Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: U.K. – Arran (Page 6 of 11)

Nog meer om dragen

Toen ik op Arran tot de conclusie kwam dat ik geen deugdelijke foto kon nemen van de zeehonden had ik zo eens verzucht dat we toch maar een goed fototoestel moesten aanschaffen. Dat had Luc in zijn oren geknoopt en hij bracht het onderwerp zo af en toe ter sprake.

Maar zeg nu zelf, een fototoestel om één keer op een jaar foto’s te nemen van zeehonden … zonde newaar. Maar Luc opperde dat ik dan waarschijnlijk wel meer andere zaken zou fotograferen ook omdat ik altijd zoveel foto’s maak met mijn telefoon. Daar heeft hij natuurlijk ook gelijk in, maar dan moet ik dat fototoestel ook nog meenemen.

Zoneke en Querida waren ook al op de hoogte van de fototoestelperikelen en op een vrijdagmiddag kreeg ik een sms van Zoneke: “we staan in de winkel en Querida zegt dat er hier een zeer goed toestel in promotie staat” en ja, Querida kent er wel wat van.

Ik zocht het allemaal een beetje op en besloot dat we dat toestel zouden aanschaffen. Die vrijdag echter gingen we Amke en Ella halen en die bleven tot zondagavond en op maandag was de winkel dicht.

Wat mij aan die hele actie stoorde was dat ene kleine geniepige zinnetje: “zolang de voorraad strekt”. We hebben het risico niet genomen. Zatermiddag smste ik Zoneke: “hebbes!” Weet je dat ze in die winkel toen al maar twee exemplaren meer hadden. Het stond zelfs niet meer in de vitrine.

Heb ik er al foto’s mee genomen? Mja, eigenlijk te weinig. Een hele fotoreeks met Amke en Ella, een mini fotoreeks van Nitro. Ik moet echt nog heel wat uitproberen.

Voor die zeehonden echter heb ik nog een extra lens nodig, maar daar heb ik nog wel wat tijd voor.

Sesam was ook op zondag open

Vorig jaar, toen we op Arran waren, had Luc een veter over getrokken en hij had geen reserves bij. Toen hadden we, bij één van de wandelingen een winkel gezien, waren er binnengestapt en daar hadden ze zowat alles, ook veters.

Maar waar was die nu alweer? Niet dat we kapotte veters hadden, we hadden heet ons gewoon maar afgevraagd.

Bij het parkeren voor de wandeling naar de Glenashdale Falls zagen we hem.

En ineens dacht ik: “ik loop binnen, misschien hebben ze wel een powerbank.

Ze hadden er geen, ten tijde van Aladdin bestonden die dan ook nog niet.

Achoo

Ze niesde, net nadat ze me verteld had dat ze ons geen bier kon verkopen om acht minuten voor tien.

Even twijfelde ik, was het nu …? “God bless you” zei ik toch maar. Het was juist, want ze zei: “thank you”.

Ineens dacht ik eraan dat er in mijn kindertijd ook werd gezegd: “God zegen’n aa”. Maar dat was lang voor wij: “gezondheid” begonnen te zeggen.

Luc filmde …

De oversteek

Het zit er dus weer op. Eigenlijk moet ik zeggen: “het zat er dus weer op” want we kwamen al op 17 augustus thuis.

We vertrokken in Gillingham na een English Breakfast. We waren op tijd voor de gereserveerde ferry. We verdronken het gewonnen uur. We zetten voet -en wiel- op vaste grond en reden rechts.

Blij dat we thuis waren? Sloef wel ja!

Medway River

Omdat ik er niet van houd om stresssituaties te scheppen, bleven we nog een nacht langer. Stel je voor dat we een eventueel gereserveerde ferry zouden missen. We verbleven in Gillingham aan de Medway River.

Die avond wilden we nog even naar die rivier, maar mensen, zo breed als die is, is die best goed verstopt. We geraakten er gewoon niet -volgens mij zaten we ergens bij een werf- tot een vriendelijke man ons even de weg vertelde. Hij vertelde ons ook nog -op echte gidsmanier- dat er schepen lagen. Drie schepen. Die vonden we.

Maar wandelen langs die rivier, dat lukte niet echt. Na over een woonerf te zijn gelopen kwamen we aan een jachthaventje.

En daarna moesten we weer tussen werven door en dat hebben we niet gedaan. Neen, we hebben ons ter compensatie maar getrakteerd op een etentje in het restaurant.

Sherwood Forest

Vorig jaar had ik al willen stoppen in Nottingham om even Sherwood Forest aan te doen. De reden waarom zou ik niet kunnen geven. Het was eerder Zoneke die als kind begeesterd was door de legende, niet ik. Maar toch, ik vond het een uitgelezen plaats om de benen eens te strekken en had en wandeling gevonden van 8km. Dat we er tien deden komt door de extra lus die we er nog bij deden.

We waren de avond ervoor in Nottingham gestopt en waren lam en lui op ons bed blijven zitten nadat we eerst nog wat inkopen hadden gedaan bij een plaatselijk supermarktje. Waarom we niet naar Nottingham gingen? De tram reed haast naast het hotel. Gewoon, omdat we niet zo gek zijn op huizen kijken, zelfs niet naar huizen met een verleden of een verhaal. Je vindt ons niet vaak in steden, behalve voor de evenementen natuurlijk.

We hadden even overwogen om die wandeling die late namiddag nog te maken, maar om in onbekend bos te gaan dwalen tegen een tijd dat het hier al duistert leek ons ook geen al te best idee. En de volgende dag hadden we toch, behalve die wandeling en het rijden naar onze laatste stopplaats voor het inschepen, niets gepland. We hielden ons maar aan de planning.

Maar we wilden die wandeling toch wel vroeg aanvangen, dus stonden we al om iets na achten op de parking van het Sherwood Forest Visitor Centre. Op zondag moest je niet betalen, dus stopte ik mijn nikkel maar terug weg. De parking was leeg, het Visitor Centre -nog- dicht.

Het pad leidde ons naar de Major Oak. De boom is enorm maar wordt volledig ondersteund. Er hangt een bord met de vraag om te stemmen zodat die Major Oak boom van het jaar zou worden. Ik fronste net niet. Arme stakker van een boom.

Er stonden wel meer stakkers van bomen in het woud. Sommigen werden zelfs bijeengehouden met rubberbanden of ijzerbeslag. Ik had gewoon de indruk dat ze die oude bomen willen houden omwille van een vastklampen aan iets dat voorbij is maar dat nog steeds volk lokt. Want dat deed het uiteindelijk. Massa’s volk.

Het was er echter aangenaam wandelen, dat kwam dan ook grotendeels omdat wij zo vroeg waren en het bos zo goed als voor ons alleen hadden.

Toen we terug aan het Sherwood Visitor Centre kwamen was het er druk, te druk en toen was de massale intocht nog volop bezig.

Ik wou een biertje drinken, maar dat moest dan wel binnen, want met alcohol mocht je niet op de open veranda zitten. Na een wandeling van 10km had ik echt geen zin om binnen te zitten en wandelden we al snel naar de auto die nu niet meer alleen op die parking stond. Neen die parking stond nu afgeladen vol.

Een toeristische attractie tot en met! Gelukkig -voor ons- waren we er die morgen vroeg aan begonnen.

Terugkeer naar Whitley Bay

Vorig jaar waren we al eens in Whitley Bay, ik had het toen over “de teloorgang”. Eens thuis had Luc zich toen beklaagd dat hij de tekst van Marc Knopfler niet volledig gefilmd had en dat we toch niet naar dat vuurtorentje gewandeld waren

Bij de plannen van dit jaar zat dus een terugkeer naar Whitley Bay inbegrepen. En daar was ik, eens we daar waren, erg blij om geweest.

Whitley Bay heeft het probleem aangepakt. Toen ik er boekte, stond er bij de meeste hotels vermeld dat ze geen groepen voor stag en hen parties meer binnen pakten.

Het stadje op zich zag er minder troosteloos uit en er waren werken aan de gang. Ook niet je dat natuurlijk, maar zelfs dat was op zich al mooier dan vorig jaar.

Enkel het parkeren … geen sinecure. Auto’s aan beide zijden van de straat en dan kan je enkel hopen dat je geen tegenligger ziet komen. Bij andere straten staat dan weer uitdrukkelijk vermeld dat er parkeren enkel voor bewoners is weggelegd.

En de vuurtoren? Wel die staat iets verder dan de foto’s lieten vermoeden. Het werd een mooie ochtendwandeling, tijdstip dat we hadden gekozen omdat we er absoluut naartoe wilden als het eb was. Waarom? Omdat hij bij vloed niet bereikbaar is. Nu ja, het is niet echt een reusachtig groot stuk dat er tussen vasteland (op een eiland) en de vuurtoren onder water komt te liggen, maar je voeten hou je sowieso niet droog en je broek misschien ook niet.

En wat zagen we daar? Na onze vergeefse poging van vorig jaar om zeehonden te kijken op Arran, kregen we nu een dubbele portie! Eerst die grote groep op Arran en nu hier, op St. Mary’s Island in Whitley Bay. Ze waren eerst met vier, daarna kwam er een vijfde bij.

En toen raakte ik aan de praat met iemand van de vuurtoren zelf, over de zeehonden. Wat een enthousiaste vertelster! Het betrof hier een jongere groep zeehonden, die van Arran waren volwassener, wist ze te zeggen.

En hier was er dus wel bewaking omdat mensen er te kort bij trachtten te komen. Whitley Bay is nu eenmaal meer op toerisme gericht.

Zoals gezegd, ik was blij dat we er terug waren. Nu kunnen we dat hoofdstuk afsluiten zonder dat er telkens gedacht wordt: “we hadden moeten …”

Maar zeg nooit nooit!

Overbrugd

Ribblehead Viaduct en omgeving vond ik per toeval zoals gezegd. Maar het was niet de enige bestemming die ik op een eigenaardige manier koos. Er kwam nog meer.

Dit keer was het een artikel in Metro. De titel luidde: “Mysterie in Schotland: waarom sprongen 600 honden van deze brug1. En dat precies op een tijdstip dat ik zou beginnen met het plannen van de vakantie. Neem dan die waargenomen geest er nog bij en ik besloot Lady Overtoun met een bezoekje te vereren. “Als het niet te ver om is” zei ik tegen Luc.

Ik zocht het nodige op en vond een -mogelijk plausibele- uitleg. Minks!2

En zodoende reden we in Ardrossan van de boot en reden richting noorden. Onze gps echter vond de juiste postcode niet waardoor we in Dumbarton uit kwamen. En toen begon Lady Overtoun het zat te worden, denk ik.

De eerste twee aan wie we de weg vroegen kenden noch Overtoun House noch brug. Toen de tweede ons zelfs de weg terug naar Erskine Bridge wees, voelde ik al met mijn ellebogen dat ze gewoon niet gestoord wou worden door lastige vragenstellers.

De derde, jà die keek werkelijk heel erg geschrokken, die kende het wel, maar hoe je er moest komen, dat was wat anders. Na een omslachtig verhaal over de brug van het station en de heuvels in, reden Luc en ik maar na de brug van het station de eerste links. Die weg ging tenminste richting heuvels. En wat zagen wij daar zomaar staan. Een wegwijzer verdorie! “Overtoun House footpath” zei die wegwijzer.

We parkeerden de auto, trokken onze wandelbottinnen aan en volgden de aangewezen richting. En daar stond hij weer, hij wees ons de druk bereden weg over, een steil oplopende straat op. Ik vroeg de vrouw, die samen met ons zou oversteken of dat wel de goeie weg naar Overtoun House was. En ja, weer die geschrokken blik. Mja, dat was het wel, maar, of we die nu zouden nemen … Maar toen ze zag dat we toch aanstalten maakten, zei ze snel dat er een andere was. Even die drukke weg volgen en dan, ja dan zouden we het daar rechts wel vinden.

Nogal raar allemaal, dat vond ik er van.

En inderdaad, daar rechts was een groot ijzeren hek waar op gemeld stond: “Overtoun Estate”. Even nalezen leerde ons dat we er wel degelijk door mochten en dat deden we. Er stond weer een wegwijzer die ons vertelde dat Overtoun House 1.8 mile verder was. We volgden de oplopende gemacadamiseerde weg, tot aan een nieuwe wegwijzer die ons het bos in leidde, steile trappen af en steile trappen op, om weer op de oplopende gemacadamiseerde weg uit te komen. Wat een klucht!

Andere wandelaars en joggers en honden -jawel loslopend- vonden dat blijkbaar niet, waarschijnlijk kenden ze de omgeving en bleven dus uit die bossen.

En toen werd het plat en zagen we de brug voor ons liggen met Overtoun House daarachter. Net zoals ik had gedacht, een mooie brug.

(Lees verder onder de foto)

En aan de andere kant hetzelfde.

(Lees verder onder de foto)

We daalden die helling niet af, er stond trouwens een draad voor gespannen en bovendien hadden we geen zin om tussen al die wildgroei te struikelen en naar beneden te rollen, de honden achterna. We hadden de foto van het artikel toch.

Het huis? Eerst dacht ik dat er een restaurant in gevestigd was, maar toen we dichter kwamen zagen we dat het een soort tearoom was. En wat meer was, we waren net op tijd om niet te laat te zijn. Het was twintig voor vier en om vier uur sloten ze de deuren. Dus zijn we een snel ijsje gaan eten.

(Lees verder onder de foto)

Natuurlijk moesten we een ijsje gaan eten. Hoe zouden we anders meer te weten komen over die honden. Het meisje was nog erg jong en spraakzaam. Ik kan enkel herhalen wat zij vertelde. En dat ging als volgt:

Dat het bizar was, dat ze Overtoun House niet kenden in Dumbarton, want ooit was het een kinderziekenhuis. De meesten van hen zijn er geboren.

Die 600 honden van die brug? Dat is fabeltje. Zij woont daar. En al de tijd dat ze daar woonde (?), zijn er maar drie honden gesprongen die het hebben overleefd. En ze mogen vertellen wat ze willen: er zitten wél minks onder die brug.

Voor één of andere krant of TV-uitending werd een vrouw geïnterviewd die geen hond heeft, maar die daar toch op wandel was met “haar” hond. Een reporter had gevraagd of ze dat nog durfde. Waarop de omstaanders zegden dat die vrouw geen hond had. Daarop had die maar alleen wat gemompeld.

Overtoun House was eerst het buitenverblijf van Lady Overtoun uit Glasgow. Daarna werd het een kinderhospitaal. De periode dat het leeg stond, vond de toenmalige conciërge het plezant om zijn vriendin te laten schrikken en later werd dat nagedaan tegenover anderen. Vandaar die spookreputatie.

En toen was het vier uur. Er kwam een oudere man die alle deuren begon af te sluiten. Hij was niet kortaf, noch onbeleefd maar wel vastberaden. Luc was nog even binnen naar de sanitaire voorziening. Even had ik de indruk dat hij wat zou zeggen maar ik was hem voor en zei dat Luc er nog aankwam. Hij bleef deuren dicht doen en afsluiten.

Om precies vier uur stonden we buiten en viel de buitendeur achter ons in het slot.

We hadden de keuze, dezelfde weg terug of toch maar dat andere paadje proberen al had het meisje ook al bedenkelijk gekeken en gezegd dat het een moeilijk paadje was, maar het was maar 1.6 mile en we moesten nog 300 km rijden. De beslissing was snel genomen.

Het was een grappig paadje, ik amuseerde me te pletter. We moesten over omgevallen bomen, uitgespoelde stukken weggetje en Luc ging alsmaar somberder kijken, want zoiets, tja, dat vind hij niet plezant.

En toen ineens:

(Lees verder onder de foto)

Een smal klimmend paadje bracht ons naar de heenweg en zo konden we terug.

Eens terug thuis hebben we nog veel meer opgezocht over Overtoun House. Ook dingen die ik iets enger vind dan wat spokerij. Maar dat heeft hier dan ook niets te betekenen. Het spruit enkel voort uit mijn -iets of wat- gekleurde mening over sommige zaken.

Wat waarheid is en wat niet? Wie zal het zeggen.

____________________
1 Metro
2 Wikipedia

Arran liet ons niet los

Alle passagiers zaten al in hun auto, klaar om de ferry af te rijden. En ze zaten en ze bleven zitten. Of toch niet. Enkele ongeduldigen verlieten hun wagen, wurmden zich tussen de rijen auto’s door zodat we maar terug onze spiegel hebben ingeklapt. Er was niets te zien en dat was dan ook wat ze in het lang en breed gingen uitleggen tegen al diegenen die in hun auto zaten en het wilden horen.

“Tja” zei Luc “die vrachtwagens hier onder moeten er eerst af” maar eigenlijk hoorden we geen motoren noch gerij.

En toen werd er omgeroepen dat de Chief Engineer aan de laadklep van de ferry gevraagd werd.

En daar gingen ze weer, de ongeduldige kurieuzen verlieten weer hun wagen, wurmden zich tussen de rijen auto’s door zodat we nog maar eens onze spiegel terug hebben ingeklapt.

En toen ineens ging alles in versneld tempo, de klep ging langzaam open, de motoren van de vrachtwagens onder ons werden gestart en het gestamp van het van de boot rollende zwaar verkeer was vergezeld van de rennende nieuwsgierigen, die deze keer geen tijd hadden om aan ieder die het horen wilde te vertellen dat ze uiteindelijk nog niets hadden gezien.

Was er iets mis? Ik zou het niet weten. Maar we hebben wel exact 22 minuten in de auto gezeten en gewacht.

Page 6 of 11

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén