Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Slovenië – Bled (Page 1 of 2)

Het mes van de Lidl

Het brood bij de bakker in Bled was niet voorgesneden.

Er lag wel een mes in de keukenschuif, een koksmes van het merk Ernesto van Lidl. En ik sneed het brood met een koksmes, niet zoals mijn moeder het vroeger deed, met het brood tegen haar boezem gekneld, maar wel vlak op de tafel.

Vorige zaterdag lagen er messen in promotie bij Lidl, messen van het merk Ernesto, het koksmes identiek aan dat van Bled.

We hadden dat niet nodig. We hebben dat niet nodig. We hebben thuis alle mogelijke messen in de keukenschuif liggen.

En toch … nadat we de brillen hadden gehaald, zijn we bij Lidl binnen gegaan. We moesten er toch voorbij en we kochten ons een koksmes van Ernesto, maar ook een broodmes … voor in de vakantiemand waar ook de zjatten in zitten.

Waarom doet een mens nu zoiets? Ach ja, anderen kopen een souvenirke als aandenken, wij een koksmes van de Lidl.

Weerpraatje

Daarna was het gedaan met het mooie weer, zowel letterlijk als figuurlijk.

Na de bui op Straža en die in de Pletna’s vertrokken we, van een nog steeds schitterend Bled, om richting regen te rijden. Want die was hier thuis de hele tijd wel goed van de partij geweest. Dat had ik op mijn buienradar gezien.

Tijdens onze rit op de tweede dag, ergens in Duitsland, kwamen we er in en kwamen thuis de herfst begroeten.

Sedertdien hebben we niet veel droge dagen gehad.

De foto nam ik de laatste avond in Bled. Een zonsondergang met betekenis.

Meneer Pastoor

Dan wilden we zo met ons beidjes van het terras in Radovljica genieten op een zonnige ochtend, ga ik even naar binnen voor de voor de hand liggende reden.

Als ik buitenkom zegt Luc: “Meneer pastoor is er ook bij komen zitten”. Die zat nu tussen de twee dames met baby -die er al zaten- in maar nu had hij de baby op schoot. Ik maak er niets van, meestal let ik niet zo op de mensen.

Dan zitten we zo met ons beidjes van het terras in Radovljica te genieten op een zonnige ochtend, gaat Luc even naar binnen voor de voor de hand liggende reden.

Ineens klinkt er een luide stem, best te omschrijven als een heksenstem, wat krassend, wat bijtend spottend en om één of andere reden vermoedde ik dat ze het tegen de pastoor had. Ik keek niet onmiddellijk op, meestal let ik niet zo op de mensen.

Maar toch door de bijtende intonatie in die stem keek ik langzaam rond en zag een vrouw van wie je onmiddellijk begreep dat het haar stem was. Ze keek giftig, bijtend en spottend al zag ze er niet uit zoals men heksen meestal afschildert, maar ik kon onmiddellijk begrijpen dat ze er daarom misschien wel een was en dan niet op het gebied van kruidenkunde.

Ze neeg af naar het terras en herhaalde wat ze ervoor had gezegd om 1m afstand van de pastoor zijn oor. De pastoor en beide dames zwegen als ware de luide vrouw lucht gewezen. De baby zweeg trouwens ook.

Ze bleef niet staan, ze liep verder door. Vreemd vond ik het wel en ook vond ik het wel jammer dat ik geen Sloveens begreep.

Eens die vrouw buiten gehoorsafstand was, zei de oudste van de beide dames iets waarop de pastoor zijn hand opstak als “stop” maar dat was het eigenlijk niet echt want hij wuifde er een beetje mee, als leek hij te zeggen: “Laat maar waaien”.

En dan neemt hij zijn telefoon. Werd hij opgebeld? Heeft hij zelf iemand opgebeld? Ik weet het niet. Ik hoor daarvoor niet goed genoeg.

Er komt een vrouw, al telefonerend, aangestapt met iemand in haar kielzog. Waarom zie ik die vrouw nu wel en het kielzog niet, ik die niet op mensen let? Wel die vrouw ploft zich, al telefonerend op de stoel die zich dichtst bij mij bevindt en tatert maar in de telefoon. Dat ergerde me, daarvoor hoor ik wel goed genoeg. Een -zo goed als- leeg terras en uitgerekend die ene stoel …

En dan valt het me op: als de pastoor spreekt, zwijgt de vrouw. Als de pastoor zwijgt, spreekt de vrouw. Zaten die daar nu echt naar elkaar te bellen? Vreemd vond ik dat, bizar vond ik het ook en ook vond ik het wel jammer dat ik geen Sloveens begreep.

Plots breken ze beiden hun gesprek af. De vrouw en haar kielzog vertrekken in de richting waaruit ze kwamen, op 100m -ruw geschat- gevolgd door de pastoor.

Ik weet het, dit is een verhaal zonder einde, want dat ken ik zelf niet. Het vertellen duurde langer dan het hele gebeuren want toen Luc terug buiten kwam zei ik: “Je hebt net wat gemist”.

Het gekende mensjes-kijken is mij vreemd maar meestal spelen ze ook geen hele scenes zo vlak voor mijn neus.

Afdalen Ojstrica

Sta ik daar boven in Ojstrica op mijn eentje foto’s te nemen en bekijk de twee meisjes die ook hier weer op een vooruitstekende rots moesten gaan poseren. Stiekem zette ik ze op foto … om aan Luc te tonen.

Ik maak aanstalten om terug af te dalen en ik zie die twee in een roetsj achter me aankomen. Ik, die zulke dingen graag op eigen tempo doe, stop en zeg dat ze voor mogen gaan. Dat ik rustig de tijd wil nemen en vooral dat ik er niet tegen kan dat men me op de handen -in dit geval voeten- kijkt zeg ik er niet bij.

Maar zij zegden dat ze me liever volgden, dat ze het eigenlijk niet zo zagen zitten om die berg af te komen en dat ik toch wist wat ik deed en dat ze hun voeten wel zouden zetten waar ik de mijne zette. Zucht, zucht, zucht.

Er zat maar één ding op. Ik ging op eigen tempo en negeerde het gevoel van bekeken te zijn. Ze waren stil en ingespannen en volgden.

Beneden bedankten ze me omdat ik hen naar beneden had gegidst, maar zij vonden mijn schoenen wel top voor de bergen. Die van hen waren niet zo goed, vonden ze zelf. Ze droegen sneakers, wel van het steviger soort maar toch niet met de juiste bescherming voor een rotspad. Ik vertelde hen dat ik zulke schoenen zou dragen om rond het meer te lopen. Ik zei niet dat ze aan omgeslagen voeten en ander onheil moesten denken. Dat was niet aan mij, vond ik. Leven en laten leven en ervaring zou het hen misschien wel leren.

Ik vertelde ook niet dat ik wel erger had gezien. Sommigen gaan met linnen sloefen of met slippers de bergen in en op. En ik herinnerde me het artikel over die vrouw die in Spanje op slippers een berg optrok en daarna moest gered worden1.

Ik snap de mensen niet. De natuur is geen decor. Als je veilig de natuur in wil, pas je dan aan. Wil je met je slippers de natuur in kijk dan naar een natuurdocumentaire. De natuur is geen TV-programma. Ze is mooi, wild en ruig en soms gevaarlijk.

Dat vergeten de mensen van nu wel die denken dat alles maar dan ook alles enkel daar neergepoot is voor hun vermaak. Ze zouden nog slechte recensies durven schrijven over een berg die zich niet aanpast aan hun slippers.

____________________
1 1 Het Laatste Nieuws“>

Horen en zien

Onze eerste overnachting was ook in Duitsland. De gastvrouwe sprak stil en toen ik de tweede keer vroeg wat ze zei, vroeg ze of ik Engels verkoos boven Duits.

Dat deed ik niet. Ik wees haar op het gehoorapparaat. Had ik dat maar niet gedaan. Ze ging luider praten, dat wel, maar ze ondersteunde wat ze zei met gebaren. Verschrikkelijk, dat vond ik nu eens echt verschrikkelijk.

Maar ze was zo vriendelijk dat het uiteindelijk allemaal best ging meevallen. En toen Luc ’s avonds voor het slapengaan een lachbui kreeg tijdens het imiteren van de intonatie en een bepaald gebaar vond ik het eerder grappig en zelfs een beetje lief.

Maar ik ga in de toekomst toch vermijden om er melding van te maken. Je moest zo maar eens op iemand vallen die dat als vrijgeleide ziet om je te gaan beklappen waar je bij staat.

De vignetten

Ooit, lang geleden, toen men in Zwitserland het autowegenvignet invoerde en iemand uit de buurt met zo een vignet op de auto rondreed en er bleef mee rondrijden ook nadat het verlopen was, hoorde ik de opmerking dat dat om te stoefen was, stoefen omdat hij in Zwitserland was geweest.

Onze vignetten hangen er ook nog steeds op. Om te stoefen? Neen. Omdat ik het nog niet over mijn hart kan krijgen ze er af te halen. Je betaalt wel wat aan zo een vignet en dan mag je er plezier aan beleven ook, al zijn ze niks meer waard.

Maar dat er geld wordt uitgeslagen, dat is een feit.

Je hebt eerst het Duitse vignet, maar dat is enkel voor bepaalde stadsgebieden, dat had ik opgezocht en we hadden het niet nodig.

Maar dan had ik toch geen rekening gehouden met onze gps die ons in Ulm van de autosnelweg haalde en dwars door de stad ging rijden waar de borden dat het vignet verplicht was ons tegenlachten. Gelukkig kregen we geen controle.

We besloten dat we sowieso dat vignet gingen kopen, je weet maar nooit en we zijn wel meer in Duitsland. Ik vervloekte mezelf wel een beetje dat ik die niet op voorhand online had gekocht, want -zo las ik- je kan die hier1 voor 12€ bestellen terwijl je ze in Duitsland bij tankstations en TÜV zou kunnen kopen maar daar zouden ze dan zomaar de prijs vragen die zij willen. In realiteit? In tankstations hadden ze ze niet en wij betaalden bij TÜV zomaar 6€.

Dat ze er allemaal wel een beetje -veel- winst willen uitslaan merkte ik pas toen we terug waren. Wij betaalden namelijk 9,20€ voor een Oostenrijks wegenvignet bij een tankstation, terwijl we dat hier online 16€ zouden betaald hebben2.

Daar hadden we nog een gag mee voor. Ik legde dat netjes in de auto, klaar voor als we de Oostenrijkse autosnelweg op moesten, zie ik een hele constructie over die autosnelweg staan, neem dat vignet om het te tonen en zie dan pas dat het op de ruit gekleefd moet zijn. Ik heb dat met supersonische snelheid zo maar plompverloren tegen die ruit gedoeft. Het hing en hangt wat uit de pas en wat scheef. Toen bleek die constructie gewoon wat het was: een constructie voor als er eens een controle zou plaatshebben.

Bij het uitrijden van Oostenrijk was er wel controle. Hij bekeek de ruit, deed teken dat we opzij moesten en veranderde ineens van gedacht toen hij dat schots en scheve ding rechts zag hangen. Nu ja, bij de andere auto’s zat dat netjes links of in het midden maar ik had de Duitsers gevolgd die dat van hen rechts wilden hebben.

We hebben nog eens geluk gehad, met het Sloveense vinjeta namelijk. Dat kost 15€ en is maar 7 dagen geldig terwijl wij er pas op de 8ste dag weer vertrokken. De huiseigenaar vond het veiliger om voor die luttele uren op Sloveens grondgebied toch maar een tweede te kopen, maar een andere Sloveen, met wie we een aardig praatje maakten, vond dat we gemakkelijk het risico konden nemen, voor die enkele keer dat ze daar bij die grensovergang in Jesenice konden staan.

Ze stonden er. Wij hadden -gelukkig- een tweede.

En al die herinneringen zou ik nu van de ruit moeten halen omdat misschien één of andere giftigaard ons nu stoefers zou kunnen vinden. Alles te zijner tijd en dat is -even- nu nog niet.

____________________
1 Duits vignet
2 Oostenrijks vignet

Slaap eens in een ton

Ik weet het. Ik weet het. Ik ben daar eigenlijk te oud voor.

Maar gezien ik, toen ik er wel de leeftijd voor had, geen onnozeliteiten mocht uithalen op straffe van hel en vagevuur, neem ik er nu echt wel met alle plezier de nodige tijd voor.

Op zoek naar een onderkomen voor de nacht tijdens onze terugrit, viel ik op deze camping én op de tonnen en ik was vastbesloten: wij gingen met ons tweetjes in een ton slapen.

Het enige nadeel was ook nog amusant want zo liepen Luc en ik om iets na drie ’s nachts met ons beidjes in het donker naar het sanitair blok.

Voor herhaling vatbaar? Zeker!

En nog een pluspunt. Op 100m loopafstand is er een Italiaans restaurant. En lekker dat het daar is!


Meer foto’s

Radovljica en Kranjska Gora

“Ga naar Radovljica” raadde men aan. “Schoon stadje” luidden de recensies. Echt de moeite waard. De drie zaken waarom men het aanried waren niet van dien aard om ons te verlekkeren. Maar kijk, het lag dicht bij Bled, we hadden het al een hele week voor ons uitgeschoven en het was de laatste dag.

Schoon stadje, inderdaad. Maar weet ge, schone stadjes zijn niet echt aan ons besteed. Na het vierde schoon huizeke of gevel hebben we het wel gezien. We hebben moeite gedaan, jawel. We zijn een paar straatjes doorgelopen tot we uiteindelijk beslisten dat we een -grote zwarte- koffie en een cola gingen drinken.

(Lees verder onder de foto)

Meer foto’s

“Weet je” zei Luc tijdens het drinken, “Kranjska Gora vond ik altijd al zo een toffe naam, dat ligt niet ver van hier”. Kranjska Gora, meer bepaald het Planic Nordic Center, is eigenlijk een springschansgebied … in de winter. Maar kijk, gezien het niet zo ver weg lag, zouden we eens een kijkje gaan nemen.

Er viel meer te beleven dan gedacht, er waren zelfs schansspringers aan het oefenen.

En ja, volgens mij was er meer te zien dan in een schoon stadje, al zei Luc achteraf: “Eigenlijk hadden we dat ene straatje in dat stadje ook nog wel kunnen doen”. Awel ja … volgende keer dan.

(Lees verder onder de foto)

Meer foto’s
en
Filmke van Luc

Kremna Rezina

Voor we vertrokken las ik in een gids voor Slovenië over de specialiteit van Bled. Dat bleek een stuk gebak -“taart” stond er in de gids vermeld- met een hoog kcal gehalte, maar als je Bled aandeed, mocht je er toch niet vertrekken zonder er eentje te eten.

Goed, we besloten dat we daar eens gingen van proeven op dé dag.

Helaas echter, na het beklimmen van Ojstrica voelde ik me zo euforisch dat ik tegen Luc zei: “ik doe er ene op”.

Het was zondag, het had wat voeten in de aarde want de meest aangeprezen plaats om er ene te eten zat stampensvol en bovendien voel ik me dan, als er een garçon: “sorry” zegt, wat in de weg lopen. Het kon het plezier niet drukken. We gingen wel elders.

Kort gezegd, sedert die dag hebben we alle dagen een Kremna Rezina gegeten. Nah! Kcal of niet! Nah! We gingen telkens bij een andere gelegenheid binnen.

De lekkerste aten we bij Jasmin, niet bij de gerenommeerde. Of misschien was die wel even lekker maar daar was er dan de tierlantijn die ik echt niet hoefde. Ik houd namelijk niet van zwierigheden à la kiekekrabbelke chocolat met een halve aardbei op mijn bord.

Kremna Rezina wordt er zo massaal verkocht dat ze er speciale afhaaldoosjes voor hebben bij bakkers, in winkels, koffiesalons en zelfs in restaurants. Je kan de straat niet op of er loopt wel iemand met een paar dooskes Kremna Rezina rond.

Sedert we thuis zijn heb ik al dikwijls gedacht dat ik wel wat over zou hebben voor een Kremna Rezina – hier en nu.

En al zijn er meerdere plaatsen daar en in Oostenrijk en delen van Duitsland waar ze Cremeschnitte verkopen is die van Bled, jammer genoeg, een sterk bewaard recept en enkel en alleen in Bled te verkrijgen.

Pokljuka …

Het werd stilaan tijd om eens met die Pokljukakloof af te gaan rekenen. Op internet stonden meerdere vertrekplaatsen, maar die waren zo omslachtig beschreven dat we het maar bij de Toeristische dienst gingen vragen.

Blijkbaar negeren die alle internetverhalen, sturen je recht die berg op tot aan een restaurant en dat is de parking voor de Pokljukakloof.

Juist!

Nu is mijn Sloveens nul, dat was het tenminste, ondertussen weet ik wel enkele woordjes die ik binnen luttele weken vergeten zal zijn, maar voor zover wij zagen waren er wel zaken die mits aanpassing van klinkers toch wel klaar en duidelijk waren.

Volgens mij stond op de plakkaat -zie de foto hier onder- dat het daar enkel parkeren voor klanten was en dat nu net precies onder de grote affiche van de Pokljukakloof.

We dachten “foert Pokljukakloof”, maakten rechtsomkeer en gingen een wandeling maken op het Pokljukaplateau. Die viel nogal kort uit en we liepen dus nog maar eens rond het meer van Bled. Eigenlijk was dat al een beetje als afscheid, het einde van de vakantie zat er aan te komen en we moesten nog wel enkele foto’s hebben van de voorzijde van het vroegere zomerhuis van Tito. De achterzijde hadden we al genoeg op beeld, de voorzijde vergde een stapke langs de drukke toegangsweg.

Ziede nu waarom we terug moeten gaan? Zolang we die Pokljukakloof niet hebben gezien, kunnen we niet zeggen dat diegenen die beweren dat die even mooi is als de Vintgar Gorge gelijk of ongelijk hebben.


Meer foto’s

Page 1 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén