“Zeg ik nu iets over het K3-spel?” dacht mske luidop in de auto. Twee weken geleden hadden ze,op de vraag van Amke, halvelings beloofd om dat vorige week te spelen, maar toen was Amke dat vergeten tot net voor het slapen gaan. Slow trok een raar gezicht. “Ze heeft anders wel weinig kans om het te spelen” zei mske. Slow trok nog steeds een raar gezicht.
Amke had haar brilletje maar mskes: “oh wat een leuk brilletje” werd onthaald op: “heb je het groot sprookjesboek meegebracht?” Ze kleefde als een magneet aan mske om het boek in handen te krijgen, wat dan gebeurde toen ze samen op de zetel zaten.
De beloofde gelaarsde kat werd wat in twijfel getrokken bij het zien van het prentje van Doornroosje, Ella wou Hans en Grietje, maar omwille van de aanwezigheid van heksen in beide sprookjes werden die weer afgevoerd. “Niet met wolven en heksen” geniet Amke’s voorkeur.
“Ik weet niet veel sprookjes meer” zei Bollie waarop mske de inhoudstafel even overliep. “Ah maar dat ken in nog” zei Bollie toen mske “De nieuwe kleren van de keizer” vernoemde en ze vervolgde tegen Amke en Ella: “en dat gaan jullie ook leuk vinden, vooral het einde”. “Volgende week” zei mske, die zich al mentaal geprepareerd had op de gelaarsde kat, wat in houdt dat ze het sprookje gewoon nog eens herlas om te zien of er nergens een onverwachte Wezer door het sprookje loopt.
Toen Bollie en Zoneke vertrokken, zetten haar beide kleindochters zich naast haar in de zetel en na nog de nodige uitleg over molens en malen en molenaars, je weet nooit of de kindjes van vandaag daarvan nog op de hoogte zijn, Amke wel dus, ging het verhaal van start.
Het liep goed tót die kat een konijn zakte in de zak, in een strik wordt een konijn gestrikt, en Amke opkeek naar mske en zei: “dat is niet lief! Zo een lief konijntje!” Waarop mske bedacht dat er bij de “geen wolven en geen heksen” beperking, kon bijgevoegd worden: “geen konijnen vangen”. Bij de volgende jachtperikelen van de kat werd nog enkel jachtbuit gevangen.
En toen, toen de kat herhaaldelijk aan landarbeiders wist te vertellen van wie ze moesten zeggen dat die gronden waren, vroeg mske de laatste keer: “en wat moesten ze zeggen tegen de koning” riep Ella enthousiast: “van de Markies van Carabas!
Later wilden ze de rattenvanger nog eens, met inbegrip van de burgemeester. mske heeft gezegd dat, eens alle sprookjes verteld zijn, ze gewoon zal herbeginnen. Er is dus nog werk aan de winkel.
“Jij kan dat niet zien” zei Slow achteraf “maar terwijl je zit te vertellen, zit Ella gewoon met haar mond open”.