Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Overloop (Page 2 of 9)

Vallende sterren

Alle jaren in augustus horen we weer over de vallende sterren die geen vallende sterren zijn maar meteoren. Eén keer zijn we er ’s avonds op uit getrokken om ze te zien. We zagen er maar een paar en we hadden geen fototoestel.

Nu las ik er weer over1, al zijn het nu niet de Persëiden maar wel de Geminiden. In elk geval dacht ik dat het wel eens het goeie moment kon zijn om ze te fotograferen.

Ik zette het driepotig statief met het stijve been voor het venster van de overloop. De straatverlichting zou wel storen, maar om nu in dat donkere veld te gaan staan met deze koude, daar liep ik ook niet warm voor.

Wat blijkt nu? Je kan die dingen niet fotograferen, je kan enkel afdrukken en hopen dat er ene op je foto staat. Fotografenfora raden zelfs aan om het met een afstandsbediening -die ik niet heb- te doen. Bovendien heb je het meeste kans nà middernacht.

Ik hoop dat er nu niemand verwacht dat ik na middernacht op die overloop ga staan om op dat knopke van het fototoestel te drukken en te drukken en te drukken en te … om dan de morgen daarop tot de bevinding te komen dat ze allemaal tussen twee drukken in naar beneden zijn gekomen of me gewoon in de kou lieten staan.

We zullen tot in augustus wachten en dan zien we wel of we in het donker in het veld willen gaan zitten in de hoop dat de Persëiden dan op het goeie ogenblik aan de lens voorbijkomen.


© Afbeelding: ms – Wizzewasjes

1 Het Nieuwsblad

Wennen of ontwennen

Twee weken na Sloef’s dood zijn we nog steeds niet gewend dat:

  • we niet meer consciëntieus alle deuren achter onze hielen moeten sluiten, als we willen vermijden dat we het hele huis moeten afzoeken naar maar weer een schuilplaats;
  • alle vensters -overloop incluis- op de kiepstand kunnen zonder risico;
  • we op de trap niet meer moeten uitkijken om niet te strompelen over de -net voor je voeten lopende- kat;
  • geen pets op ons hoofd meer moeten verwachten als we naar boven gaan;
  • er bij thuiskomst geen ontvangstcomité op ons zit te wachten op de derde trede;
  • we ’s morgens als eerste kunnen ontbijten;
  • het kattenkussen uitkloppen geen nut meer heeft;
  • de kerstboom geen klimparadijs meer blijkt te zijn;
  • Het leven is er twee weken geleden een beetje ingewikkelder op geworden.

De vliegenvanger

Nog eens over beestjes.

Een paar dagen voor we op vakantie zouden vertrekken wemelde het van de vliegen op het venster op de overloop en bij de achterdeur. Het leek wel of ze massaal naar buiten wilden. Beide zitten dus in de achtergevel en zijn alle twee geflankeerd door meer vensters. Maar daar zagen we geen vliegen.

Met de collectief zelfmoordplegende wespen in gedachten, ging ik even op zolder kijken of de aanleiding misschien daar te vinden was. Je weet maar nooit of er geen kadaver lag van iets dat binnen geraakte. Niets!

Luc spoot alle vliegen dood. We ruimden de kadavers weg. Stel dat Sloef zich daar eens kostelijk ging mee amuseren. Een zieke kat was zeker niet de bedoeling.

De volgende dag deed het fenomeen zich weer voor. Luc haalde nu onmiddellijk de spuitbus op de proppen en zei: “Ik ga die vliegenvanger die hier nog ligt in de boog van de trap hangen”. Daar had ik mijn bedenkingen bij, want dat “die hier nog ligt” dat was nog van in de beginperiode dat we hier woonden, toen Boerbuur nog koeien had.

Een uur later hing er één vlieg aan de vliegenvanger. De volgende dag hing er één vlieg aan de vliegenvanger, maar niet die van de dag ervoor, of misschien toch wel, maar dan was ze toch wel op een andere plaats gaan plakken. Nog voor ons vertrek hebben we steeds één vlieg op telkens een andere plaats op die vliegenvanger weten hangen.

We lieten een nota achter voor Zoneke en vertrokken.

Bij terugkeer waren alle vliegen weg maar er hing één vlieg aan de vliegenvanger. Volgens Luc was die nochtans nog steeds goed, want hij plakte nogal bij het ophangen.

Daarmee is het raadsel van de vliegeninvasie niet opgelost, maar ik vermoed dat er een overijverige eierleggende vlieg hier ergens neerstreek en haar nakomelingen voor overlast hebben gezorgd.

De uitingen van blijdschap

Na drie dagen afwezigheid slaat het ontvangstcomité bij thuiskomst op hol.

Sloef, de enige kat des huizes, lijkt ineens wel vertienvoudigd te zijn. Hij loopt voor je voeten als je de keuken in wil, koffers naar boven zeulen is niet gemakkelijk, want hij helpt wel mee, voor je voeten weliswaar.

Bovendien heeft hij dan net zin in spelen. Hij maakt lawaai als een kudde olifanten terwijl hij op vier poten tegelijk voor je uitspringt of roffelt de houten planken als hij er een spurtje inzet om zich dan plots om te draaien en te kijken of je hem nog volgt.

Door de constructie van ons huis kom je ineens, bij het van de trap komen, met je gezicht voor de spijlen van de overloop te staan waar dan ineens een kat met kwaaipetterij in zijn vel je staat op te wachten om je ineens een pets op je toot te verkopen.

Als dat bij Luc is stoot die een oerkreet uit van het schrikken.

Ik heb gisteren gewacht … en gehoopt, maar blijkbaar was ik gisteren alleen zijn slachtoffer!

Het woei

Onze stormschade ligt nog onaangeroerd zoals de storm ze achterliet. Passanten kijken een beetje meewarig naar de hoop gevallen klimop en schuddekoppen.

Ik zie ze door het venster van de overloop en schuddekop ook. Als het lente wordt, zullen we ons er eens aanzetten, wij lamzakken.

Ondertussen heeft de storm van eergisteren Zonekes dakgoot afgerukt en samen met een hoek van het dak in de tuin gesmeten waarbij de auto geraakt werd, die er met een paar schrammen nog goed van afkwam.

Zoneke zei: “net nu de werken binnen zo goed opschieten”. Ik weet wel dat het op zich alleen maar materiële schade is, dat het door de verzekering vergoed zal worden en dat zei ik dan ook. Maar ik weet dat hij daar geen boodschap aan heeft, net zoals wij er geen boodschap aan hadden toen het vorige zomer ons overkwam.

Het is toch maar weer een hoop geloop om het te regelen.

Niet op tijd gelezen

Als ik zo de krant lees, overloop ik eerst de krantenkoppen alvorens een artikel te openen. Er zijn echt wel koppen die ik niet belangrijk genoeg vindt om verder te lezen.

En dat blijkt nu ook weer een impact te hebben op ons dagelijks leven.

Want dan vraag je je af: “waarom hebben wij vandaag geen post?” Nu moeten we niet alle dagen post krijgen, maar dat doen we dus wel, zodat een dag zonder post een uitzondering is.

En dan leest Luc het artikel en zegt: “ik wist dat ik dat postkantoor herkende”. Deze krantenkop had me niet aangesproken:

Postkantoor ontruimd voor verdachte zending: poeder blijkt onschadelijk”.

Ik vind dan ook wit poeder op zich het vermelden niet waard. Nieuws wordt het pas als na analyse zou blijken dat er wel wat aan het handje is.

Wit poeder in een bakkerij zou iedereen ongevaarlijk vinden en toch kan je er daar meer kwaad mee dan op een postkantoor. Want waar verberg je best een boom? In een bos natuurlijk.

Indien iemand me iets belangrijks heeft gestuurd, ik heb het niet gehad. Onze facteur zat in quarantaine.

Bang in het donker

Wij hebben eigenlijk voldoende licht op onze overloop en dat dank zij de straatverlichting die zowel de voor- als de achterzijde van het huis verlicht.

Sedert geruime tijd doe ik ’s nachts het licht aan om naar de badkamer te gaan, op de overloop wel te verstaan. Dat kwam door het onveilige gevoel dat de borstwering van de passerelle soms opriep. Ik had van bij aanvang al visioenen van een over de reling stuiken.

Of is het begonnen toen ik een bril ging dragen? Of was het dit voorval? Het blijft al gelijk, het licht op de overloop gaat aan.

Nu lees ik dat mensen ’s nachts licht maken omdat ze bang zijn in het donker, zelfs in eigen huis. En dat bang zijn in het donker komt voort uit een voorouderlijke angst voor leeuwen.

Onze leeuw -beter gekend als Sloef- slaapt ’s nachts of hij houdt zich afzijdig – bang dat we op zijn staart zouden staan.

De bâche

Gisteren morgen bij het opstaan zag ik mijn lief door het venster van de overloop. Hij worstelde met de bâche.

De dag na de storm had ik die van de zolder gehaald. De brandweer had aangeraden om eventuele pannen en/of een bâche klaar te leggen. Luc had die gewoon door het eigenste venster op het koerke gekiept omdat ze door haar grootte nogal onhandig te dragen is en ook omdat ik op de zolder het stof niet af doe. De brandweer had ze uiteindelijk niet gebruikt. Misschien wel goed, want gezien de afmetingen van dat ding kon het goed zijn dat we de voordeur ook niet meer vonden.

Gisteren morgen dus zag ik dat hij één van de hoeken aan een haak in de muur had bevestigd, terwijl hij probeerde om die tweede hoek daar bij te krijgen. En dat terwijl het overgrote deel er nogal onwillig bijlag.

Ik opende het venster en vroeg: “wat doe je?” “Opvouwen” zei hij. Nu ze afgeregend was en terug droog vond hij het de gepaste tijd om ze op te bergen. Hij verkondigde ook dat hij dat op zijn eentje niet voor mekaar kreeg, dat onwillig onhandig stuk.

En zo kon het gebeuren dat ik in de vroege ochtend, in mijn badjas mee een bâche stond op te vouwen alsof het een reusachtig laken was.

Nog meer bewoners

Er was een geroefel in onze klimop, maar een geroefel. Nu nestelen er alle jaren wel merels hier ergens in de omtrek maar die maken nooit zo een heibel in de klimop. Waren ze daar een burenruzie aan het uitvechten?

Tot die morgen, ergens deze week, dat ik door het raam op de overloop keek en de duif zag neerstrijken. En ze verdween helemaal in de klimop. “Aha” dacht ik, want ja, we hadden al meermaals een duif hier in onze contreien, meer nog, op ons eigendom gezien. Vandaar!

Dat geroefel zal dan geen ruzie geweest zijn, maar eerder gefoefel.

Voor zover we kunnen zien, zijn het houtduiven. Het kroost hebben we nog niet aanschouwd.

Nu nog de mezen en de mussen overtuigen en de zwaluwnesten op tijd ophangen voor volgend jaar.

Wat je hoort als je slaapt

Het overkwam me in de periode dat ik met die watten geplaagd zat.

Ik ging naar bed en viel als een blok in slaap om plots wakker te schrikken, want ergens in mijn slaap had ik toch gehoord dat er aan de klink van de slaapkamerdeur gemorreld werd. Eens wakker, hoorde ik niets meer. Volledige stilte. En toch ben ik wakker geworden van het aanhoudend morrelen aan die deur.

De volgende nacht gebeurde hetzelfde al zij het dan met een klein verschil.

Ik ging naar bed en viel als een blok in slaap om plots wakker te schrikken, want ergens in mijn slaap had ik toch gehoord dat er over de vloer van de overloop gescharreld werd. Eens wakker, hoorde ik niets meer. Volledige stilte. En toch ben ik wakker geworden van het aanhoudend scharrelen over die vloer.

Tweemaal verdacht ik Sloef van ongeoorloofde activiteiten in de nacht, maar die zou toch onverstoord door gaan zonder te weten dat ik wakker was.

Dromen dat je geluiden hoort? Het moet niet gekker worden.

Page 2 of 9

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén