Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Rare kuren

Waarom mensen plots niet meer praten

Zou ik geen reeks kunnen starten over raar menselijk gedrag? Het ziet er soms zo wel uit. Want soms snap ik er niks van, denk dat ik wereldvreemd ben maar vind -eigenaardig genoeg- mijn eigen logica normaler.

We kennen de vrouw van de rommelmarkt. En ze werkt in de winkel waar wij af en toe wel eens binnen lopen. In het begin was ze super joviaal. Tot de dag dat ze ons gewoon voorbij liep. Ze heeft ons niet gezien, dacht ik.

De keer daarop deed ze het weer en toen wist ik dat ze het bewust deed. Sedertdien krijg ik meer en meer de indruk dat er iets meer aan de hand is. Ze staat achter een rek te gniffelen met maar collega’s waarop telkens stiekeme blikken op ons gericht worden. Kan me dat schelen? Neen toch. Maar ik vraag me dan af of ik twee verschillende schoenen aan hebt of of mijn broek niet is afgezakt of zoiets.

En toen was er de dag dat Luc een muzikale uitleg vroeg aan één van de mannelijke medewerkers en die wist te vertellen dat ze eigenlijk niet mogen babbelen tijdens het werken, toen Luc wat afweek van de vraag.

Wabliefteru? Als uitleg kan dat tellen. Maar is het dan niet beter dat ze het zeggen i.p.v. de mensen een onbehaaglijk gevoel te bezorgen?

Nu stond ik laatst aan de kassa van de Colruyt toen Luc me aanstootte en toen ik keek stond daar die vrouw, die natuurlijk net mijn richting uit keek, vriendelijk te lachen.

Meer dan een stijf knikje kon er mijnentwege echt niet af.

De onwil van de mensen

Er zijn van die situaties waarbij ik denk dat ik wel degelijk verwaarloosbaar ben. “Iets gaan drinken” is iets dat ik toch link aan een prettig vooruitzicht. Dat is het dus niet. Dat leerden de talrijke tegenvallende keren me. Ik word genegeerd, zit minutenlang te wachten tot er ene zich verwaardigd tot … of sta op en ga weg.

En dan mogen ze nog zeggen dat ze ons wel gezien hebben, dat we niet ongeduldig moeten worden, de realiteit is -vaak- anders.

Getuige dit volgende voorval:

Op één van onze tussenstops onderweg, willen we toch even het sanitair bezoeken en aangezien het nog vroeg is, stel ik voor om in de cafetaria iets te gaan drinken.

In de cafetaria zijn ongeveer vier tafeltjes bezet en er is ruimte zat. Er staan twee mensen achter de toog.

Luc en ik gaan zitten en wachten. En we wachten. Wat ze doen achter die toog? Ik zie het niet. Na een poos kijkt Luc naar de tijd. Na nog een poos kijkt hij terug naar de tijd en zegt dat er tussen de twee keer kijken zes minuten verstreken zijn.

De toog ziet er niet naar uit om verandering te brengen in de situatie als plots twee mannen binnenkomen en de toog met stralende glimlach iets vraagt en twee pintjes begint te tappen …

Waarop de dees het beu is, recht staat, naar de toog loopt en zegt: “Een koffie én …” Ze onderbreekt me met:

Ich komme gleich!

Het klinkt niet vriendelijk. Het klink niet onbeleefd. Het klinkt gewoon kortaf.

Ze staat haast onmiddellijk met mij terug aan het tafeltje en Luc stelt voor onmiddellijk te betalen als ze het gewenste komt brengen want, zo zegt hij: “anders kunnen ze ons hier nog eens tien minuten laten wachten”.

Ze komt wel redelijk snel deze keer en als Luc vraagt om af te rekenen, zegt ze:

An der Kasse bezahlen, jà!

Het klinkt niet vriendelijk. Het klink niet onbeleefd. Het klinkt gewoon kortaf.

Deze keer is het Luc die net achter haar aan die kassa staat, waarna we onze koffie en ons glaasje fris op ons gemakske kunnen uitdrinken.

Als ik het boeltje wil afruimen staat ze wel onmiddellijk daar om over te nemen, maar deze geste kon het voorgaande niet goed maken.

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén