Op 14 december gingen we naar Kerstmagie in het kasteel van Laarne.
Op 17 december liep Luc rond met de hoorbare verschijnselen van een verkoudheid.
Op de avond van 18 december had ik ook prijs.
Luc was er na een week vanaf. Ik heb ze nu nog altijd. En ik hoor van meer mensen dat het lang, erg lang duurt, eer je er vanaf geraakt.
Is het erg? Maar neen, het is gewoon enorm energievretend. Het beterde, zo goed als weg.
In Oostduinkerke ging mijn neus terug dicht zitten. Dat is nu ook weer over. Ik krijg weer lucht. Al kreeg ik er wel een enorme koortsblaas gratis voor.
En ik ben weer aan het doempen mét Vicks. Dat ontzwelt nog het beste.
En ik vraag me af: “Wanneer krijg ik de volgende opstoot?” want zo lang het doffe gevoel en een zeker gebrek aan fut blijft is het niet volledig weg, al dacht ik van wel vóór Oostduinkerke.
Tegen dat gebrek aan fut verzet ik me door af en toe wat in te lassen maar dan moet ik het uitzweten en kan rond 21u al naar bed.
Wandelen stond dus al die tijd niet op het programma, al gaan we vandaag denkelijk wel een sneeuwwandeling maken.
En ik marsjeer bewust stevig de trap op omdat ik me anders een oude vrouw zou voelen die zich, met alle moeite van dien, die trap optrekt aan de leuning.
Nog een constante is wel die krassende stem en weet je wat nog? Wel, die Glühwein, maar dan nu in mijn eentje.