerde hem blijkbaar niet, maar dat staat nu eenmaal buiten kijf.

Door een verkeerde inschatting van de springlustige taxi kwam die echter niet vóór ons maar een paar auto’s achter ons terecht. Ik kreeg er al lichtekes de kriebels van.

En dan hoorden we het pioewioe pioewioe nader komen en reed Luc tegen de linker borduurstenen aan en gaven de voertuigen van het middenvak ook de nodige ruimte. Het politievoertuig naderde snel, haalde ons bijna in, gevolgd door … de taxi.

“Wel verdraaid” zei Luc. Natuurlijk zegt Luc geen “wel verdraaid”, zo spreekt hij niet, maar nog voor hij uitgesproken is deed de tweede auto na ons de deur dicht, tussen politieauto en taxi in. En ik vond dat hij gelijk had.

Een beetje tijd winnen door achter de hulpdiensten aan te rijden en te profiteren van de goede burgerzin van anderen … daar dient een reddingsstrook niet voor.

Toen dacht ik dat dat mogelijk wel meer zou voorvallen met reddingsstroken waar dan ook en als het dat al niet deed, het toch in de lijn der verwachting kon gaan liggen.

En dan bleek uit FactCheckers dat je die reddingsstroken ook al dient te voorzien als je al gewoon in een file terecht komt1. Zou een mens zich niet belachelijk gaan voelen als er dan zo ene alle regels aan zijn laars lapt en die reddingsstrook gebruikt om sneller op zijn bestemming te zijn?

Nu had ik ondertussen niet stilgezeten, had op Google Maps gekeken en zei: “Dat ongeval is in Zemst. Rijdt er dus in Mechelen-Zuid maar af, we rijden wel langs binnen door”. En dat dat de juiste beslissing was, werd bewezen door de brandweerwagen die met dringende sirene richting snelweg vlamde.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/11/29/factcheck-de-reddingstrook-redt-mensenlevens/

Brooddozen

Zijn we bedot? Of bekocht? Of welke andere term je ook wil gebruiken voor een licht gevoel van -zelfs geen- irritatie als blijkt dat maar wéér een van de alarmartikelen uiteindelijk niet zo erg blijkt te zijn.

Het is nu al een paar jaar dat men het heeft over kinderen die met een lege brooddoos naar school komen. En er kwamen acties. Zo hadden we hier een boekenverkoop ten gunste van de brooddozenzaak. En ja, een boekenverkoop en terwijl meewerken aan een goed doel, wat wil een mens nog meer.

Nu blijkt dat het toch zo erg niet gesteld is met die lege brooddozen. Slechts 3% van de gecontroleerde brooddozen was leeg mààr de inhoud is vaak ongezond1.

Was dat het doel van het onderzoek? Kijken wat de ouders aan hun kinderen meegaven? Ze hebben het zelfs over een problematiek. En wat ik eigenlijk best eigenaardig vond was dat het stuk fruit (64%) dat als tussendoortje in de boekentas zat, blijkbaar niet meetelde bij de mààr 4% in de brooddoos.

En in Het Nieuwsblad las ik dan weer hetzelfde2 maar met lichte nuancering.

Ik begon nu over Het Nieuwsblad omdat men daar verder borduurt op de ongezondheid van de witte boterham met choco2. Wij hadden geen brooddoos nodig, we gingen onder de middag naar huis. Dus hadden we ook geen pottenbrooddooskijkers die ons kon vertellen dat de witte boterhammen mét choco -Kwatta- die Broer dagelijks naar binnen speelde, eigenlijk niet zo gezond waren.

Waarop Het Nieuwsblad ook nog verder experts hun woordeke laat meeklappen in nog een artikel, maar ditmaal werd er wat genuanceerd over de witte boterham met choco3.

Maar kijk! De oplossing lag voor de hand. In een basisschool hebben ze alle kinderen een nieuwe brooddoos gegeven -leeg wel te verstaan- maar wel met info over gezonde voeding.

Kijk, vandaar die lichte vorm van jeuk in mijn hersens waar ik niet bij kan om te krabben.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/05/01/onderzoek-brooddozen/
2 Het Nieuwsblad
3 Het Nieuwsblad
4 Het Nieuwsblad
____________________

Americano

Die eerste keer – vergeet ik nooit meer. Het was in Oostende, we waren aan een opkikker toe, maar aan de dijk zat alles barstensvol. Maar in één van de zijstraten vonden we een leeg terrasje -inderdaad- met een viertal kleine tafeltjes -ook inderdaad- en een tweetal stoelen per tafeltje. Dat was voor ons.

En ondanks de gekende men-zegt, die stelt dat men bij lege terrassen of lege cafés op niet veel goeds moet rekenen, gingen we zitten. Binnen in de zaak was er wel geroezemoes van klanten en we zagen dat er wel redelijk wat volk binnen was. En zoals een ander gezegde over voorbeelden die trekken, zat het terrasje na onze aankomst ook snel vol.

Ik bekeek de kaart, ik wou geen kopje koffie dat je in één slok naar binnen kan krijgen -mocht je dat al willen- maar een zjat waar je met je neus in kan en de geur opsnuiven en waarvan je ogen gaan tranen van geluk en je haar staat te dansen op je hoofd terwijl je slokje na slokje neemt.

Normaal bestel ik een Cappuccino als we ergens iets gaan drinken in koffietijd en ondanks de puristen, die beweren dat je Cappuccino enkel bij het ontbijt zou mogen drinken1, neem ik die als ik goesting heb, net zoals ik ook vierkant mijn voeten veeg aan de uitleg over ananas op pizza en ik denk dat ieder beter in zijn eigen zjat en talloor zou kunnen kijken dan in de mijne.

Terug naar Oostende dus, waar ik met mijn neus nog in die kaart zat en daar een foto van een zjat koffie zag staan, met de vermelding: “Americano” en ik bestelde.

Even later zat ik met een gelukzalig gevoel met met mijn neus in die zjat, de geur op te snuiven, maar gelukkig zonder tranende ogen, van slok na slok te genieten.



Daarna heb ik nog, telkens ik het op de kaart zag staan, een Americano besteld, maar aan de grootte van de kopjes te zien, die dansend op het dienblad stonden, kon ik telkens al merken dat het voor de zoveelste keer noppes was.

Vorige week, na Lucs afspraak, wilden we nog een uitstap doen en stelde Luc voor er in Leuven aan ’t Motel, door ons zo genoemd omdat er een Ibis Hotel bij hoort, een tussenstop te maken om iets te gaan drinken. Eigenlijk formuleerde hij het als: “dan kan je de Starbucks automaten eens uittesten”.

Maar daar vind je, behalve die Ibis, het snelwegwinkeltje en een BurgerKing, ook een échte Starbucks. Ik zette mijn Starbucks zjat op de toog en bestelde een Americano, de -laatste- dubbele chocolade muffin en een foto nemen van de muur. Ik kreeg ze alle drie.

(Lees verder onder de foto)

En even later zat ik blij met Lucs ingeving te genieten van een Americano zoals ik hem graag heb … en mijn haar ook.

Gelukkig zit die Starbucks-zjat –én de beker– altijd bij in de auto. Dan kan ik tenminste later die automaten nog eens gaan uittesten.


____________________
1 Americano-koffie

Page 24 of 951

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén