Lang geleden toen mijn eerste paar stapschoenen kapot ging kocht ik een paar dat echter nog moest geleverd worden.
Nog voor die levering, ergens onderweg kwam ik daarna een paar tegen in een winkel in uitverkoop. Ze stonden er op hun eentje, een maatje 42. Veel te groot, maar ze zagen er klein uit. “Probeer eens” zei Luc. De maat was fout, de schoenen goed. Ze pasten. Vandaar dat ze overgebleven waren. Iemand met een 42 kon er niet in, de anderen probeerden zelfs niet.
Dat ik bij het bestellen van het eerste paar niet goed had uitgekeken bleek al snel. Ze waren niet waterdicht. Dat was geen probleem. Ik zou ze wel aantrekken bij droge dagen. Dat deed ik niet. Ze bleven haast ongebruikt staan, terwijl de andere mijn favorieten werden.
Ik heb ze uiteindelijk aan Amke willen geven toen die de juiste schoenmaat kreeg. Wandelen met de meisjes zouden we toch enkel met droge dagen doen, alleen houden de meisjes niet van wandelen.
Enkele jaren geleden kocht ik me in Schotland een tweede paar, dat dus eigenlijk al een derde was, maar dat eerste telde ik al lang niet meer mee.
En toen ging de zool van mijn favorieten scheuren vertonen. Ik kocht opnieuw een paar.
Als het nu rekenkundig juist zat, had ik twee paar in gebruik: de twee paar die ik laatst aankocht. Maar zo liep het niet. Het paar uit Arran, pas sedert dit jaar volop in gebruik, vertoont scheurtjes. Ik kreeg er nog geen vocht in. Het was nu ook pas sedert ik het laatste paar erbij had dat ik dagelijks afwisselde.
Het stoorde me zo enorm want die hadden echt nog niet veel dienst gedaan, uitgerekend dat vrouwenmodel gaf er zo snel de brui aan, al zijn ze nog helemaal niet kapot. In elk geval besloot ik, als het zo zat, ik er wel een drieploegensysteem van zou maken en ik nam mijn oude favorieten ook weer in dienst.
Dat eerste paar? Dat niet waterdichte? Dat komt er helemaal niet bij kijken, zelfs niet als ik overdacht dat de twee met scheurtjes misschien ook helemaal niet meer waterdicht zijn.
Als ik het zo bekijk heb ik meer stapschoenen dan andere.