Hond?____________________
Oranje bril?
Heet De Wolf!
Geen roze brillen meer?
Zonde!
[© ms – 18 januari 2023]
Elfje
Hond?____________________
Oranje bril?
Heet De Wolf!
Geen roze brillen meer?
Zonde!
[© ms – 18 januari 2023]
Je kent de situatie wel? Je komt met je auto aan een zebrapad en daar staat een voetganger te wachten tot hij over kan.
Wij stoppen dan en geven voorrang aan de voetganger. Meestal steekt die -of steken die- dan hun hand even op. Dat doen wij ook als we voetganger zijn.
Deze week kregen we te maken met een bijna-puber, je weet wel, de leeftijd die het niet zo begrepen heeft op volwassenen maar nog altijd met de opvoeding rekening houdt.
Hij stond daar wat te twijfelen, keek onder zijn haar door naar het verkeer, begluurde ons twijfelend toen we stopten, zette twijfelend zijn voet op het zebrapad, twijfelde of hij zou groeten of niet.
De twijfel haalde het, ergens halfweg maakte hij een halve beweging, enkel met de onderarm.
Beebies zijn snoezig en schattig, van kleuters kan je dat ook zeggen.
Deze half-puber was dat ook.
Na dat “Rondje Deelen” bedacht ik dat ik nog wel een paar van die foto’s had. Ik ga nu niet in mijn oude foto’s rommelen maar onlangs had ik er toch nog een paar genomen.
En ik ging aan de slag …
Akkerdjie! Tegenslag
Wat een strop, shampoo op
Crèmeke? Ook een flop
Niet meer te koop
Zou het bij -wat ik hoop-
Bollepuntkommeke?
Wat rijdt daar! Voor ons uit?
Een schalkse guit
[© ms – 16 januari 2023]
Er was een tijd dat wij in de winter steeds Hasseltse koffie of Irish coffee of Glühwein in een fles in huis hadden. Meestal dronk ik daar een tas van nadat ik, na winterse natte buitenactiviteiten, binnenkwam.
Maar dat is allemaal vele jaren geleden, we kopen dat niet meer.
Maar onderweg van Aalst naar huis voelde ik de klammigheid in mijn jeans, de natte broekspijpen die mijn sokken nat maakten, natte voeten, koude voeten en … voelde ik nu opeens ook een koude rilling op mijn rug? “Rijden we even langs de Colruyt?” vroeg ik. Ik wou zo een fles uit lang vervlogen dagen gaan kopen.
Maar eens van de autosnelweg wou ik liefst zo snel mogelijk thuis zijn, andere warme kleren -zoals een gemoltoneerde trainingsbroek- aantrekken en dacht aan de twee, nooit geopende, flessen: een fles whisky uit Arran en een fles Vodka, die Luc ooit als geschenk kreeg.
De whisky uit Arran staat er al sedert 2014 en ik bedacht dat het toch geen bewaarwhisky was maar drinkwhisky. We hadden die ooit meegebracht omdat sommige eventuele bezoekers wel van een glas whisky konden genieten. We zagen die sommige eventuele bezoekers enkel nog sporadisch en sedert corona niet meer.
Ik haalde de fles uit zijn mooie verpakking, trok de folie van rond de stop en had de kop van de stop afgebroken in mijn hand. De rest van de kurk zag er nogal kruimelig uit en was dat ook. Met een kurkentrekker ging het al helemaal fout en boorde die enkel brokken en brokjes kurk naar boven.
Maar de whisky was voortreffelijk. Deze was/is lekker terwijl ik whisky, die ik vroeger dronk te scherp vond en enkel goed om een in een glas cola te kappen.
Een geluk bij een ongeluk toch. Stel dat we nog enkele jaren op die sommige eventuele bezoekers hadden gewacht, wat had ik dan in die mooie verpakkingsdoos gevonden?
Maar nu is er een ander probleem, een nieuw probleem. Wie gaat nu die fles whisky met die kluts er uit verder uitdrinken? Ik voel me niet geroepen en als ik rondkijk zie ik ook geen gegadigden.
Op een miezerige dag die gisteren was reden we naar Aalst. We hadden gezien dat daar een maandelijkse boekenmarkt is op de zaterdag vóór die van Aarschot op zondag. We waren benieuwd. Viel het mee, dan konden we die ook doen. En we hadden er zin in.
Eerste tegenslag: bij het tanken werden onze beide creditkaarten geweigerd. Wij gebruiken die maandelijks één keer omdat we dan korting krijgen bij de bank. Raar maar zo zit dat.
Tweede tegenslag: het begon zo hard te regenen dat we in Groot-Bijgaarden verplicht waren om de sanitaire voorzieningen van het pompstation te gebruiken i.p.v. onze eigen transporteerbare. We hebben van de nood een deugd gemaakt en hebben dat sanitair met onze creditkaart betaald. Oh zo.
Derde tegenslag: onbekend met het terrein als we waren, zijn we langs de voetgangersingang van de parking binnen gereden en hebben hemel en aarde moeten verzetten om die auto gedraaid te krijgen.
Vierde tegenslag: ondanks dat het wel een interessant boekenmarktje was, was het wel wat aan de kleine kant om daar maandelijks naartoe te rijden. Ik vrees zelfs dat er geen plaats meer was voor een stand meer.
Vijfde tegenslag: terwijl we daar waren, wilde ik de Sint-Annabrug1 fotograferen, ik heb daar herinneringen aan uit mijn schooltijd. De Sint-Annabrug, zoals ze was, bestaat niet meer. Ze is haast niet meer herkenbaar als brug.
Zesde tegenslag: we liepen door de regen om even in een Kilomeet binnen te lopen en we liepen er zo snel mogelijk terug buiten.
Zevende … ah neen, dat was er gene: we wilden op de Aalsterse markt Aalsterse vlaai kopen maar kwamen aan een bakkerswinkel voorbij, sprongen binnen en kwamen buiten met een bakje vlaai. Jammer voor de uitgelichte afbeelding maar we hebben er eerst van gegeten vooraleer we er aan dachten hem op de foto te zetten. Onze geijt kwam uit.
Achtste tegenslag: we gingen nog maar eens een kringwinkel doen, niet die van Aalst, een andere. Ze hadden veel, heel veel, maar niets naar onze gading. We zijn er met drie aankopen van in totaal 2€ buiten gewandeld.
Negende tegenslag: mijn broekspijpen waren nat.
Einde van dit verhaal? We hebben er thuis een stuk vlaai op gegeten, ik heb er een koffie bij gedronken waar ik een scheutje whisky bij deed, wat nog een verhaal op zich is. Maar dat is voor een andere keer, want dit wordt te lang.
En omdat we thuis zijn gekomen zonder ook maar één boek, heb ik er Dirk Martens2 maar bij gehaald …
(Lees verder onder de foto)Als ze die maar niet gaan verreneweren zoals de Sint-Annabrug.
____________________Soms denk ik, bij een inval voor een log, wel eens dat ik er misschien beter een rijmsel over maak.
Soms wordt dat gesaboteerd door omstandigheden of door mijn eigen gedacht over rijmen.
Want, neem nu dat log van gisteren, over de Delhaize, dat nodigde echt uit om te rijmen en de twee eerste lijntjes doken al uit de donkere kronkel onder mijn hersenpan.
Het ging als volgt:
De Delhaize van Overijse
Natuurlijk denk ik niet op die manier over de Delhaize van Overijse, maar ik denk zoals de meesten onder ons het zeggen: den “Deleis” of “Delijs zo je wil. En dat komt al in de richting van Overijse, maar wat doe je dan met die doffe “e” op het einde, want ja, die spreken we/spreek ik wel uit.
Alles in het dialect?
Gelukkig spreek ik het dialect van Overijse niet want dan wordt dat:
Den Deleis van Eujverès
Waarom zou ik het nu over die bepaalde Delhaize willen hebben? Ik heb daar herinneringen aan, die ik nu, in dit te-lang-wordende log niet (meer) ga vertellen. Gisteren ging het echter over de Delhaize van Landen.
Gelukkig spreek ik ook geen Landens, want dan wordt dat:
Den Deleis van Laâne
En jawel, ze schrijven het zelfs zo.
En domkop die ik ben, kon ik gisteren dan, na een bezoek aan de apotheker, nog een foto van de Delhaize gaan nemen voor de uitgelichte afbeelding.
Dat blog is echt wel iets meer dan een uit de kluiten gewassen hobby.
Nooit had ik gedacht dat het zover zou komen. Zoals ik eerder al zei, hadden we al supermarkten genoeg en vond ik er al wat ik nodig had. Ik hoefde die nieuwe Delhaize dus niet zo.
Tot nu ineens bleek dat iets wat ik gebruikte als nabehandeling tegen de voornoemde stinker te verkrijgen was bij Delhaize en met een bijna lege fles … stapte ik er binnen terwijl Luc onze dokter een gelukkig nieuwjaar ging wensen.
Luc sukkelt namelijk al een paar weken met pijn in de onderrug en in plaats van te beteren werd het erger.
Zodoende zijn we nu klant bij Delhaize ook waar ik nu wel eens meer zal binnen lopen als de fles nog eens leeg is. Bovendien blijken ze bij Delhaize een groter assortiment aan verse vis te hebben, zelfs meer dan op onze lokale markt.
En nóg bovendiener ben ik nu ook SuperPlus. Ben ik daar nu iets beter van geworden? Ah bah neen toch, maar het klinkt toch goed hé.
Een mens en de rare trekjes … om niet te zeggen een raar mens …
Ik zie iets, fotografeer en weet achteraf niet wat ik met die foto moet doen. Hij is niet bepaald van het soort dat ik op het fotoblog wil, maar ik wil hem ook niet zomaar weggooien.
Dan kan ik er toch best wat rijmelarij rond hangen en hem kaderen in een actueel probleem. Bij deze …
(Lees verder onder de foto)Save the Planet – Red de planeet____________________
Las ik toen ik de stad indook
En dus ja, vóór ik het vergeet
Save the Planet – Red de planeet
Mooi toch als elkeen moeite deed
Met welke intentie dan ook
Save the Planet – Red de planeet
Las ik toen ik de stad indook
[© ms – 10 januari 2023]
Lucs zus had altijd al een kat, de katten wisselden, de namen ook.
Ten tijde van Flipke, een zwarte slanke kater, kwam er op zekere dag een mager scharminkeltje mee uit de eetbak eten. Flipke was te vriendelijk en Lucs zus zette een tweede bak en ze nam het beestje mee naar de dierenarts.
Flipke is verleden tijd, het zwervertje werd een wat mollige schattige kater, zonder naam. “Ik zeg gewoon: ‘Poes’ maar ’t is wel een bandiet” zegt Lucs zus terwijl ze hem achter zijn oren kriebelt.
(Lees verder onder de foto)Even later bewijst hij dat, hij probeert zijn mollige lijf op de kast achter de vaasjes te wurmen. Hij ligt. De vaasjes ook … op de grond.
Ze toont ook haar arm. Tijdens het spelen een paar dagen terug heeft hij in haar elleboog gebeten. Er was zelfs geen wonde te zien, maar nu is haar arm rood van elleboog tot pols. Ze zou die avond -maandagavond- naar de dokter gaan.
Geluk bij een ongeluk, het is enkel de huid die ontstoken is; met wat antibiotica en een zalf zou het moeten genezen.
Het is niet de eerste keer dat we zo een verhaal horen. Ooit is onze toenmalige dierenarts in de kliniek beland na een krabbeke van een kat.
En ook Lucs neef, zoon van zus, heeft zo eens een ontsteking opgelopen met enkele dagen ziekenhuis tot gevolg.
Murphy, de kat van Zoon en Querida is een krabber al is het dan niet om te spelen. Daar zit een draadje los bij dat beest.
Als er niets op TV is dan moeten we maar kijken naar wat er wel is. Dat we de Repair Shop wel zien zitten en First Dates hooglijk belachelijk vinden zegden we al.
Sedert een poos, ik denk dat het met “Grand Tours of Scotland’s Lochs1” begon, kijken we eens meer naar een documentaire en gingen dan maar met Joanna Lumley door Britain2, waren zo al in Borneo3, bij de Mont Saint- Michel4 en de Chinese Muur5, … en we neusden mee in het leven van Agatha Christie6.
Misschien waren er meer, maar deze zijn die welke zo uit mijn hoofd via het toetsenbord het blog op liepen.
En toen kwam Toetanchamon … Het eerste deel van “Lost worlds and hidden treasures” en dat heette: “Tutankhamun’s secrets”.
Nu vond ik het algemeen genomen wel een vorm van grafschennis, maar uiteindelijk, als ik dat programma bekeek bleek wel dat grafrovers al vroeger in die graven hun gading vonden. Zodoende was het misschien toch maar beter de zaken in veiligheid te brengen. Er is nu al genoeg in privéhanden over gegaan.
Nu laten in al die programma’s wel deskundigen, experts, kenners en mensen met lokale bekendheid aan het woord. Je steekt er altijd wel wat van op, al was het de wetenschap dat er meerdere soorten Schotse tweed bestaan.
Dat deden ze ook bij Toetanchamon, al ging het meer over de levensloop van Howard Carter.
Ergens werd ineens de opmerking gemaakt dat enkel de Westerse mensen, in dit geval Howard Carter en Lord Carnarvon, genoemd werden in de verslagen terwijl er toch lokale mensen ook hadden ingestaan voor de ontdekking van het graf.
En dan vind ik het bizar dat men het, op het einde van het programma, heeft over het verhaal dat iets meer dan een eeuw geleden begon.
Toetanchamon werd meer dan 3.000 jaar geleden geboren. En ik denk dat hij toch een belangrijke rol speelt in dat eigenste verhaal.
____________________Page 69 of 427
Powered by WordPress & Theme by Anders Norén