Op een koude maandag vertrekken we, zoals gezegd, naar onze driedaagse vakantiebestemming. We vertrekken niet zo vroeg als anders, over de gekende obstakels had ik het al, de Ring rond Brussel was zo goed als leeg en we schoten goed op.

Bijna ter hoogte van Jabbeke vliegt er iets op de ruit, we horen een rare tik en we zien -met heel veel moeite dat wel- een miniatuursterretje.

En wanneer gebeurt dat? Als je geen internet in het huisje hebt. Dus heb ik in de auto op de telefoon de verzekeringsmakelaar ge-e-maild, die me tijdens het eten opbelde en zei dat er geen probleem was, dat het inbegrepen zat in onze verzekeringspolis en dat die dat onderling met de hersteller zou regelen.

Ik wou ook per e-mail een afspraak maken bij Carglass maar op die telefoon kon ik dus niet meer dan één pagina per keer bekijken. We zijn dan maar naar het Carglass center gereden voor die afspraak en we konden er ’s anderendaags terecht.

De auto kreeg wel een pleister voor het pijntje.

De volgende dag, na Jürgen Vanhoof, Rose, rose, rose à mes yeux en Ensor aan het station reden we netjes op tijd bij Carglass binnen en een halfuurtje later was het euvel verholpen.

En eigenlijk is daarmee alles verteld.

(Lees verder onder de foto’s)

Als je het even overdenkt moet het toch veel voorkomen als je ziet hoe vaak de Carglass-spot op TV voorbij komt.