Als ik zou zeggen dat alle vakantieparken een meer of vijver hebben, lieg ik misschien, want ik heb nog niet bij alle vakantieparken een vakantie, week, midweek of twee- of driedaagse doorgebracht. Ik denk trouwens niet dat dat me, in wat me nog rest van mijn één mensenleven, zou lukken. De vraag is ook of een heel mensenleven wel zou volstaan.

Wat wel waar is, is dat alle parken -en dat zijn er niet zo heel veel- waar ik wel al was zo een meertje of vijvertje hebben.

Soms hebben ze dat niet nodig, dan liggen ze gewoon aan bij zo een groter meer zoals de Bostalsee en het Rauwse Meer, zoals Center Parcs Bostalsee en Sunparks Kempense Meren.

Soms liggen ze aan zee, maar de beide Belgische parken hebben daarbovenop nog een parkmeertje.

Ook het -niet nader genoemde- park in Drenthe had een eigen parkwater, eigenlijk meer dan één al was het ene dan een zwemvijver en het andere een vennetje in natuurgebied.

En daar hadden we dan, als kers op de taart, de niet zo veraf gelegen Baggelhuizerplas. Die was een wandeling meer dan waard. Er was niet echt veel volk. Op enkele joggers na hebben we er niemand ontmoet. Rare gevolgtrekking? Als de wc-voorzieningen bij dat soort gebieden gesloten zijn, wordt het pas de moeite waard om ze te bezoeken.

Die waterpartijen vind ik een enorme meevaller, vooral als je ’s avonds niet de hele avond voor de TV wil hangen en nog een luchtje wil scheppen. Water heeft altijd een bepaalde aantrekkingskracht en het is snel gezegd: “Gaan we nog eens tot aan het meer?”