Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Luisterend oor (Page 1 of 2)

Het dove luisterend oor

In een tijd van lang geleden, toen mijn oren nog hoorden, had ik dagen dat ik me ambetant en ellendig voelde omdat ik vond dat mijn oren een ietwat te veel gebruikt werden als luisterend oor.

Zo gebeurde het meermaals dat we, na een drukke werkdag iets wilden gaan drinken in de taverne. Zaten we aan de toog kwam er iemand naast mij zitten. En werkelijk, geen vijf minuten later, zat ik te luisteren naar de klaagzang van hun leven.

Ook wanneer we aan een tafeltje gingen zitten, kwamen mensen een praatje slaan maar mijn luisterend oor draaide op volle toeren en achteraf vertelde Luc me de andere nieuwtjes die hij had opgevangen.

Ik werd er een beetje moedeloos van. Was dat het enige waaraan ik me mocht verwachten als we uitgingen?

Nog langer geleden, op een personeelsfeest zaten ze aan die tafel te lachen, te bulderen, op hun billen te kletsen van plezier. En ik? Ik zat op de hoek met die ene die me zijn heel ellendige liefdesgeschiedenis tot en met zijn scheiding, van naadje tot draadje uit de doeken zat te doen.

En toen wist de baas toch triomfantelijk, de maandag daarna, te vertellen hoe geslaagd het feest wel was geweest, hoe we allemaal genoten hadden. Hij moest eens weten.

Nu horen mijn oren niet meer (zo goed) en hoorde ik die verhalen niet meer.

Maar toch, maar toch, zat ik ergens stillekes op mijn eentje in mijn hoekje aanwezig te zijn in afwachting van het nieuwe hoorapparaat, toen de vrouw rechtover ons informatie kwam vragen … aan mij. Luc snelde ter hulp, want die weet dat ik momenteel (bij het schrijven dezes) zo goed als doof ben.

Toen de echtgenoot er bij kwam, ging die vrouw al snel tegen mij alleen verder. Ik verwittigde dat ik zo goed als niks kon horen, maar ze ving aan met een ellenlang ellendig verhaal waarop ik enkel wat bromde, wat mummelde, wat knikte en zo tussendoor tot driemaal toe vertelde dat ik niet hoorde. Toen liet ze me een litteken zien. Ik zat ingesloten tussen mijn tafel, de muur en Luc en de man. Toen haar telefoon ging ben ik naar het sanitair gedeelte gevlucht.

Naderhand, toen het telefoontje afgelopen was, stond ik aan de verkeerde, zij het goeie kant.

Weet je, dat Tinnitus gaan opspelen is en ik de hele volgende dag last van overdruk in mijn hoofd heb gehad?

Weet je, dat ik de hele volgende dag zin heb gehad om te janken?

Weet je, dat ik -weegschaal zijnde- de hele dag heb geschommeld heb tussen me ellendig voelen omdat ik mezelf harteloos vond en me ellendig voelen omdat ik -weeral- enkel en alleen daarom goed genoeg bleek te zijn?

Weet je, dat ik zelfs niet meer weet hoe ik er onderuit moet komen?

Aanbevelen? Ikke? Tsss …

Het is een ervaring die ik al heel vroeg opdeed. Ik moet nooit iets aanbevelen aan anderen want achteraf komen ze dan bij mij zagen als ze een probleem hebben of verwijten ze mij dat het hen niet zo goed verging.

En toch liet ik me weer vangen. De vrouw was nog geen vijftig maar moest een hoorapparaat. Maar als alleenstaande … en mijn luisterend oor stond weer paraat. Het kwam er op neer dat het te veel kostte, zeker dat ze er aan beide kanten eentje nodig had, het was veel te duur en enkel voor rijke mensen.

Idioot die ik was, negeerde ik mijn algemene ervaring en legde uit waar ik de mijne haalde, de terugbetaling van de ziekenkas, de voordelen van de bijkomende verzekering, …

De volgende morgen zag ik haar terug, ze stevende recht op mij af, herinnerde me aan de uitleg over dat hoorapparaat en zei bozig: “Maar dat is niet juist!” Ze had het nagevraagd en het klopte niet. Tja, ze had er de terugbetaling van de ziekenkas niet afgetrokken. Ik heb niets meer gezegd. Ze zocht het zelf maar uit. En ik vroeg me maar weer eens af wanneer ik het eindelijk eens zou leren.

Bij een interventie van Proximus krijg je sowieso achteraf een tevredenheidsenquête van enkele vragen. Zo ook over de laatste strubbeling. Ik kon kiezen tussen: “Uiterst tevreden – zeer tevreden – tevreden – niet zo tevreden – helemaal niet tevreden” Ik koos: “tevreden” en legde in het commentaarvak uit dat ik “uiterst tevreden” was over de interventie van hun medewerkster maar integendeel “helemaal niet tevreden” over de oorzaak. Dit terzijde, dat heeft hier met dit log eigenlijk niks te maken.

De laatste vraag echter wel. Die luidde: “Zou u proximus aanraden” waarop ik: “helemaal niet” aanvinkte en er als commentaar bijschreef: “Ik ben een tevreden proximusabonnee maar ik beveel nooit iets aan”, waarop ik twee dagen later opnieuw een enquête ontving, waarvan de eerste vraag luidde: “Als u in het algemeen terugdenkt aan uw ervaringen bij Proximus, hoe tevreden bent u dan over Proximus?”

Ik vond dat ze me beter een antwoord op die ene vraag naar de oorzaak zouden geven in plaats van om schouderklopjes te bedelen, sloot de e-mail en kiepte de hele reutemeteut in de virtuele prullenbak.

Center Parcs en Sunparks doen dat ook. Telkens vragen ze je een recensie te schrijven. Ik doe dat meestal wel omdat wij nogal rap tevreden zijn -een geslaagde vakantie hangt bij ons niet af van een gebarsten plinttegel naast de deur- en de recensies van anderen soms wel sterk overdreven tot grof zijn. Deze keer had ik geen zin om die enquête in te vullen. Die eindigen toch ook allemaal met de vraag of wij hen zouden aanbevelen. De e-mail ging de Proximusenquête achterna al is het dan een andere virtuele prullenbak.

Wat ik dus nu mezelf voorhoud is: ik heb zelf alles uitgezocht en ondervonden, een ander kan dat ook. De vraag is alleen hoelang ik het nu weer volhoud.

Raad kost geld

Zo af en toe zoek ik iets op op internet. Als het dan over voeding en aanverwanten gaat, krijg je meestal te maken met dezelfde oppervlakkige kennisgeving, waar je niets wijzer van wordt want dat weet je zelf ook al. Maar je vindt er wel een link, stijl: “meer weten” en als je die aanklikt hebben ze allemaal een boek geschreven en moet je natuurlijk dokken.

Goede raad is duur! Dat is een gezegde.

Ik vraag me af waarom ik al die jaren dat ik leef, al die velen die me raad vroegen, geen link heb gegeven waar ze konden betalen. Het lijkt egoïstisch als ik het zo bekijk, maar een ander doet het dan wél.

Heel waarschijnlijk kent iedereen wel het mopje over de advocaat en de dokter? Neen?

Een dokter en een advocaat zijn op een receptie, wanneer er een man aan de dokter medische raad vraagt. De dokter geeft antwoord en zucht tegen de advocaat: “Dat is toch vervelend, hoe ga jij daar mee om?”

“Ik reken het gewoon aan”, antwoordt de advocaat.

“Goed idee!” zegt de dokter.

“Dat is dan 100€” zegt de advocaat en steekt zijn hand uit.

Hoeveel recepties ik zo al meemaakte en ik ben geeneens dokter of advocaat. Ik had het al meer over mijn luisterend oor. Soms volstaat dat, soms willen ze dat ik de antwoorden geef.

Ik zei al meer dat ik zou vertikken en mij betalen zullen ze toch nooit doen. Waarom zou ik me dan nog ellendig voelen met verhalen van anderen?

En neen, ik ben niet echt egoïstisch, ik ben gewoon met pensioen en na al die jaren gratis advies, wordt het tijd dat iedereen zich een andere raadgever gaat zoeken.

Het geluid van stilte

Soms denk ik: “ooit zal ik niet meer weten wat vertellen”. Op het blog dan. Maar dan valt weer één of ander in mijn postvak of lees ik iets in de krant.

Anderzijds zijn er mensen die met hele dagen kunnen vertellen, niet op een blog maar in realiteit. Ik kan dat niet. Als ik dat zeg wordt dat onderuit gehaald door hen die denken spits te zijn en die dan zeggen dat ik wel kan converseren.

Ze weten het niet, ze weten niet wat mij dat kost achteraf. Het gesprek maalt door en herhaalt zich in mijn hoofd, telkens weer, om toch maar zeker te zijn dat ik niets fout heb gezegd, dat er toch maar niets is dat verkeerd kan geïnterpreteerd worden.

Zo werd me aangeleerd: ik sprak te stil, te luid, mijn mening werd niet gevraagd of was volstrekt idioot, ik wist niet waar ik het over had, ik moest zwijgen als ik niets zinnigs wist te vertellen. Dat laatste dan vooral als ik het niet eens was met hun mening of zij mijn visie niet aanvaardden.

Zei ik niets, dan was het ook niet goed, dan leek ik wel helemaal onnozel.

Een kleine opmerking tussenin: als iemand een luisterend oor nodig heeft, dan denken ze er ineens aan dat ik er ook nog ben. Daar komt verandering in. Mijn oren zijn ook niet meer wat ze geweest zijn.

Het blog dus. Het vit niet, geeft geen commentaar en ik zeg wat mij dunkt dat gezegd mag en kan worden. Ik let dus nog steeds op dat wat ik schrijf voldoet aan de immer aanwezige censuur in mijn eigen hoofd.

Asociaal in de wachtzaal

Ik vermijd enig contact met mijn telefoon als ik me in één of andere wachtzaal bevind. Niet dat ik me ook maar iets gelegen laat liggen over wat anderen daarvan denken, maar gewoon omdat ik ook ergens het gevoel heb dat het nogal asociaal is.

Gisterenochtend echter, bij het naar de kine rijden, bedacht ik ineens dat lezen in een wachtzaal nu precies hetzelfde is. En dat terwijl de magazines die daar aanwezig zijn -meestal roddelpers, ook wel “de boekskes” genaamd- me niets te vertellen hebben.

Gesprekken in wachtzalen? Daar heb ik het eigenlijk ook niet zo op begrepen, want meestal ben ik het luisterend oor en krijg ik de hele reutemeteut van ellende over me heen gestrooid. Anderen hebben dan ook gesprekken onderling. Op die manier kan je ook de hele reutemeteut aan ellende meekrijgen of een hele hoop sappige roddels over mensen die je niet kent.

Gisterenochtend, bij het naar de kine rijden, bedacht ik ook nog dat ik de kranten nog niet had gelezen en dat terwijl er toch een bomalarm in Brussel was geweest.

Ik besloot dus in de toekomst gewoon mijn telefoon te pakken en asociaal te negeren wat ik wil negeren.

Den John

En neen, we hebben het niet over die kaalkop van den TV. Het is een personage dat zich John noemt om te kunnen spammen. En blijkbaar dacht die het licht gezien te hebben want hij kwam er twee keer door, voor ikzelf hem in de smiezen had.

Ik had een excuus, ik was op één van de evenementen en dan vermindert mijn natuurlijke waakzaamheid wat het blog betreft.

Nu ja, den John antwoordt dus gewoon op een logske, maar hij doet dat in het Engels. Het kan. Het kan altijd, dat hij wel leest wat er staat maar het zelf niet in het Vlaams uitgelegd krijgt. Het kan. Maar zijn reacties zijn aan de slijmige kant, zo wat zoals die van in de begintijd van de blogs van diegenen die kwamen reageren omdat ze zelf op bezoekers visten.

Ik zou aan John geen woorden vuil gemaakt hebben, ware het niet dat de man, als het al ene is en geen robot, ineens nood bleek te hebben aan een luisterend oor. Hij schreef:

Today, while I was at work, my sister stole my apple ipad and tested to see if it can survive a 30 foot drop, just so she can be a youtube sensation. My apple ipad is now destroyed and she has 83 views. I know this is entirely off topic but I had to share it with someone!

Spammer of geen spammer, hij maakte me aan het lachen, vandaar …

Ongemakkelijk op het gemak

Erg is het, heel erg, als je bij hoogdringendheid met een volle blaas op zoek moet naar sanitaire voorzieningen die er niet zijn.

Maar soms zijn er wel sanitaire voorzieningen maar ga je gewoon niet. Dat er wel erg vieze bestaan, daar moeten we het niet meer over hebben, veronderstel ik.

Wat kan je nog weghouden? Vraag je je dat af? In mijn geval een taterende wc-madam.

Wat kon dat mens kletsen, een echte spraakwaterval. Ze was al wat ouder en ze had het koud en dat moest iedereen weten, daar kon ze hele verhandelingen over schrijven vertellen. Ze was er jaren geleden mee begonnen, met dat wc-madam zijn en ze had al snel de smaak te pakken. En verder vertelde ze nog privé-zaken die wij, gezien ons luisterend oor dat niet kan praten, niet verder vertellen.

Me supersnel in de wc verschansen was geen optie, want ze ging gewoon door achter de gesloten deur en ze verwachtte ook antwoord.

Mijn grootmoeder noemde het huiske ook soms het gemak, maar daar was echt niets gemak aan. Roef roef roef en snel snel snel, deur terug open en dan …

Tja dan was er maar één mogelijkheid, op mijn gsm naar het uur kijken en zeggen dat ik nog verschrikkelijk veel werk had en wegwezen.

Moet ik daar nog bij vertellen dat ik eigenlijk te weinig heb gedronken, die dagen?

Hij had een luisterend oor

De tijd dat Amke geen vlees wou eten ligt ondertussen een pooske achter ons.

Maar toch maken Slow en smke telkens kindvriendelijk vlees telkens Amke hier eet, waarmee ik bedoel dat ze geen lap biefstuk of een kotelet onder haar neus gaan duwen. Een worst dus.

Ze zaten met hun vieren gezellig te eten toen Amke ineens wat zei dat mske niet had verstaan. “Wat zeg je?” vroeg mske. “Niets” zei Amke ‘ik was tegen mijn worst bezig”.

mske keek naar Slow en Slow keek naar mske. “Ik wist het!” zei Slow tegen Amke  “van bij je geboorte wist ik het al. Toen dacht ik reeds: “dat kindje gaat later een worstenfluisteraar worden”.

Ondertussen weten wij natuurlijk wat Amke tegen die worst heeft gezegd. Maar dingen die ons in vertrouwen zijn gezegd, gaan wij niet verder vertellen. Oh nee!

Een dag om met de vuilkar mee te geven

Het was een rotdag vandaag. Niet dat er wat speciaals was gebeurd. De oorzaak ligt waarschijnlijk ergens bij mske zelf, die soms om onbepaalde redenen water begint op te houden en dan weemoedig wordt en nadenkt over bepaalde zaken.

Maar wat is nu oorzaak en wat is gevolg? Wie zal het zeggen. Begint mske water op te hopen omdat ze wat hoort dat gaat malen in haar hoofd of gaat het malen in haar hoofd omdat dat water in de weg gaat zitten.

Feit is dat mske al een paar jaar haar luisterend oor geleerd heeft om selectief doof te zijn. Dat ze ook zichzelf leerde om alles zelf op te lossen dateert al van vroegere tijden. Maar vandaag had ze er nood aan haar stem te gebruiken. Maar sedert die selectieve doofheid is het aanbod van gegadigden niet meer zo groot, de anderen zijn aan het werk en zelfs het konijn antwoordt niet.

Dus ging mske maar eens wat anders doen om haar zinnen eens te verzetten. Daar liep het ook al lichtjes fout en daardoor voelde mske er zich nog onnozel erbij ook. Eerst omdat het lichtjes fout gelopen was en daarna, toen bleek dat het niet haar schuld was, omdat ze niets gezegd had.

Ze zuchtte en zei dat er nu niemand moest afkomen dat ze Slow toch had. Dat zeggen ze namelijk als mske eens iets vertelt dat hier niet zo goed gaat. Net alsof … maar daar hadden we het al over.

“Juist” zei Slow “want die weten ook niet wat dat juist inhoudt”. Hij keek naar mske en vervolgde: “ah ja, want die Slow die laat alles vallen”. mske glimlachte zowaar een beetje. “Ook de chocolade eieren” zei ze. Slow keek schuldbewust.

Dat kwam zo. Er waren hier chocolade eieren in huis en daar mocht, om één of andere reden, niemand aankomen. Toen Zoneke zondag liet weten dat hij snel even zou afkomen, stoof Slow ineens met zijn handen vol chocolade eieren door het buro en zei:”paniek!” en hij liet de bruine eieren vallen. En natuurlijk waren die kapot.

Nu terug naar vandaag. “Wat gaan we eigenlijk met de rest van dat pak eieren doen?” vroeg hij. “Opeten” zei mske “en morgen andere kopen”.

Als dat hier maar geen gewoonte wordt.

Beschermd: Wie zijn ze?

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Voer hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Page 1 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén