Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Kanker (Page 1 of 2)

De schrik van iedereen

Ooit las ik dat mensen gemiddeld drie keer met kanker in hun dichtste omgeving te maken krijgen. Ik vind dat artikel niet terug. Waarschijnlijk is het achterhaald, want het klopt niet.

Of er zijn mensen die er nooit mee te maken krijgen en zijn het de anderen die het gemiddelde de hoogte in duwen.

Als ik even ga optellen zijn er vijf leden van mijn dichtste familie (twee bloedverwanten, drie aangetrouwd) die kanker kregen.

Verder waren er dan nog een collega en twee aangrenzende buren.

En dan steiger ik als ik in “Het Nieuwsblad” lees dat een vrouw te horen kreeg: “Gelukkig is het maar borstkanker1“. Ze moesten ze neerschieten, die zeggers.

Gewoonlijk ben ik niet zo agressief maar dat kreeg ik ook ooit te horen toen ik in zak en as zat omwille van … en geloof me, goed aankomen doet dat niet.

En ja, ik weet wel dat iedereen wel verhalen heeft.

Ik weet wel dat er mensen zijn die er zelf mee te maken hebben en ik vind dat erg en ik zou wel troost en steun willen bieden, maar ik heb wel al ondervonden dat sommigen nogal agressief uit de hoek durven komen als zochten ze -en vonden- een zondebok voor wat hen overkomt.

En daar haak ik af. Ik heb tenslotte ook mijn hele jeugd de schuld voor de dood van mijn Broertje meegedragen. En ik heb er genoeg van. Ook al omdat ik zelf mijn ei niet kwijtraak, want telkens ik er over begin is er wel iemand die het erger of zwaarder heeft.

En net omdat ik er nu geen wedstrijdje “Omtertmeest” wil van maken, heb ik de reacties uitgezet.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Derde keer, goeie en laatste keer?

Het stoorde me al heel lang tot ik het op een zekere keer op het blog gooide. Ik had het toen over hen die de strijd verloren en ik schreef het omdat ik het echt zo een scheef getrokken en verkeerd gebruikte uitdrukking vond.

Ik vond het net lijken of ze de mensen de schuld van hun dood in de schoenen schoven. Ze hadden niet hard genoeg gevochten.

Een paar jaar later las ik over een onderzoek waarin werd beweerd dat oorlogstaal in verband met kanker nu niet de beste motivering is en ik dacht: “Ziedet wel“.

En eindelijk, eindelijk is er iemand van hier, die wat meer belang heeft dan ik, die er werk van maakt.

Liesbeth Van Impe, hoofdredacteur van Het Nieuwsblad, zegt namelijk: “Stop met te zeggen dat je moet vechten tegen kanker1“.

Zou het nu doordringen? Zou het nu ophouden?

____________________
VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/10/19/nieuwsblad-hoofdredacteur-liesbeth-van-impe-stop-met-te-zeggen/

Kwistet

Blijkbaar is mijn rare hersenkronkel zo raar nog niet.

Een paar jaar nadat ik een bepaalde opinie op het blog verwoordde, komt er nu een een Canadees onderzoek dat uitwees dat oorlogstaal in verband met kanker nu niet de beste motivering is1, integendeel blijkbaar.

Ik las, jammer genoeg, niet het hele artikel, daarvoor moet ik me abonneren en waarom ik dat niet doe, heb ik ook al uitgelegd.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Het overlevende kind

Het begon bij The Five. Op het verjaardagsfeestje van Mark, broer van de verdwenen Jesse, gaat hun moeder even vertellen dat zij maar één zoon meer over heeft om verjaardag te vieren, waar het er normaal twee hadden moeten zijn.

Ik zuchtte, want dat ken ik. Iedere verjaardag, iedere communie, iedere feestdag was de afwezige meer aanwezig dan alle levenden samen, want enkel hij stond in de belangstelling. Je zegt niets, want je vindt het toch zo verschrikkelijk hard voor je moeder om een kind te verliezen.

Laatst las ik in de krant dat de maand van de feesten toch zo moeilijk is voor ouders die een kind verloren.

En weer denk je er het jouwe van, maar zeggen doe je dat niet. Oh nee! Stel je voor dat je zou zeggen dat zij die leven ook belang hebben en niet in de schaduw van doden hoeven te staan. Hoe harteloos!

Harteloos? Weet je hoe een kind zich voelt dat altijd achter die schaduw komt? Zelfs als je die dode niet kent omdat hij stierf toen je net vijf was? Weet je hoe ergerlijk het is om steeds het onderspit te delven tegen iemand die stierf toen hij nog niets verkeerd had kunnen doen? Dat ze je voorhouden dat het jouw schuld is dat hij kanker kreeg? Als je zelfs op je trouwen -waar je niets in de pap te brokken had- moet horen dat “onze Jan” dat nooit zou hebben gedaan?

Wat had ik een gloeiende hekel aan dat kind! Tot mijn verstand er zich ging mee bemoeien en zei dat hij daar niets kon aan doen.

Men heeft zeker geen besef welk een impact een dode broer heeft op het verdere leven van diegenen die te stom waren om niet dood te gaan.

Wel, harteloos of niet, de levenden hebben óók rechten.

Vraag je je af waarom ik dit harteloze stuk nu toch schrijf? Bij het zoeken van een mooi plaatje voor bij dat logje over de kerstkaartjes kwam ik op een website terecht die het had over ongewenste vrolijke kerstkaarten aangezien zij rouwden.

Niemand wenst iemand het overlijden van een kind toe. Dat denk ik toch niet. Niemand lacht daarom. Niemand minimaliseert dat.

Maar kerstwensen, zelfs in hun simpelste vorm houden toch een zekere wens voor een verbetering in, gezondheid, financiën, geluk … maar toch ook troost of aanvaarding? Of moeten we gewoon die mensen schrappen uit alles wat de levenden aangaat aangezien zijzelf tussen de doden vertoeven? Dat is pas harteloos.

Het leven is geen smartlap

Die keer dat ik het postje zat te schrijven over de schreef wilde ik eigenlijk als titel “Levenslied” zeggen. Maar bij het opzoeken van een prentje zag ik dat men met levenslied eigenlijk smartlap bedoelde.

Eigenlijk maar bizar, dat mensen al dat snotterige zo mooi lijken te vinden, net of ze niet ontroerd kunnen worden door iets moois (ah neen, dat moeten ze kapot maken) of iets vrolijks.

Ik weet nog dat mijn moeder ze zong, die levensliederen over moeders die stierven bij de geboorte en zeemannen die nooit terugkwamen.

Maar ook later, ten tijde van “Man bijt Hond” wou dat wicht dat ik het over Dodebroer zou hebben, want dat was zóóó mooi. Ik zou niet weten wat er mooi is aan een jongentje van 20 maanden oud dat overlijdt aan kanker en waarvan de broers en zussen hun hele leven het gevolg mochten dragen.

Waarom smartlappen nu ineens levenslied moeten heten, ik weet het niet, maar gelukkig bestaat er in het leven meer dan alleen maar ellende.

Laat naar je …

Het is voor je goed, het is voor je veiligheid maar het is niet plezant. Ik denk dat iedereen het daar wel mee eens zal zijn. Ik heb het over de gratis kankeronderzoeken. Om de twee jaar krijg je zo een uitnodiging, in mijn geval twee voor twee verschillende.

Soms denk ik: “ik doe het niet meer”. Gewoon omdat ik het niet natuurlijk vind en bovendien lees je hier en daar dat het eigenlijk niet hoeft en dat ze niets uithalen, maar ja: “stel dat …” Ik weet dus niet wat denken. Ik vraag me af of ze het doen in het belang van de bevolking of om radiologen aan werk te helpen.

Ik ga dus. Tegen mijn zin, maar ik doe het. Maar ik had deze keer besloten dat ik de dans zou leiden en niet meer de orders opvolgen omdat hij de radioloog is. Voor hen is het hun job maar voor ons is het een eerder negatieve ervaring. Punt uit!

Ik deed het en ik voelde zijn lichte wrevel. Het spijt me mijn beste, maar het was de enige manier om je te overleven zonder me achteraf vernederd te voelen.

Zij die de strijd verloren

Misschien is er straks iemand gechoqueerd maar daar moeten ze zich dan maar over zetten. Ik ben telkens opnieuw gechoqueerd als ik het lees.

En hoewel ik het mijd als de pest zal ik het nu eens over kanker moeten hebben, want zie je, kanker is een ziekte. Er zijn twee mogelijkheden: je geneest of je sterft er aan. Als je geneest ben je niet dapper, ah neen! Want dan was hij niet dodelijk. Als je er aan sterft, heb je de strijd verloren.

Net alsof het nog niet erg genoeg is. Neen, ze moeten er nog verliezers van maken.

Als je het dus zo bekijkt, kan een mens alleen niet winnen. De onderzoekers daarentegen wél. Maak er dan ook geen persoonlijke strijd van.

Münchhausen

Slow had al een pozeke last van zijn schouder, de andere ditmaal, en hij ging donderdag naar de dokter. “Ik ga mee” had mske gezegd “want stel dat je daarna niet meer met de auto kan rijden”. Om de tijd te doden terwijl Slow bij de dokter was, stapte mske in de taverne binnen en zag dat er werkelijk andere uitbaters waren.

Aan één van de tafeltjes zat Münchhausen. Hij keek mske spiedend aan en zat wat te gniffelen achter zijn servietje. “Ik had je goed liggen hé” zei hij spottend “toen ik zei dat ik zulke erge bloeddrukproblemen had, maar je wist niet dat ik wist dat Slow er ook had”. mske nam haar boek.

“Later” ging hij verder “toen ik zei dat ik kanker had … weet je nog dat je toen dacht dat het blooperding dat jij had dan toch zo erg niet was”. “Had je dan geen kanker?” vroeg mske geschokt. “Ik ben gezonder dan jij en alle mensen hierbinnen samen” zei Münchhausen. “Die kanker was een goed idee” vervolgde hij “de mensen stonden te drummen om dingen voor me te doen en te helpen en al vonden ze het vreemd dat ik wel de salsa kon dansen, dierven ze er toch niks over zeggen. Kanker is een toverwoord”. mske kreeg niks gezegd.

“En toen Buurboer stierf” fluisterde Münchhausen terwijl hij wat dichterbij kwam zitten “en de parochiaal medewerker sprak van twee begrafenissen van mensen van die leeftijd op die dag en jij dacht dat ik …”

Münchhausen lachte wat smalend toen hij zei: “het is toch niet mijn schuld dat jij dat geloofde, het is toch niet mijn schuld dat jij zo belachelijk bent er altijd maar opnieuw in te lopen”.

mske opende haar boek, begon te lezen en negeerde hem volledig. Hij stond dan maar op en stapte de regen in.

Toen Slow wat later binnen kwam en mske zei: “geen woord over …” antwoordde hij: “ik weet het al, ik ben Münchhausen daar buiten tegen gekomen, hij heeft het me verteld”.

Verzekering voor (ex)-kankerpatiënten

Deze morgen op de radio bij Peeters en Pichal ging het over verzekeringen, meer bepaald verzekeringen voor (ex)kankerpatiënten. Die mensen krijgen te maken met moeilijk of geen of duurdere verzekeringen omwille van die ziekte, die ze toch buiten hun wil om kregen. We hebben er even de uitleg van de radio bij gehaald en hier onder vermeld.

(Ex)-kankerpatiënten krijgen vaak te maken met verzekeringsproblemen. Vooral als ze een levens-, overlijdens-, hospitalisatie-, reisannulatieverzekering of verzekering gewaarborgd inkomen willen afsluiten, worden ze geconfronteerd met een weigering, een onbetaalbare bijpremie, een lange wachttijd, enz.

Op dinsdag 27 mei organiseert de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) een symposium rond een betere verzekerbaarheid voor (ex-)kankerpatiënten.

Op die dag stellen Karel Rommel en zijn collega’s van de Liga de beleidsvoorstellen voor die moeten leiden tot het vlotter afsluiten van een verzekering voor (ex-)kankerpatiënten. Maar hij licht de dag ervoor al enkele tippen van sluiers bij Peeters en Pichal.

En Vincent Stuer getuigt hoe moeilijk het is om een verzekering af te sluiten als ex-kankerpatiënt.

Net alsof die mensen het zonder verwikkelingen al niet moeilijk genoeg hebben.

Klinkt het niet …

Dodebroer stierf op zijn 20 maanden aan een kwaadaardige herstentumor. Dat kwam, volgens de specialist in Gent door een verloren microbe. “Aha!” wist moe. mske had namelijk zo ongeveer anderhalf jaar ervoor kinkhoest gekregen en die op Broer voort gezet, waarop de huisarts, de toen zes maanden oude Dodebroer vaccineerde tegen kinkhoest. Sedertdien was kanker een groot deel van mskes leven. En mske vond dat erg, erg voor moe en erg voor Dodebroer en ja ze vond dat ook erg dat zij, door kinkhoest te krijgen …

Later was er de man met kanker, die ze wilden bezoeken. Dat mocht niet. De man wou niet bekeken worden. En al begreep mske zijn redenatie, zij wou niet bekijken. Ze was jong en wist niet wat zeggen als het woord opdook, want meestal was dat in die tijd wel degelijk synoniem voor “dood”. Later begreep mske dat het moeilijk moest zijn voor mensen die kanker krijgen. Zeker als niemand weet wat zeggen en dus oefende ze zich om te verwoorden wat ze dacht, zonder dat dat kwetsend overkwam.

Maar … het is dan ook nooit goed! Nooit ofte nooit ofte nooit!

Niets zeggen is niet goed. Vraag je hoe het is, dan willen ze niet constant daaraan denken. Vraag je niks, dan interesseert het je niet. Zeggen dat ze er ziek uit zien, zal mske nooit doen. Je moet iemand niet dieper duwen dan nodig. Nu blijkt dat je al niet meer mag zeggen als ze er goed uit zien. Of zoals ze enkele jaren terug te horen kreeg: “soms kan je beter niks zeggen”. Die laatste kende ze goed genoeg om er even tegen in te gaan. Maar uiteindelijk … lijkt het wel of diegenen die het niet hebben idioten zijn, of enkel diegenen die het wel hebben er toe doen.  Eigenlijk begint mske stilaan te denken dat de mensen die het ongeluk hebben die ziekte te krijgen, gewoon de anderen verwijten dat ze ze niet krijgen.

Bovendien wordt er erg selectief omgesprongen met diegenen die de aandacht verdienen.   De ene kanker is blijkbaar de andere niet en de ene mens al wat belangrijker dan de andere.

Het enige wat ze bereikt hebben is dat mske stopt met lezen of weggaat bij het horen of zien van maar weer het woord “kanker”.  Wil je het er met mske over hebben, doe er dan een handleiding bij, want het is weinige kankerpatiënten gegeven om er mee om te gaan en zichzelf niet buiten de normale maatschappij te plaatsen.

Page 1 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén