Er was een tijd dat alles rustig was aan het station. Rustig bij manier van spreken want auto’s reden er wel en die parkeerden op de niet aangelegde parking, een hobbelig stuk terrein met diepe putten en allerlei bodemverharders zoals asfalt en grint.
Toen vond men dat dat niet meer kon en men ging de stationsbuurt herwaarderen, wat betekende dat de parking verdween. Er kwamen appartementen en dat betekende werken. Het was niet erg rustig meer aan het station, de auto’s parkeerden dan wel verder richting watertoren maar hun geluid werd vervangen door dat van betonmolens en ander gereedschap.
De bussen moesten ook hun perrons verlaten en kregen een tijdelijke halte in een zijstraat, wat niet zo gemakkelijk ging omdat alle bussen altijd samen op een trosselke toekomen en er geen uitwijkmogelijkheden waren en bovendien de chauffeurs met pauze ook geen pauze kenden.
Een paar weken terug brandde er ’s avonds licht in één van de bovenste appartementen en sedertdien komen er stoelen op de balkons, spelen er TV’s achter de ramen en hangen er gordijnen, nog niet overal maar stilaan.
Dus hoog tijd om daar op een andere manier wat leven in de brouwerij van de stationswijk te brengen. Het ganse voorplein, dat is een groot stuk asfalt dat bestaat uit de restanten van een straat die nu doodloopt op de rails en de samenkomst van de zijstraten en de grote toegangswegen tot het station, ligt volledig open.
Het fietsrek is van de ene kant van het station naar de andere kant verhuisd, daar waar nu ook weer de busperrons zijn. De busperrons zijn daar voorzien al zijn de eigenlijke haltes ook nog tijdelijk. Dat betekent dat je met je fiets een omleidingske van een honderdtal meter moet doen, terwijl de auto’s van de heel andere kant moeten komen om op de parking te geraken. Gedaan dus met snel efkes de fiets aan het station te zetten als je in de winkelstraat moet zijn.
Die werken zullen nog wel een pozeke duren. En als die gedaan zijn, gaan ze als kers op de taart, het station verbouwen. Er komt een volledig nieuw station, een vliegend dan nog wel, maar dan verder, meer richting nieuwe parking.
Hopelijk breken ze dit gebouw niet af. Het is namelijk een uniek station. Niet zoals de gezellig ogende stationnetjes van vroeger, iets helemaal anders. In elk geval denkt de kapper dat de stad het zal kopen. En dat zullen we dan maar hopen.