Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Kleindochters (Page 4 of 73)

Mevrouw Blaauw van Draet? Tsss …

We dachten dat we nooit nog Cluedo zouden spelen aangezien Amke en Ella niet wisten waar die van hen gebleven was: thuis? Of bij hun andere oma? Ze hadden er het raden naar. En wij nog meer.

Sedert wij onze pogingen hadden gestaakt om zelf aan een Cluedo te geraken, liep Luc echter wel langs de spellendozen en puzzels van de Kringwinkel, waar dan ook, waar we binnen liepen.

Als dat spel op 2dehands telkens zo snel verkocht was, dacht ik dat het een ijdele poging zou blijken.

Gisteren echter liep ik eerst de speelgoedafdeling binnen, bekeek de puzzels en greep de Cluedo.

Bingo! Hebbes! We hebben een winnaar!

Het is niet de oude vertrouwde versie, maar een kleine, ooit een promoproduct van een gazet.

We passen al minstens één nieuwe regel toe: de afgrijselijke Nederlandse namen gaan we niet gebruiken, we houden ons aan de oorspronkelijke. Hoe bedenken ze het!

Nu nog wachten tot Amke en Ella er nog eens zijn, want met ons tweetjes … Nee hoor!

Wat …

Wat uitslapen, wat laat ontbijten, wat kringwinkelen, wat rommelmarkten, wat boekensnuffelen, wat lezen, wat Star Stabelen, wat lachen dat je buikpijn krijgt, wat lamzakken, wat … zuchten dat het weer voorbij is.

De eiersnoepers

Na herhaalde pogingen om chocolade paaseitjes in huis te hebben als Amke en Ella komen, zijn we er deze keer -hopelijk- toch in geslaagd.

Gisteren brachten we voor de zoveelste keer eitjes mee en deze keer heeft een groot aantal ervan het overleefd. Het weze gezegd dat ze nog niet in de eierschaal werden gelegd, maar veilig in de keukenkast opgeborgen bleven.

Nog een paar uurtjes er afblijven zal ons wel lukken zeker?

Enjoy

Ik had gezegd dat ik een oplossing zou vinden voor de dag dat ik mogelijk, door de griep geveld, in bed zou blijven. Dat deed ik. Ik gaf Sloef de opdracht een paar logjes te voorzien. Sloef, onze kat, heeft hier vroeger het overgrote deel van het blog geschreven tot hij besloot op pensioen te gaan.

Maar aangezien ik (nog) niet door de griep werd geveld en aangezien de houdbaarheidsdatum van die logjes voorbij is en aangezien de meeste lezers de dag van vandaag niet meer weten wie Sloef is, ga ik hier nu, nu ik weer een voorraadje op voorhand moest schrijven, die logjes maar zetten. Ik quote wel wat Sloef schreef.

Gelukkig heb ik hier nog wel enkele voorvallekes meegemaakt, die mske niet zou vertellen.

Het eerste dateert van in de kerstvakantie, toen Amke en Ella hier waren.

Er zijn die commerciële zenders en als ze daar een programma aankondigen dan wensen ze de kijkers: “have fun” of iets gelijkaardigs. Op een keer zuchtte mske en vroeg zich luidop af: “En Joy? Wat Joy? Hoe Joy? Wat komt die hier nu altijd naar de televisie kijken?”

Dat was natuurlijk om onnozel te doen. Ik zal dat er maar bij zeggen want ik weet niet of iedereen weet dat mske nogal tegen verengelsing is. Maar meestal zegt ze dan gewoon: “zijn er geen Vlaamse woorden genoeg?”

Iedereen aan de dop

Ik keek een beetje raar op toen ik het artikel las. Men had het over een groene dop die -op foto gezien- dan wel doorzichtig is. Die zou beter zou zijn voor het milieu. Want die doppen van die flesjes vind je toch een beetje overal. Dat vertelden ze in het artikel.

Mijn gedacht? Die dopjes zie wel je sporadisch in het wild, maar de flesjes zélf daarentegen, daar had ik het al meer over.

Maar dat was niet wat als eerste gedachte in mij opkwam. Neen, dat was dat nu toch wel iedereen aan de dop is. Je kan het woord dop niet gebruiken of iemand spaart ze voor geleidehonden. Wijzelf incluis, via Amke en Ella.

Laat flessendoppen nu toch deze week nog ter sprake gekomen zijn hier ten huize. Ik ergerde me wat omdat ik een dop er niet recht op kreeg en foeterde dat de doppen uit mijn kindertijd toch gemakkelijker waren. Dat waren al hele stukjes buis met de schroefdraad enkel bovenaan, zodat je niet moest mikken om die dop er recht op te krijgen.

Mijn uiteindelijke gedacht? Ze hebben wéér iets gevonden om het -voor hen- goedkoper te maken en ze hebben ook weer gevonden hoe ze het best zouden weten te verkopen. Het milieu!

In gezelschap

Zover ik me kan herinneren hebben we gezelschapsspellen gedaan. Als kind hadden we thuis een pjeirekesbak, we speelden met de kaarten, we damden. En we hadden twee vlooienspellekes. De dure spellendozen kwamen er niet in, al hadden we later wel een scrabble.

Later met mijn kinderen hadden we die dozen wel en die werden heel vaak boven gehaald: Cluedo, Hotel, Goudzoeker, Mad, …

Het is lang geleden, de kinderen zijn het huis uit en we speelden gezelschapsspelletjes bij Amke en Ella thuis. Hier speelden we met de kaarten, domino …

Maar nu, voor ons tweetjes hadden we ons -enkele- jaren geleden een Scrabble aangeschaft, maar door de evenementen is die uiteindelijk in het vergeethoekje geraakt.

Toen Luc laatst opperde dat we wel eens moesten uitkijken naar een goed gezelschapsspel, maar dan liefst niet de Scrabble, dacht ik aan al die spellendozen van vroeger en vooral aan de Cluedo, die toch altijd een beetje mijn favoriet was geweest.

Ik vroeg dus aan Zoneke wie de Cluedo mee had genomen toen ze het nest verlieten. Blijkbaar hij, maar liet hij die ook achter bij Bollie -lees: bij Amke en Ella- zodat het uiteindelijk nog goed terechtkwam.

Ik besloot op zoek te gaan naar een goed tweedehandsexemplaar. Want die moderne versies, met die Nederlandse namen, zinnen me niet. Ik vond er eentje. En al wordt overal beweerd dat het niet zo leutig is om het met twee te spelen … zocht ik uit wat het probleem kon zijn bij twee spelers.

Uiteindelijk gaf ik het op. We kunnen beter uitkijken naar gezelschapsspellen voor twee.

We hebben wel de klassieke spellendoos met damspel, mens-erger-je-niet, backgammon, enz … en de naam “schaken” is ook al gevallen, maar dat kunnen we geen van beiden. Dat belooft!

Op de gezondheid!

All my tomorrows were yesterday

Dat komt uit een liedje waarvan de rest van de tekst hier niet van toepassing is. Het frappeerde me ineens toen we, samen met Amke en Ella, naar Cat Ballou keken.

En precies dàt zinnetje dook op in een ochtendlijk welles/nietes gevecht en koos de “nietes” kant. Ik was verontwaardigd en boos op diegene die of datgene dat mij wou overtuigen dat het niet meer loonde.

Misschien spookte dat denkbeeld wel een beetje anoniem in de duistere krochten ergens onder mijn hersenpan, maar ik overtuigde me toch al snel dat ik niet oud ben en zeker niet afgeschreven.

Ik heb de voordeur open gegooid en alle domme gedachten buiten gekeild.

En dan lees ik een artikel over een vrouw van 96 die een nieuwe levensstijl kiest. Een hippe levensstijl! En een gezonde op de koop toe!

Ik ben niet oud maar ook niet gek, want ik ben echt niet zinnens om mijn eetgewoonten aan te passen aan een modewoord, al is dat woord dan ook: “gezond”.

De boon

Het was Driekoningen, voor de eerste keer hadden we een driekoningentaart. Ik had de boon die geen boon was. In de reacties op het logje dat ik er over schreef leerde ik dat men in sommige streken de link legt met “geluk hebben”. Ik hoop maar dat men eigenlijk “sjaans hebben” bedoelt.

Maar toen het logje verscheen, had ik mijn portie sjaans al zo goed als binnen, want …

Op de maandag na Driekoningen …

    wilden we oorspronkelijk naar een rommelmarkt in Aarschot, maar dat vergat ik toen ik, op Driekoningen zelf, een boekenkast met glazen deuren vond op een tweedehands website waarvoor ik een afspraak regelde op die bewuste maandag.

Op de maandag na Driekoningen …

    wilden we naar die boekenkast gaan kijken, al had die niet de juiste meubelstijl, die we maar even vergaten omdat die toch zo moeilijk te vinden is en de boeken nu eindelijk toch een plaats mogen krijgen, maar die afspraak zegden we op de zondag tussen Driekoningen en de bewuste maandag af omdat ik een onbestemd voorgevoel had dat dat helemaal verkeerd zou aflopen.

Op de maandag na Driekoningen …

    gingen we dus zoals eerst voorzien naar een rommelmarkt in Aarschot, waarna we eens in de Kringwinkel daar binnen zouden lopen. Dat deden we zonder afzeggingen. In het naar huis komen, konden we dan ook nog de Kringwinkel van Tienen aandoen.

Nu wordt het spannend!

    Niet op die rommelmarkt. Die gingen we alleen eens bekijken om te zien of het de moeite zou lonen om er zelf eens wat rommel spullen te gaan verkopen.
    Het wonder gebeurde in de Kringwinkel waar we nooit eerder waren. We liepen binnen en we stonden ineens voor een erg grote uitvoering van ons eigen kastje. Als ik zeg: erg grote uitvoering, dan bedoel ik echt een erg grote uitvoering. Maar … er was de prijs. Mja … Het kastje was echt wel een koopje geweest maar in de Kringwinkel kennen ze wel de prijzen. En bovendien zochten we een eetplaats, geen wandkast.
    Node nam ik afscheid van de grote kast.

Nog spannender?

    Terwijl we daar waren -we zouden toch nog niet naar huis gaan zeker- opperde Luc dat we evengoed naar de Kringwinkel in Diest konden in plaats van die van Tienen, die toch dichter bij huis is en waar we al eens extra naartoe kunnen rijden.
    In Diest waren we al, ergens in september, toen we bij Zoneke en Querida op Nitro en Murphy gingen passen. We liepen binnen, recht naar de boeken, want dat was de opgave: boeken vinden, maar we vonden er geen. En tussen de boeken en de uitgang stond ze: nog zo een kast. Minder groot dan de andere maar even opvallend en imposant. Maar weer overdachten we dat we toch geen wandkast zochten maar een eetplaats.
    Node nam ik ook afscheid van deze kast.

Op de dinsdag na Driekoningen …

    stond ik op en dacht dat ik gek was. Dan vind je iets wat je wil en ga je allerlei uitvluchten zoeken om ze niet te kopen. Na een uur dacht ik dat ik gek was dat ik nog maar overwoog om die kasten te kopen. Tegen de middag dacht ik dat ik gek was dat ik steeds maar die uitvluchten gebruikte om die kasten niet te kopen. Na de middag vroeg Luc: “Willen we ze eens gaan opmeten?” Ik dacht dat ik gek was dat ik het nog maar overwoog. Uiteindelijk dacht ik dat ik gek werd van het welles/nietes gedoe in mijn eigen hoofd.

Op de woensdag na Driekoningen …

    stond ik op en zei Luc: “We gaan eerst alle muren opmeten, daarna gaan we die kasten opmeten”. “Enkel opmeten” zei ik.

Ik denk niet dat ik het verder verloop van die woensdag moet vertellen.

Ineens moesten we snel snel het bureau leegmaken, er vaart achter zetten, gezien we vanaf vorige dinsdag tot gisteren bij Querida en Zoneke thuis op Nitro en Murphy gingen passen. Kwestie van motivatie verdient dat echt wel een dubbele plus.

We moesten gisteren wel even heen en terug, van bij Zoneke naar huis, want die kasten zouden geleverd worden, al had een levering ons vandaag beter uitgekomen, dan waren we terug thuis en moesten we niet drie keer dat traject afleggen. Maar we wilden niet uitstellen, want dan weet je niet wanneer het wel kan.

En dat allemaal dank zij een minuscule driekoningenboon.

(Lees verder onder de foto)


De boon die geen boon was maar een stenen lammeke dat er uit ziet als een hond.

Maar nu hebben we nog altijd geen bijhorende eetplaats en zijn we wel verplicht om verder op toeval te hopen en nog eens zomaar plompverloren op de passende tafel en stoelen te lopen.

Is het nog niet bijna Driekoningen?

Het koningsweekend

Luc bracht op Driekoningen een driekoningentaart mee. Niet voor ons beidjes maar voor ons vieren want Amke en Ella waren hier, al denk ik dat zij daar eigenlijk ook al te groot/oud voor zijn. Ach ja, het was voor de leut … én voor de taart natuurlijk.

De eer om in de boon te bijten, viel mij te beurt, al was dan geen boon maar een stenen lammeke dat er uit zag als een hond.

En dat voor de éérste keer in mijn hele leven dat ik een stuk driekoningentaart eet.

Op zondag stond zwemmen in Sunparks op het programma.

Net toen de golfslag werd opgestart, liep daar zo een klungel die een aquagympijp buit had gemaakt en daarmee knotste hij tegen mijn hoofd. Dat is niet erg, die dingen zijn zacht en doen geen pijn. Maar mijn zwembril verschoof en liep onder. Ik zocht de kant en de golfslag werd stilgelegd.

“Dat doen ze voor jou” zei Luc. En inderdaad, van op haar verhoog zat de redster vragend teken te doen. Hij heeft dan maar even op die bril getikt.

Als ik ooit in per ongeluk een rivier of een vijver in totter, verdrink ik sowieso. Ik kan niet zwemmen met mijn ogen dicht en zonder zonder zwembril kan ik ze niet open houden.

“Als we thuis komen, moeten we oppassen” zei Luc. Hij miste één van zijn gelzolen en vermits die niet in het kleedhokje uit zijn schoen was gevallen, dacht hij aan thuis.

Wat bleek? Hij had die tweede gelzool in een ander paar schoenen gestopt.

De kerstboom opruimen? Daar hadden we echt geen tijd voor, die dag na Driekoningen. We hebben wel Amke en Ella naar huis gebracht.

De kerstboom hebben we gisteren aangepakt.

Voldoende voorraad

Als je dat leest op de website van een winkel betekent dat toch dat je gewoon naar de winkel kan rijden en het gaan kopen?

Ze hadden er nog één!

Gelukkig waren we bij de pinken en hadden we telefonisch contact genomen én het artikel gereserveerd.

“Ligt er nog wat in de koffer?” vroeg Luc toen we thuis kwamen.

“Die voldoende voorraad” grapte Ella want ze had het betreffend artikel in haar hand.

Page 4 of 73

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén