Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Overloop (Page 3 of 9)

Volgens planning

De verwarming is af, eigenlijk al van woensdag iets voor de middag. Ze hadden normaal een week nodig gehad maar voor alle veiligheid waren er oorspronkelijk twee weken voorzien geweest die door omstandigheden teruggebracht werden tot anderhalve week. Een week dus.

Alles is prima verlopen. Er waren geen zenuwen.

Eén zaak is er fout gegaan en dat is niet eens hun schuld maar van Sloef. Sloef is een schrikschijter. Die heeft zich dus verstopt gehouden op de overloop achter zijn bed in plaats van er in.

Dinsdag, terwijl de mannen boven op de kamers bezig waren is hij hier bij ons in de woonplaats komen zitten. Maar woensdag deed hij dat niet. Hij heeft zich ergens verborgen. Met al die deuren die daarboven openstonden, wisten we niet waar zoeken. En als Sloef niet gevonden wil worden, dan wordt hij gewoon niet gevonden.

We hebben hier elf jaar zonder centrale verwarming geleefd. Ik vraag me af of ik er ga aan wennen om niet meer mijn fleece te moeten aantrekken om naar boven te gaan.


Toms cartoons

’s Nachts op blote voeten.

Wat zeg je? Geen inspiratie voor woensdag? Daar zal Sloef eens iets aan doen zie.

De nacht van zondag op maandag werd ik wakker. Ik weet niet door wat. Al geeft het volgende wel een aanwijzing.

Ik hoor ineens krabben op de overloopvloer, maar dan heftig krabben, zoals een kat die weg wil als je hem tegen houdt. Het krabben houdt even aan, gevolgd door een enorme bons tegen de kamerdeur.

Luc schiet wakker en zegt: “er is iets omgevallen”. “Neen” zeg ik “dat is Sloef”.

Luc stapt uit bed, loopt de overloop op, in het donker en doet een ronde. Hij gaat ineens maar eens bij de badkamer langs. Als hij terugkomt vraag ik of hij Sloef gezien had. “Jawel” zegt hij “die zat in de doorgang, ik heb zelfs even op zijn staart gestaan, vrees ik”.

Daar heb ik sterk mijn twijfels over. Op Sloef zijn staart gestaan? Dan geeft Sloef wel een door merg en been snijdende krijs en dat deed hij niet.

Luc slaapt snel in maar ergens tussen slaap en weken hoor ik hetzelfde nog eens maar dan in lichtere mate.

Maandagmorgen, ik sta op, zie iets liggen op de overloop en zeg: “Luc, er ligt een dode muis op de overloop”. Hij komt kijken en ik vraag: “was het soms hier dat je dacht op Sloef zijn staart te staan?”

Hij kan in de toekomst beter zijn slippers aantrekken als hij nachtelijke omzwervingen door het huis wil gaan doen.

Voor alle bangeriken, het was maar een klein muizeke en toen ik het kadaver weghaalde bleek het een spitsmuizeke te zijn.

De aap komt uit de mouw

Slow en mske kunnen nogal toeren uithalen op de slaapkamer hoor. En al wie nu verkeerde gedachten krijgt heeft een dirty mind.

Het zit zo. Heel lang geleden hebben Slow en mske eens een aap geschoten. Dat was op de foor natuurlijk. Die aap hing zo zalig aan een stokske te zwieren dat mske hem hier, ter decoratie, boven op de overloop aan de verlichting had gehangen.

Toen de werken hier begonnen vond Slow dat maar een raar zicht, die aap aan de luster. Maar nadat die werken gedaan waren heeft Slow die aap aan de luster van de slaapkamer gehangen. En daar hing die nog.

Hing? Jawel! Want wat gebeurde er ergens vorige week?

Het winterdekbed en het zomerdekbed hangen met een knijper aan elkaar vast. Soms lost die knijper en dan kan het gebeuren dat bij het beddenopmaken de ene of andere van die dekbedden wat hoger of lager komt te zitten en dat vindt mske niet aangenaam. Ze gingen dat dus eens arrangeren.

Ze pakten elk een hoek van dat dekbed vast en schudden dat op. Maar hun eerste schud ging wat de mist in, tistezeggen dat één van beide te vroeg was. Het kan natuurlijk ook dat de andere te laat was. Resultaat? Die aap heeft me daar een optotter van dat dekbed op zijn apetoot gekregen en heeft zich dan maar laten vallen.

“Goh” zei Slow de gevallen aap in ogenschouw nemend “zo zou de luster ook nog naar beneden komen”.

Gelukkig mankeerde de aap niks. Het was enkel het touwtje van zijn tak dat zo een beetje over was.

Een klein beetje kleinzerig

Slow stapte het buro binnen met zijn hand aan zijn hoofd. mske keek uit haar ooghoeken maar zei niets.

Dus zei Slow het zelf maar. Hij zei: “er heeft er daarnet ene naar mijn hoofd geklauwd”.

mske trachtte niet te lachen toen ze vroeg: “wie?” Net alsof er hier zo veel rondlopen die klauwstreken vertonen.

Verontwaardigd legde Slow uit dat ik door de balustrade van de overloop door …

mske lachte nog niet. Ze zei: “Dan moet je terug klauwen. Hij doet dat om te spelen”.

Slow mompelde en grompelde en toen begon mske echt te lachen. Slow was nog verontwaardigder toen hij zijn hoofd los liet en zei: “dat is wel verschietachtig hé”.

mske is dan maar met mij een robberke komen doen op de trap. Dan bonkt ze luid de trap op en klauwt en ik klauw terug en dan ga ik efkes zijwaarts lopen en rolderdebolder de trap af. “Gekke Sloef” zegt ze dan en bedenkt dat ik niet met mijn poot aan mijn kop loop te zeggen dat ik geschrokken ben.

Beschermd: Zo hoort ge het ook eens van een ander

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Voer hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Sabotage van een strak schema

Meestal werken Slow en mske hier thuis. Er is echter de periode dat Slow enkele weken buitenshuis werkt en die is nu aangebroken. Moment dus om een aanval te plegen op mskes tijd. Want op mskes mail kreeg ze als antwoord dat hij het toch kon vragen. Uiteindelijk heeft ze tijd tot vrijdag maar dan ook met inbegrip van bestanden die vandaag en morgen nog moeten binnenkomen. Dat gaat helemaal niet lukken aangezien de planning al vol zat, maar dat is interne keuken en wilden we eigenlijk niet bespreken.

Maar een resultaat daarvan is wel dat mske ’s morgens vroeg begint en gisteren nog voortdeed terwijl Slow naar “Extra Time” keek.

Dat is nog altijd niet erg, maar de slaaptijd wordt daarmee wel korter, want in normale omstandigheden slaapt mske tot ze wakker wordt maar als Slow uit werken gaat staat ze mee op, kwestie van elkaar ’s morgens toch te zien. Dus trekken ze ’s avonds wat vroeger in bed, om 11u ten laatste.

En daar ging het vorige nacht in de fout. Eerste nacht van het uit werken gaan en het was prijs. Slow en mske lagen in bed, in hun eerste slaap, toen ze het eerst in de verte hoorden rommelen, daar sliep mske dan wel overheen maar ze hoorde het toch en dan later brak het onweer hier uit. Net toen ze dacht dat het voorbij was volgde er nog een slag waarbij ze bijna uit het bed joepte van ’t schrikken. Toen ze dan later over de overloop waggelde stond ze echt wel te kijken dat het nog maar half drie was. Ze had nog vier uurkes te slapen.

En toen kwam er nog gerommel daarboven. Slaperig bekeek mske de wekker, maar aangezien ze niet echt wakker was weet ze nu niet goed meer of het nu half vijf of half zes was. Dat komt om ze hier soms vijvenhalf zeggen tegen half zes.

Bovendien heeft Slow niet goed geslapen. En Slow die niet goed slaapt wil zeggen dat hij de ganse nacht met pozekes in bed lag en verder over de palier loopt te wandelen. Niet dat dat mske echt wakker maakt, maar ze heeft er toch weet van.

Vanmorgen zei ze: “azo houd ik dat niet vol”, waarop Slow besloot dat ze vanavond vroeger in bed zouden gaan en toen bedacht dat hij dan zeker nog vroeger zou wakker liggen.

De lage schoenen

Zo de grote brok werk werd in twee delen gehakt en tussen beide in mocht ik wat schrijven. De vraag is alleen of ik nog weet wat schrijven. Ik zal eens in mijn concepten moeten gaan kijken. Want jà! Concepten staan hier bij de vleet. Alleen zijn ze achteraf nooit meer goed genoeg om gepubliceerd te worden.

Eens kijken: euhm, neen. Die? Ook niet. Datte mmmm … datte? Toch maar niet. Lage schoenen. Lage schoenen? Wat was dat nu weer. Och och och, daar staat verder niks. Enkel lage schoenen. Maar ik weet het wel nog.

Die lage schoenen zijn eigenlijk hoge schoenen maar zonder hak. Maar dan ook heel plat. En toen mske enkele weken terug op weekend was en daarna niet meer uit de voeten kon met haar been, begon het zo wat te dagen. Sindsdien houdt mske dat wat in het oog en jawel … Telkens ze die bottinnekes zonder hak aantrekt, krijgt ze ’s nachts last, maar last … van de hevigste krampen die je je kan indenken. En nu niet over magnesium beginnen hoor. Magnesium dat is hier een tussengerecht sinds de grote afvalrace.

Nachtelijke krampen dus. Niet enkel in haar kuiten of in haar tenen maar waar dan ook in haar lopende ledematen. Dan moet ze het bed uit, loopt wat rond het bed of over de overloop. Het ellendige van deze krampen is dat ze vanbinnen zitten. Ze kan daar dus ook niet over wrijven. Zo erg als die keer na het weekend is het niet meer geweest, maar ja, meestal heeft mske geen twee dagen na mekaar dezelfde schoenen aan.

Zou dat nu echt aan die schoenen liggen? En wij maar denken en denken aan vroeger. Kreeg mske daar toen ook last van? We zouden het niet weten. Of eigenlijk weten we het wel, want vroeger had ze dat echt niet, af en toe wel eens een teen- of kuitkrampke, ja dat wel, maar dat heeft iedereen. Maar dit? Neen!

Of zou het wat te maken hebben met het feit dat ze vroeger om te stappen haar stappers aantrok, maar dat ze nu, aangezien ze niet meer rijden, meer met deze schoenen stapt ook?

Volgens mij moeten die lage schoenen onderworpen worden aan een grondige studie terzake.

Kerstmis in de sneeuw

Toen mske het gejoel van spelende kinderen hoorde, dacht ze dat Slow en Bollie en de kindjes terug daar waren, want die waren efkes het blokje om met de slee. Maar neen, dat waren ze niet. Het waren andere mensen met andere kindjes. Die gleden hier met sleetjes van de berg naast het huis.

Slow had dat niet willen doen, de berg naast het huis is namelijk een straat, in normale omstandigheden dan toch. Zodoende waren ze verder gegaan naar de oprit van onze achterburen, maar raar maar waar, die was sneeuwvrij gemaakt.

Even later zag mske ook Slow en Bollie met de kindjes voor de deur paseren en vermits er geen auto te zien was -die waagden zich niet op de berg- gingen ze mee de berg naast het huis onveilig maken.

Maar ook nadat ze terug binnen was bleef het gejoel aanhouden en toen mske door het venster van de overloop keek leek de berg naast het huis wel een heuse skipiste. Er waren er zelfs met een snowboard.

Voor vandaag staan er nog meer sneeuwactiviteiten op het programma waarover later meer.

Hier brandt de lamp … of niet

Ons huis staat op de hoek, op de hoek van de doodlopende straat voor het huis en de straat met de berg naast het huis. Dat houdt in dat er hier schuin voor het venster van de slaapkamer een straatlicht staat en schuin achter ons koerke ook.

Daardoor kunnen Slow en mske normaal ’s nachts over de palier naar de badkamer zonder het licht aan te steken. Die straatverlichting van daar vanachter geeft genoeg om het ganse binnenwerk van ons huis te verlichten.

Straatlichten die werken echter ook met lampen en lampen, zoals iedereen weet, die gaan soms ook eens stuk. Dat gebeurde ooit al met die lamp voor het huis en Slow, die altijd bezwoer dat hij niet kon slapen als het niet donker was, vond dat niet aangenaam. Die lamp daar vanachter is al meerdere keren stuk geweest. Dat vindt Slow ook niet aangenaam.

Want dan zouden ze het licht moeten aansteken en vermits Slow en mske slapen met het kostumeke waarmee ze geboren zijn, vraagt Slow zich af wat eventuele passanten op die berg zouden kunnen zien en strompelt in het donker over die overloop. mske zit daar zo niet mee en steekt gewoon het licht aan.

Dat wil zeggen dat Slow, telkens één van die lampen stuk ging, de maatschappij verwittigde die dan telkens sito presto de zaak kwamen klaren. Dat wil zeggen dat die hier iedere keer de dag daarna al stonden.

Nu was die achterlamp al sedert enkele maanden kapot, maar Slow deed niks. Hij dacht dat de maatschappij dat misschien zelf wel kon zien.  Tót die dag in september. Die dode duif was er te veel aan geweest en hij schoot in actie.

Sedertdien bleef het stil … en donker.

Gisterennamiddag, mske zat geconcentreerd te werken, ze dacht Slow ook, maar hij vloog ineens recht. mske schrok, ze had het zware geronk ook wel gehoord, maar hier passeert zo een  2 à 3 keer per dag wel een uitzonderlijk transport voor de mannen van de gaas die daar in het veld aan het modderen zijn.

Maar Slow wees naar het venster als had hij het licht gezien. Dat had hij dan ook, want hij zei: “de straatverlichting brandt”.  Dat is meestal een teken dat ze er aan werken. Hij stoof naar achter. Het is dus gedaan met lichten aansteken in putteke nacht om in hun floeren vaan over die palier te lopen.

Gisterenavond bedacht hij dat hij toch eens beter van bij de achterburen was gaan kijken wat er nu precies te zien is als dat licht op de overloop brandt. Goed op tijd zou ik zo zeggen!

De merels

Voor wie het nog weet, wij hebben merels. Al jaren eigenlijk. We weten ook waar het nest zit, al doen we alsof we dat niet weten en lopen daar voorbij, zonder dat we er naar kijken.

De laatste dagen heeft één van hen, namelijk Meneer Merel, echt wel veel praat. Hij zit bovenop de dakgoot een parolleke te doen tegen de merels van in de hof van Buurboer en die van bij Buurnaast.

Hij schrikt als hij op de poort komt zitten terwijl Slow en mske buiten zijn en schettert het alarm voor de ganse straat.

Zijn madam is minder van zeg. Gisteren kwam ze zo op het kleine poortje zitten, keek met scheefgehouden kopke wat mske uitspookte, draaide zich met een sprongske om, keek nog eens scheel achterom en was weg.

Vanmorgen om vijf uur liep mske even over de overloop en keek door het overloopvenster naar het koerke dat onder het sinksenweekend een beetje van uitzicht veranderde. En wat zag ze daar? Een donkere vlek? Neen, een merel. Die merel zat zo muisstil dat mske efkes dacht … maar toen kwam een tweede merel vanonder de bloemenbak te voorschijn en hij trippelde achter de zittende of liggende merel richting poort, in korte etappekes, trip trip trip trip trip en stop … trip trip trip trip trip en stop …

mske vroeg zich af wat er gaande was en bleef kijken, maar toen die merels niets anders deden dan trippelen en stoppen is mske in één etappe terug de overloop over getrippeld en is terug in bed gestapt.

Nu vraagt ze zich af wat die merels daar zaten te doen. Op de hommels wachten? Zijn zij oorzaak van af en toe een dode hommel? Stel je voor, komt zo een beestje ’s morgens uit dat holleke gekropen en zit daar zo een hongerige merel hem -oeps, pardon, haar- op te wachten. Of zaten ze insecten te vangen tussen het gewiede onkruid of tussen de voegen van de kasseitjes?

Ook vraagt ze zich af of de merels soms de daders zijn van dat andere dat ze opmerkte. De morgen nadat ze de bloemekes in de bakken had gezet had ze zich licht verbaasd omdat dat de aarde in die bakken nogal oneffen lag en ze vroeg zich af of ze de avond er voor scheel had gekeken. Ook waren er enkele takjes van de plantjes gebroken.

Eén feit is zeker. Ze kunnen hier geen grond omwoelen of die merels moeten daar hun neus -bij manier van spreken- tussen steken.

Page 3 of 9

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén