Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Amke en Ella (Page 47 of 72)

Joepie de poepie!

Amke en Ella zijn hier. Gisterenmorgen ging de telefoon en wist Zoneke te melden dat hij vanmorgen zeer vroeg uit de veren moest voor ’t werk en dan moeten Amke en Ella ook zo vroeg op en omdat hij dan Bollie en Amke en Ella nog naar mamaBollie moest brengen moest hij nog vroeger op …

Zodoende lasten Slow en mske maar direct een dagske vrij in en gingen Amke en Ella gisterenavond nog halen.

Ik was zo blij van hen te zien dat ik onmiddellijk de trap afkwam om hen te begroeten. Waarop Amke onmiddellijk vroeg of het nog geen tijd was om me eten te geven. Ze moesten meer komen.

Ze hadden zoveel te vertellen en zoveel te bekijken en de nieuwe -oude- boeken te sorteren. Ze wisten niet welk verhaaltje ze nu eerst wilden en ze moesten de puzzels toch nog uitproberen en ondanks dat Slow en mske nog snel chocomelk gaan halen waren, hebben ze daar geen van hun vieren aan gedacht.

Amke en Ella wilden al lang nog eens naar de speeltuin in het dorpke achter de berg en dat gaan ze vandaag dan maar doen, voor de middag, want de temperaturen die ze geven zijn niet bepaald bevorderlijk voor twee kindjes op een speeltuin.

Hopelijk kunnen ze zo ver stappen, want anders kan Slow te voet terug komen om de auto te komen halen.

Wie wasterier den ezel?

Het was gisteren weer zover. Ergernis in het groot sprookjesboek. En deze keer wist mske wél dat het goed fout zat.

Er stond namelijk dat de kleermakerszoon: “ezeltje strek je” moest zeggen en dat die ezel dan gouden tientjes zou niezen.

Niezen? In tegenstelling tot die keizer heeft die ezel het wel zo ver geschopt dat er een spreekwoord of gezegde over hem ontstaan is, zoals: “hé zeg, ik heb genen ezel die geld schèt.” Dat zeggen ze als kinderen wat veeleisend worden of als de belastingen wat hoog liggen.

En als je dan weet dat Bollie dacht dat mske dat van dat ondergoed had verteld omdat ze dat stichtender vond om aan kleine kindjes te vertellen … Aaarrrggghhh! Wat is er nu aanstootgevend aan een blootje?

In elk geval gaat mske tegen volgende week het volgende sprookje screenen aangezien er geen viruscontrole op sprookjesboeken bestaat.

Typisch voor moe, dat ze zelfs een gekuiste versie van een sprookjesboek in huis kon halen, al weet mske niet meer vanwaar het eigenlijk gekomen is. “Och” zei Bollie “dat zal op de nonnen hun lijst van veilige lectuur gestaan hebben”.

Na het paard met de rare tic, de ezel bij wie men dat “niezen” noemt.

De keizer loopt in zijn ondergoed

“Nog verder buitenspelen en geen verhaaltje vandaag?” vroeg mske. Niet meer verder buiten spelen en wel een verhaaltje.

Na de nodige uitleg dat een keizer zoiets was als een koning, maar dan een klein beetje anders, zat Ella met haar hoofdje tegen mske geleund en keek naar boven. mske dierf niet kijken, bang dat ze zou moeten lachen omdat Ella zo zalig opging in het vertelde. Amke stak haar duim in haar mond. “Jij duimt toch niet?” vroeg mske en Amke haalde hem snel weer te voorschijn. “Van de spanning” dacht mske.

Na het verhaaltje zei Ella: “als ik nog eens een keizer zie ga ik ook roepen: “hij loopt in zijn ondergoed”. Bij het drinken van de chocomelk zei ze: “als ik nog eens een keizer zie ga ik ook roepen: “hij loopt in zijn ondergoed”, wat ze nogmaals bevestigde -alle dingen bestaan uit drie- toen ze in bed zat.

“Bollie” zei mske later “als ik jullie was zou ik niet met Ella naar het defilé gaan”. “En dat is juist door” zei Bollie spijtig toen mske haar vertelde waarom.

De nieuwe kleren van de keizer

mske is verontwaardigd. Meer nog, mske is hoogst verontwaardigd. Ze heeft met priemende blik haar -ooit eens- geliefde groot sprookjesboek bekeken en verwezen naar de rest van leugenaars en bedriegers die ze ooit in haar leven heeft gekend.

Wat is er gebeurd? mske vertelde over de nieuwe kleren van de keizer, zoals het in haar groot sprookjesboek beschreven staat. En dat het kindje op het einde riep: “die man loopt in zijn ondergoed!” Dat Amke en Ella daar plezier aan beleefden en mske daardoor er ook plezier aan beleefde, doet niks af aan de domper die daarnet op dat plezier gezet werd.

Nogmaals, wat is er gebeurd? Ze zocht een prentje van die keizer in zijn ondergoed en vond enkel prentjes van keizers in hun blootje. “Tiens” dacht mske en ze ging verder op zoek. En nu blijkt dat die keizer in het sprookje wel degelijk in zijn blootje onder dat baldakijn liep te lopen. Ze moesten er niet eens voor liegen! Er stond oorspronkelijk: “hij heeft geen kleren aan”. Maar daar moesten ze gauw: “hij loopt in zijn ondergoed” achter schrijven, de half-maseuren! Zelfs het prentje in het groot sprookjesboek is een afbeelding van een keizer met een eendelig ouwerwets stuk ondergoed van lange onderbroek -met valluik- en bovenstuk aaneen. 

“Zelfs daar konden ze met hun fikken niet afblijven” foeterde mske en ze was boos om al die jaren dat ze gedacht had dat die keizer … of beter, al die jaren dat ze haar vanalles wijsmaakten, zelfs dingen die niet waar waren, moesten ze nog meer “niet waar” maken.

Nog verontwaardigder is ze nu, omdat zij, zonder er bij stil te staan, dezelfde brute leugen verder verteld heeft aan Amke en Ella.

Nu rijst de vraag: “gaat ze volgende week de juiste versie nog maar eens vertellen en zeggen dat het groot sprookjesboek een jokkebrok is?” of gaat ze Amke en Ella ook in de waan laten en denken wat de meeste mensen nu wel zullen denken, dat het toch allemaal zo belangrijk niet is.

“Er zijn geen zekerheden meer in ’t leven” zei mske terwijl ze het groot sprookjesboek verontwaardigd terzijde legde.

En … mars!

Amke en Ella klauterden zo snel op de schommelset en gleden er zo snel af dat mske het tempo naar beneden haalde. “Geen twee tegelijk op het ladderke” besliste ze. Amke wou dat mske haar hielp, maar eigenlijk was dat niet nodig. Ella mocht ze niet helpen en toch was het Ella die een keer een schuiver maakte. Dus hield mske Amke vast voor Amke’s goedgevoel en hield ze Ella vast voor haar eigen goedgevoel – met de nodige tegenpruttelderij natuurlijk.

Op een zekere moment stond Amke naast haar en humde de Radetzkymars van Johann Strauss. mske was verbaasd. Niet omdat Amke de Radetzkymars humde, want mske weet vanwaar het komt, maar wel verbaasd omdat ze die nog kon nahummen.

Het moet zo de periode van de paraplubarbiekjoe geweest zijn, dat Amke over de leuning van de zetel vloog en op haar buik op mskes schoot landde. mske had toen de Radetzkymars gebromd terwijl ze het tempo aangaf op op Amke’s bips. “Doe dat nog eens” vroeg Amke daarna.

mske kan niet zingen, ze kan geen toon houden, maar aan Amke’s gehum te horen moet mskes versie toch niet zo erg afgeweken zijn van wat Strauss oorspronkelijk had bedoeld, want de melodie was juist, niet bij benadering maar “juist”.

“Als ik nu volgende keer ‘Wien bleibt Wien’ van ‘Schrammel’ opvoer” dacht mske “heeft ze toch al een basis voor klassieke muziek”. Bovendien moet Amke die Wien bleibt Wien ook wel kennen tegen dat ze ver genoeg kan stappen om door het spookbos te gaan.

Pia Pia Piano

Er was een lijstje met liedjes die Amke en Ella graag zouden gehad hebben.

Toen mske het overliep en bij “I am the Music Man van Black Lace” uitkwam, vroeg ze zich af hoe ze daar op kwamen.

Tot ze het liedje beluisterde en reeds bij het eerste pia pia piano tot de bevinding kwam dat ze dat kende. Zij zelf heeft dat namelijk in het derde kleuterklasje geleerd, in ’t Vlaams natuurlijk en dan ging dat:

Ik ben een muzikantje en ik kom uit Zwitserland
En ik kan spe-elen
Wat kan jij spe-elen?
Pia pia piano …

 
Wat dat muzikantje uit Zwitserland nog kon spelen, dat weet mske al lang niet meer.

Ze is dan nog maar eens gaan neuzen bij Wikipedia en denkt dat haar versie van het derde kleuterklasje van het Duitse afkomstig moet zijn.

In elk zal in het oorspronkelijke liedje wel geen sprake geweest zijn van voetbal noch Dambusters. Zeker dat de Dambusters pas hun oorsprong vinden in 1943.

… mond toe!

Ella dook het bad in, plonsde achterover tot enkel haar gezichtje nog boven water kwam, zette zich recht, sloeg haar haar voor haar ogen het water in en maakte het goed nat en zei: “kijk oma, wat ik kan” en dook met haar gezicht haar haar achterna, zodat haar ganse hoofdje onder water zat. Ze kwam terug boven en zei: “met mijn mond dicht” en dook terug onder.

mske had een visioen van enkele jaren terug toen een nog heel kleine Ella, gewoon achterover in het bad ging liggen, volledig onder water, tot grote schrik van mske en Bollie zei dat ze dat wel meer deed.

Toen de waternimf op normale wijze in het bad gezeten was en Amke het washandje wou uitwringen, spetterden enkele druppels van dat washandje.

“Euh!” sputterde Ella verontwaardigd “Amke maakt mij nat!”

Mond open …

“Zeg ik nu iets over het K3-spel?” dacht mske luidop in de auto. Twee weken geleden hadden ze,op de vraag van Amke, halvelings beloofd om dat vorige week te spelen, maar toen was Amke dat vergeten tot net voor het slapen gaan.  Slow trok een raar gezicht. “Ze heeft anders wel weinig kans om het te spelen” zei mske. Slow trok nog steeds een raar gezicht.

Amke had haar brilletje maar mskes: “oh wat een leuk brilletje” werd onthaald op: “heb je het groot sprookjesboek meegebracht?” Ze kleefde als een magneet aan mske om het boek in handen te krijgen, wat dan gebeurde toen ze samen op de zetel zaten.

De beloofde gelaarsde kat werd wat in twijfel getrokken bij het zien van het prentje van Doornroosje, Ella wou Hans en Grietje, maar omwille van de aanwezigheid van heksen in beide sprookjes werden die weer afgevoerd. “Niet met wolven en heksen” geniet Amke’s voorkeur.

“Ik weet niet veel sprookjes meer” zei Bollie waarop mske de inhoudstafel even overliep. “Ah maar dat ken in nog” zei Bollie toen mske “De nieuwe kleren van de keizer” vernoemde en ze vervolgde tegen Amke en Ella: “en dat gaan jullie ook leuk vinden, vooral het einde”. “Volgende week” zei mske, die zich al mentaal geprepareerd had op de gelaarsde kat, wat in houdt dat ze het sprookje gewoon nog eens herlas om te zien of er nergens een onverwachte Wezer door het sprookje loopt.

Toen Bollie en Zoneke vertrokken, zetten haar beide kleindochters zich naast haar in de zetel en na nog de nodige uitleg over molens en malen en molenaars, je weet nooit of de kindjes van vandaag daarvan nog op de hoogte zijn, Amke wel dus, ging het verhaal van start.

Het liep goed tót die kat een konijn zakte in de zak, in een strik wordt een konijn gestrikt, en Amke opkeek naar mske en zei: “dat is niet lief! Zo een lief konijntje!” Waarop mske bedacht dat er bij de “geen wolven en geen heksen” beperking, kon bijgevoegd worden: “geen konijnen vangen”. Bij de volgende jachtperikelen van de kat werd nog enkel jachtbuit gevangen.

En toen, toen de kat herhaaldelijk aan landarbeiders wist te vertellen van wie ze moesten zeggen dat die gronden waren, vroeg mske de laatste keer: “en wat moesten ze zeggen tegen de koning” riep Ella enthousiast: “van de Markies van Carabas!

Later wilden ze de rattenvanger nog eens, met inbegrip van de burgemeester. mske heeft gezegd dat, eens alle sprookjes verteld zijn, ze gewoon zal herbeginnen. Er is dus nog werk aan de winkel.

“Jij kan dat niet zien” zei Slow achteraf “maar terwijl je zit te vertellen, zit Ella gewoon met haar mond open”.

De Indische waterlelies

Vorige week beloofde mske dan haar Groot Sprookjesboek mee te nemen naar Amke en Ella en ook dat met de twaalf sprookjes van Fabiola, omwille van de Indische waterlelies die Amke en Ella zo leuk hadden gevonden in de Efteling.
Dinsdag heeft mske haar boeken gesorteerd, haar lijst was niet volledig meer en ondertussen ging ze kijken of het boek er nog tussen zat.

Dat was een open vraag, want enkele jaren terug had mske alle boeken die ze niet meer moest hebben apart in dozen gestopt om eens op een vlooienmarkt te verkopen. Dat dat er nog niet van gekomen is, is enkel te wijten aan een zekere onzekerheid, door een gebrek aan transparantie -als iedereen dat woord gebruikt kunnen wij toch niet ten achter blijven- in de wetgeving aangaande.

Een particulier mag x-aantal keren -acht keer denken we- op een vlooienmarkt gaan staan zonder dat te moeten aangeven maar een zelfstandige … dat is een ander paar mouwen.

Als je dan al eerst 75€ moet neertellen bij de kruispuntbank en dan nog geld spenderen aan een standplaats, dan kan je het zaakske beter opfikken.

Fabiola en haar sprookjes … eigenlijk weet mske niet of ze het boek apart gestoken heeft. En met die werken hier in huis zijn alle dozen door mekaar geraakt. De vlooienmarktdozen staan bij dozen die nog nodig zijn.

Boven op zolder is het ook van dat. “Moet ik iets verzetten?” had Slow gevraagd, waarop hij een negatief antwoord had gekregen. Nu staan al Zus’ dozen en het archief van de zaak en de lege dozen, afin alles wat op zolder stond, op een trosselke bijeen gezet.

En om nu morgen alle dozen op hun inhoud te gaan controleren, daar heeft mske ook geen zin in.

Dingen

Soms kunnen dingen mekaar ontmoeten en er beide beter van worden. Soms kan je de dingen beter gescheiden houden omdat er anders malheuren gebeuren.

Zo stond er bij Ex-schoonmama een groene vaas, mode jaren ’60, op de kast. Het was een lelijk ding.

Vorige week haalt Bollie een groene vaas, mode jaren ’60 uit. het was nog steeds een lelijk ding. “Ja zeg” zei Bollie “ik had sowieso al geen vazen en ik heb ze maar mee gebracht”.

En je had de rozekes. Een bloemekeeke rozekes, geen al te grote en geen al te dik boekeeke.

Toen Bollie de rozekes in de groene vaas had gezet, ging dat er ineens helemaal anders uit zien. De bloemekes werden een schitterend boekeeke en de vaas werd zelfs mooi. Het geheel oogde uiterst sjiek op Bollie’s tafel.

En dan heb je de frisbee, Amke’s frisbee. Of dat nu een echte frisbee is, is nog tot daar toe, hij is opplooibaar en past in een zakje niet groter dan een kinderhand, maar eens uitgefloept heeft hij de omvang van een platte talloor.

En als Amke met haar frisbee speelt, vertoont die een afwijking naar links.

Een roos onthoofd!

Page 47 of 72

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén