Na ons ochtendbezoek aan de Soteska Vintgar zei ik in een zotte opwelling: “Laat ons deze namiddag maar eens een Pletna1 nemen”.
En als er nu iets is dat we echt bekeken als voor rasechte toeristen, dan waren het toch die Pletna’s wel zeker. Maar, zoals gezegd, de kloof was enorm meegevallen en de dag was nog maar half en tegen 4 uur zat er een bui aan te komen. En dan is het voordeel van die Pletna wel dat hij een huif heeft.
Een pletna biedt plaats aan 20 personen en wordt gevaren door één roeier. Bodybuilders waren dat, je zou er echt geen ruzie mee willen.
Die overtocht werd duurder dan de kloof. En dat was nog niet alles.
Eens op het eiland had je 40 minuten alvorens je vaarmiddel terug vertrok. En dat was nog niet alles.
Als je op dat eiland de binnenkant van het kerkje wou zien, mocht je nog eens betalen.
In dat kerkje was echter niet veel meer te zien dan de foto’s die je op internet vindt én het klokkezeel voor de wishing bell. Daarom hing die klok daar met hele uren te rammelen.
Ik heb aan dat klokkezeel getrokken en gesnokt en gebeuld -was dat zwaar zeg- en van errezze ben ik vergeten om iets te wensen.
Gelukkig waren er maar een tiental getuigen van mijn klokkeluiderscapaciteiten. Ergerlijk is wel dat zij nu wél wisten dat je daar serieus moest gaan aanhangen.
Vanuit de toren ernaast, inbegrepen in de kerkprijs, zou je de klok in de kerktoren moeten zien. Dat werd dus zoeken waar de klepel hing.
De meeste eilandbezoekers echter gingen daar in de naastgelegen horeca wat bestellen en wat zitten gapen.
Dat vond ik nu toch té zot voor woorden. Ze betalen een dure Pletna en gaan in de horeca zitten. Wij waren toch nog maar halve toeristen, als je het zo beziet.
Kort gezegd, dat tripje was zijn geld niet waard. Of eigenlijk wel, omdat we daardoor nu wisten dat het zijn geld niet waard was. Anders zou het -weeral- een open vraag gebleven zijn.
Maar ge moogt gerust zijn, het is nog niet zo heel erg gesteld … het treintje hebben we niet genomen.
Meer foto’s
en
Filmke van Luc
1 Pletna