Hij zei tegen Luc: “Je vrouw zegt niet eens goeiedag terug tegen mij”. Ik zeg tegen Luc: “Die zegt niet eens goeiedag tegen mij”. Luc zegt tegen mij: “Jawel, maar hij stond drie meter achter u”.



Zij zegt tegen mij: “Gij kent mij zeker niet meer?” Ik zeg tegen haar: “Jawel, waarom?” Zij zegt: “Ik zeg goeiendag tegen U en ge loopt gewoon door”. Ik vraag: “Waar?” Zij zegt: “Ik kwam achter u naar binnen”.



Als ik in de auto op de passagierszetel zit en er zitten medereizigers op de achterbank, dan moet ik zo goed als achterstevoren in die auto gaan zitten om mee te kunnen klappen.



Ik vraag aan de audiologe: “Waarom hoor ik niet wat men achter mij vertelt?” De audiologe zegt tegen mij: “Dat is normaal omdat die microotjes van het hoorapparaat naar vóór gericht staan.”



En dan vraag ik me af of daar soms de uitdrukking “achter je rug praten” vandaan komt.

pske van mske:

    De twee eersten hebben het me kwalijk genomen en ik ga me niet verantwoorden. Want als je een hond wil slaan vind je licht een stok.