Er was een tijd dat ik probeerde om dat kerstgevoel, waar iedereen het zo over heeft, ook eens gewaar te worden.

Toen gingen Luc en ik wel alle jaren naar een kerstmarkt. Maar dat was wat het was: een markt met kerstmis, voorzien van vreet en zuip en tierlantijntjes. Wel prettig, wel lekker, maar enig kerstgevoel was er verder niet te vinden.

Daarna gingen we wel af en toe nog eens naar een kerstmarkt, maar niet jaarlijks, omdat ik besefte dat het kerstgevoel ook een vorm van herinnering is. Als je het in je kindertijd niet meekreeg, komt het niet. Het komt ook nooit, hoe gezellig en knus je het met kerstmis ook maakt.

Toen Amke eens vertelde dat ze wel eens graag naar een grote Duitse kerstmarkt zou gaan, boekten we een overnachting in Koblenz. Het ging niet door. Het was 2021, het jaar na Covid_19, de naweeën van het Coronavirus. We zegden af met spijt in het hart.

Vorig jaar zat ze rond die tijd met haar neus in de studieboeken.

Dit jaar opperde Luc een uitstap naar de kerstmarkt van Eupen. Geen overnachting. Gewoon een over en weertje. “Ga je mee?” vroeg ik Amke. Natuurlijk ging ze mee.

Het viel zo goed mee dat we dat volgend jaar nog eens gaan over doen.

Een échte Duitse kerstmarkt zal voor een keer na de het afstuderen zijn.