Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Vakanties (Page 5 of 22)

Die Mayersche

Omdat ze op dinsdag zo veel regen gaven, zouden we maar eens een tip van een van de boekenmarktbezoekers gaan bekijken. Hij rijdt, van tijd tot tijd, naar Aken en bezoekt “Die Mayersche” en dat zouden wij nu ook eens doen.

We parkeerden de auto buiten het stadscentrum en wandelden, met google maps naar de boekenwinkel.

Het was een grote boekenwinkel, een heel grote dat wel. Ja, het was prachtig. Het was modern. Het was af … Er waren boeken. Er waren heel veel boeken, maar meer zoals ze ook bij ons te vinden zijn. Natuurlijk, als je niks vindt naar je gading ben je altijd wat ontgoocheld, maar toch … ik miste iets.

Je kon er op elk verdiep wel iets drinken en een stuk taart/koek eten. En die waren voor duimen en vingers af te likken. Daar deden we ons wel te goed aan.

Een prettige, mooie en interessante algemene ervaring dat wel. Maar toch niet helemaal wat ik had verwacht/gehoopt.

Ooit waren we per toeval, ergens iets meer noordelijk dan Carlisle, in Sedberg, beland en hadden daar ook niets van wat we zochten gevonden, maar we kwamen er wel buiten met een kabas boeken die óns hadden gevonden.

Hoe moet ik nu de vinger leggen op wat ik juist miste bij deze erg luxueuze Duitse winkel? Ik weet het niet. Het zal waarschijnlijk wel aan mij liggen.

En dan had ik nog wat met google maps. Waar die ons vanaf de parking kriskras door achterafstraatjes, langs bouw- en afbraakwerken, ruziënde mensen en wietrokers geleid had ging die vanaf de winkel langs een brede winkelwandelstraat recht op recht op die parking af. Net of hij/zij ons het lelijkste van de stad had willen laten zien.

Ons verder bezoek aan Aachen hebben we afgebroken. We zijn niet zo voor steden en zeker niet als ze zo veel lawaai maken.

pske van mske:

    Wie meer foto’s wil zien, kan ze nu op “In Beeld” bekijken.

____________________
1 Die Mayersche

De kleine vakantie

Aangezien het een kleine vakantie in mei werd mocht Luc de bestemming kiezen. Hij koos voor de Oostkantons en ik boekte een hotel.

We konden niet weten dat mei nog zo nat zou worden, maar kom, we gingen ons plezier daar niet door laten verpesten.

Aangezien het op maandag niet zou regenen, gingen we op stap, naar de Hammerbrücke1. We namen onze voorzorgen tegen eventuele regen en hebben ons kapot gezweet. Maar regen zagen we niet. Wel bleef het nog een hele poos mistig. Dat is zichtbaar op de foto’s -zie “In Beeld: Hammerbrücke in nevel“- want ik heb ze niet bewerkt omdat ik dat mistige eerder iets feeëriek vond hebben.

Wel liepen we onder die brug, door een schapenweide met een bizarre herder, waaruit een ezel kon ontsnappen. Hopelijk was dat een melding zonder bijbedoelingen.

(Lees verder onder de foto’s)

We wilden ook in de namiddag nog een wandeling naar de Zyklopensteine2 in het Aachener Wald, maar daar was op internet geen behoorlijk plan of uitleg voor te vinden en we reden er dan maar met de auto naar toe. Tja, waarom? Omdat ik die stenen wou zien. Zo simpel is dat.

Eigenlijk was dat stukje van aan het oude grensgebouw, waar we parkeerden, tot aan de Zyklopensteine op één of andere wandelsite aangegeven als wandeling. Ons toerke blok hier ten huize is langer.

(Lees verder onder de foto’s)

Al bij al waren we, nadat we incheckten en onze benen onder tafel schoven, meer dan content … al bleef die stenen-wandeling knagen.

Er komt dus nog wat. En ja, de foto’s, zoals altijd op “In Beeld” – “Zyklopensteine – Aachener Wald“.

____________________
1 Hammerbrücke
2 Zyklopensteine

De koeien

Als ik, tijdens het lezen in mijn hotelbed bij Sunparks, even opkijk zie ik het schilderij. Dit schilderij:

(Lees verder onder de foto)


Ik bekijk de koeien en vraag me af, net zoals vorige keer,

    want ja, vorige keer verbleven we in dezelfde kamer. Daardoor wisten we dat het uitzicht er mooi en de wifi er goed is. Toen ik mocht aangeven of ik een voorkeur had, heb ik niet geaarzeld dezelfde kamer te kiezen,

wat die -op een paardenoog gelijkende- lappen toch konden voorstellen.

Ik herinner me dat ik me dat vorige keer ook had afgevraagd, maar blijkbaar had ik nu luidop gedacht, want Luc antwoordde: “Dat zijn andere koeien in de achtergrond”.

Met alle goeie wil ter wereld kon ik er toch geen rondhossende koeien in herkennen.

Tot ik, de buiten-de-lijnen-gekleurde, lappen wat beter ging bekijken en ineens weer wist, wat ik vorige keer ook heb geweten.

Ik zei: “Dat zijn geen andere koeien. Het zijn hun oren”.

Daardoor was het probleem ook weer van de baan en kon ik verder lezen.

Boek ik volgende keer weer dezelfde kamer, hoop ik maar dat ik me tenminste herinner er deze keer iets over geschreven te hebben.

Het weer op vakantie

Al zag het er niet goed uit op het weerbericht van de week ervoor -het weer zakte in de maandag dat we vertrokken en gaf beterschap voor gisteren-vrijdag als we terug thuis waren- maar we hadden enorm veel sjaans als ik het zo op de blogs bij anderen kan lezen.

Op maandag hadden we regen onderweg, was het droog gedurende de tijd dat wij wandelden om terug te beginnen als we, schoenen en sokken gewisseld en al, vertrekkensklaar in de auto zaten. We zijn dan maar iets vroeger gaan inchecken in ons tijdelijk verblijf.

Dinsdag gaf men veel regen. Buiten wat miezerig doen en een douchekap over het fototoestel hadden we een aangename dag met in de namiddag opklaringen. Ik begon toen te hopen dat het al bij al bij veel geblaas zou blijven.

Op woensdagmorgen scheen de zon over het dal en wisselden zon en wolken elkaar af maar bleef het droog tot rond de zessen. Toen heeft het wat tegen de ruiten gewaterd. Gelukkig zaten wij aan de andere kant.

En donderdagavond hebben ze hier thuis een beetje gedaan alsof, met enkele druppeltjes tegen de ruit.

Natte voeten haalde ik wel, het gras was immers nat.

De ontploffing

Uiteindelijk zijn we niet naar Plugstreet 14-18 experience gereden. We hadden op tijd gezien dat het veel met film- en geluidsfragmenten te maken had en daar hebben wij dus een probleem.

Wat zouden we dan wél doen vóór de namiddagwandeling in Wijtschate? Luc opperde het Museum van de Wielersport in Roeselare.

Eens daar, wachtte ik Luc op die zijn mondmasker in de auto vergeten had. En ik zag ze komen. Op een hele trottoir zonder volk wisten ze zich een plaats te bemachtigen op geen 2m van mij en gingen zo luid babbelen dat ik moeite moest doen om ze niet te verstaan. Niet horen was al helemaal onmogelijk.

Ik ging wat verder staan. Maar daar kwamen er nog twee. En instinctief voelde ik aan dat er miserie op komst was.

Ik maande Luc met mijn hand achter mijn rug aan om wat haast te maken.

Aan de kassa overhandigden wij onze museumpas en de dame begon die … en daar kwam miserie met grote stap binnen, onderbrak de vrouw en begon over één of ander over parking en parkeren en problemen en …

“Waarom moet óns dat altijd overkomen?” fluisterde Luc. Ik haalde mijn schouders op. Soms denk ik dat de “I” op mijn voorhoofd even goed “Idioot” -maar dan één die te verwaarlozen is- kan willen zeggen.

Luc probeerde, hij zei: “Mevrouw, excuseer …”

De dame die onze museumpassen had was gegeneerd, maar mogelijk had miserie een hogere functie of zo want die bleef maar doorgaan over één of ander over parking en parkeren en problemen en … de dame met onze museumpassen bleef maar luisteren en kon er geen speld tussen krijgen.

En toen gebeurde het. Luc ontplofte, zoals hij het zelf noemde, en dat terwijl ik toch de meer explosieve van ons beiden ben. Denk nu niet dat ik een kort lontje heb. Neen, maar als de druppel te veel de emmer doet overlopen, tja … Luc is een pak groter dan ik, zijn emmer wellicht ook.

Hij zette een forse stap voorwaarts en zei nogal bozig dat wij nog een hele planning wilden afwerken en dat wij nú echt wel naar binnen wilden. Waar miserie naartoe is geschoten, ik weet het niet.

Ik probeerde eerst te sussen maar hé … Luc had gelijk. Iemand die achter ons komt, die gaat gewoon achter ons zijn of haar beurt afwachten.

Ik zei dan ook, ten overvloede -stel dat ze zou denken dat ik Luc ongelijk gaf- dat het op deze manier wel leek of wij er helemaal niks toe deden.

We zijn binnen geraakt, we zijn buiten geraakt maar van het geplande “eens naar de T-shirts kijken” in het bijhorend winkelgedeelte is niks in huis gekomen. “Ik wil naar huis” zei ik, eens terug bij de auto gekomen.

De wandeling in Wijtschate maakte dat de bittere nasmaak wat naar de achtergrond verhuisde. Die wandeling was echt wel de moeite waard. En het was ook tijdens deze wandeling dat we opperden dat drie dagen wel erg weinig was.

En dan moest de avond nog komen …

Wij op de taalgrens

Hier aan de taalgrens leven wij in alle rust. De ene spreekt wat Vlaams met haar op, de andere wat Waals met rollende “R”.

We eten -zo goed als allemaal- patatten/des patattes en geen aardappelen/pommes de terre.

Dat kan allemaal geen kwaad zolang …

Eind jaren ’70, begin jaren ’80 ging men in Brussel zo een scheve situatie recht trekken. De taalgrens loopt namelijk nogal recht horizontaal door deze contreien op enkele storende uitstulpingen na.

Dus besloten ze in Brussel dat het Vlaamse Komen, Comines in Henegouwen moest worden en het Waalse Fourons werd het Limburgse Voeren.

Landen is op die manier in 1963 ook van de provincie Luik naar Brabant verhuisd.

Geen probleem? Gedurende het hele proces zond de -toenmalige- BRT verslaggeving uit van de Franstalige inwoners van Komen/Comines die de Vlaamse kindjes aan de kleuterschool stonden uit te schelden.

En wat met José Happart, de Franstalige burgemeester van Fourons/Voeren? Wat had die streken onder!

Waar ze op de toenmalige RTB verslag over uitbrachten? Ik zou het niet weten.

Wij, als taalgrensbewoners bekeken het en schuddekopten en aten patatten/des patattes als weleer en spraken Frans met haar op en Vlaams zonder “R”.

We waren de voorbije dagen ergens in de Vlaamse velden toen iemand ons vroeg wat we nog op de planning hadden.

Ik vermeldde Plugstreet1, een museum vernoemd naar het dorpje Ploegsteert2 dat nu bij Komen-Waasten hoort maar destijds door de Britten werd verbasterd tot Plugstreet omdat ze Ploegsteert niet over hun Britse tong konden gerold krijgen.

Iedereen weet hoe je Plugstreet in het Engels zou uitspreken? Ik ook.

Die iemand verbeterde me. Hij maakte er erg nadrukkelijk Pluigstriet van. En ik dacht aan Tadej Pogačar wiens naam men ook zo nadrukkelijk wil uitspreken om aan te tonen dat ze weten hoe het hoort waarbij elke Sloveen, die naam waardig, zich de bedenking maakt dat men er te veel moeite voor doet.

Plugstreet was al de 2de correctie want een kerkhof? Neen, dat kon niet. Een kerkhof bevindt zich rond een kerk. Dat moet eigenlijk begraafplaats zijn … als lagen de gesneuvelden zich massaal te ergeren.

In de letter had hij gelijk. Een begraafplaats behoeft geen kerk al leerden wij als kind wel over de talrijke soldatenkerkhoven in de Westhoek.

In de letter had hij dus gelijk. Maar ik heb ook nog nooit een pad op een paddestoel zien zitten.

Ik heb hem in zijn wijsheid gelaten. Al bij al was hij een aangenaam mens met heel veel verhalen over die oorlog. Hij was begeesterd en verwachtte van ons hetzelfde.

____________________
1 Plugstreet 14-18 experience
2 Ploegsteert

The Last Post

Die stond eigenlijk al lang op het programma en we vonden het nu eens het ideale moment om er een paar dagen van te maken.

Een mens weet wel dat je in die regio de oorlog niet kan ontlopen, dat probeerden we ook niet, de streek is er van doordrongen en je ademt hem in bij elke stap, zelfs op wandel.

En al vind ik dat kunst grotendeels emotie is, dan is een bezoek aan de Westhoek dat ook. Emoties die voel je en ik kan daar niet zo over uitweiden als anderen dat kunnen.

Wat ik er wel ga over zeggen is dat een bezoek aan Talbot House in Poperinge meer dan de moeite waard is. Het is een huis van hoop, zo ervoer ik het.

En zoals altijd zat het gif in de laatste dag, daar zal ik het ook nog eens over hebben. Om in oorlogstijl te blijven: die derde dag is Luc ontploft … maar dat komt later wel …

… maar dat komt later wel … zoals foto’s. Maar die komen sowieso niet hier maar wel “In Beeld“.

Knopen doorgehakt

Niet enkel om die pauzes maar ook omdat het hele gebeuren zo nieuw voor ons was, waren we later buiten dan voorzien.

We hebben het geplande bezoek aan het Centrum Ronde van Vlaanderen naar een latere datum verschoven en daardoor heb ik op de terugreis mijn peinzer aan het draaien gezet en een paar knopen doorgehakt voor die in overdrijf ging.

Het was al wel eerder wat aan het roeren geweest hierboven onder mijn hersenpan en ik vermelde het al een beetje als volgt:

We hebben het anders opgelost. We hebben de reis geannuleerd. Het zat er aan te komen. Met de huidige onzekere situatie en de prijs van de naft vind ik 700km rijden niet te verantwoorden. We zoeken het wel dichter bij huis.

De reis waarover sprake was die van de meivakantie, die we al twee coronajaren voor ons uit hebben geschoven en waarvan ik met zekerheid weet dat ik al vertelde dat we daar ter plaatse een FFP2 moesten hebben om in het kasteel binnen te geraken.

Soit! Voorlopig hebben we dus geen FFP2 meer nodig.

Wat we wél gaan doen is wél in eigen land op vakantie gaan, maar geen hele week. Dat dat te lang is ondervonden we in Ursel in september 2020.

We gaan spreiden. Een paar dagen in mei, een paar dagen in juni, een paar dagen in …

De septembervakantie staat nog gepland, maar die is net over de grens.

We gaan ons laten leiden door onze museumpas en mooie wandelingen in de buurt.

Of het ooit nog anders wordt …

Ochtendvisite

Ik voelde me bespioneerd en keek met een ruk naar buiten. Daar zat hij, gewoon mysterieus te wezen. Het was nog niet volledig dag en mijn eerste zjat koffie stond nog gloeiend heet te zijn.

Waarom hij me intrigeerde weet ik eigenlijk niet, ik vond hem wel iets hebben van een kraai maar daar was hij eigenlijk te groot voor.

Dus vond ik het de moeite waard om een foto te nemen en ik dacht dat Obsidentify hem zo niet zou herkennen, zo enkel een schaduw in een schaduwspel.

Dat deed die app wel. Op voldoende overtuigende wijze -voor zo’n 75% zekerheid- beweerde hij dat het een roek was.

En daar kan ik mee leven. Al had ik die liever in kleur -zelfs al is hij zwart- gezien.

Het bewijs

Om te verhinderen dat je telkens opnieuw je CST en eventuele andere bewijzen moest tonen kregen we bij Center Parcs een festivalbandje – op vrijwillige basis te dragen.

Ik deed het om. Het eerste moest ik al gaan omruilen omdat het te strak zat.

Maar dat doe ik nooit meer. Ik vond het niet prettig, ik vond het niet grappig, eerder irritant, al was dat dan tussen mijn oren, waardoor ik ook fantoomjeuk ging krijgen.

Het was goed bedoeld. Zij kunnen er ook niet aan doen dat ik zo een ambetantigaard ben.

Page 5 of 22

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén