Moe was ik het en grondig beu ook al. Er moest iets gebeuren. En ik zou dat varkentje wel eens gaan wassen.
Met vernieuwde energie toog ik naar de boekenkamer, bekeek de boeken en attributen op het ijzeren rek en de stapel dozen tegen de wanden. Pure chaos vond ik het. Wie kon dààr nog aan uit.
Er was de doos waar “kookboeken” op stond, dat was nog zo een hoge logge bananendoos en die moest weg, zo snel mogelijk want die verstoorde zelfs de orde in de wanorde.
Er waren de dozen waar “oorlogsboeken”, “Young Adults” en “anderstalige romans” op stond en die dozen met een naam stapelde ik netjes op een hoge toren.
Maar die andere boeken, die in anonieme dozen zaten … daar haal ik er af en toe een paar uit om mee te nemen, maar het is nogal willekeurig. En ik wou orde op zaken.
Ik nam het boekenrekje (vezelplaat met grenenfineer) dat op de gastenkamer stond, waar ooit puzzels en spellekesdozen van de kleindochters op hadden gestaan en ging aan de slag. Veel van die boekendozen waren meer leeg dan gevuld en na drie lege dozen was dat rek nog niet half gevuld.
“Ik wou dat ik nog zo een rek had” verzuchtte ik, als ik het aantal nog te controleren dozen bekeek.
Was dat ook weer een kleine miniblik in de toekomst? Na de middag reden we de Kringwinkel -niet- voorbij en stapten binnen en kwamen buiten met een hele bijpassende boekenkast. Het ding kostte een fractie, het materiaal is geen vol hout en de stijl is voor mij meer dan passé, maar op een boekenkamer kan dat nog.