Toen Zus kwam zette ze zich genoeglijk bij de Leuvense stoof en stelde mske voor dat zij wel de woonkamer wou helpen schilderen, maar dan moest ze zeggenschap hebben in de kleurkeuze … En mske bedacht dat het best wel kon meevallen want Zus is heel erg artistiek aangelegd, maar het zou toch misschien weer net niet zijn wat mske wou.
En toen Zoneke kwam, was Amke doodop. Ze waren naar het verjaardagsfeestje gegaan en die familie had Amke van arm tot arm doorgegeven en het kindje had niet kunnen slapen. De verstandelijke vermogens van die mensen had mske al kunnen zien in de kliniek, het betrof namelijk de dame met het dikke achterste, haar dochter en de twee nakomelingen.
Toen Amke luidruchtig haar ongenoegen bleef verkondigen, zei Zoneke: “Amke, zwijg nu toch!” En mske bedacht dat Zoneke, de perfectionist, die zijn dochter wil opvoeden tot een kind waar je overal mee kan komen dit nu zag als een blijk van een falen van zijn vaderlijk gezag.
En toen gaf Zoneke een geschenkje aan Slow en vertelde naderhand aan mske dat zijn vader daarom al een ganse week tegen hem smoelde.
En toen het voorgerecht op tafel verscheen zei Zoneke, met geschrokken gezicht: “moeder, dat is toch géén witloof hé?” Zijn gezicht verhelderde toen hij luidop bedacht: “dat kan niet, dat lust je zelf niet” en even later was het ganse voorgerecht verdwenen.
De gesprekken varieerden van luchtig tot serieus.
En om 10 na twaalf keek Slow op zijn gsm, die al de ganse avond in zijn zak stak en mske keek naar Zus en Zoneke en stelde zich voor wat er door hem heen ging.
Slow beweerde dat hij het gerecht nog nooit zo lekker had gegeten en Bollie had het nog nooit zelfgemaakt gegeten. Er werd heel wat over en weer gelachen.
En toen ging de Leuvense stoof uit. De aanwezige warmte bleef wel hangen maar je voelde wel dat de bron geen warmte meer gaf. En Zoneke bedacht dat Slow en mske dat best eens zouden proberen met barbecue houtskool, wat ze morgen al gaan doen.
Tijdens het dessert, waarvan Zoneke niet at, wegens geen honger meer, hoorden ze een bons die van hier kwam en Zus zei: “de katten hebben iets omgegooid”. mske liet haar dessert voor wat het was, stoof de keuken in en vond de restant van haar gerecht, samen met de zware gietijzeren kookpot op de grond liggen. Zoneke stond onmiddellijk achter haar en zei: “Sloef heeft het gedaan, kijk maar, er hangt op zijn rug ook” … Du-uh Zoneke, als ik die kookpot afgestoten zou hebben zou ik niets op mijn rug gehad hebben hé … En mske keek naar de ravage en begon die op te ruimen en toen ze het deksel van de blauwe kookpot zag, zei ze: “Weeral iets met een stuk af!”
Toen ze terug aan tafel kwam, zaten die daar allemaal mee te lachen, maar mske niet! Ze was boos op ons.
Wordt vervolgd …