Vorig jaar toen de sneeuw zo dik lag, hoorden Slow en mske te laat over de kerststallen van Waasmont, Wezeren en Walsbets. Ze wisten daar wel van maar hadden er niet aan gedacht. En op die sneeuw had dat toch zo een pracht van een kerststallentocht geweest.
Dit jaar waren ze vastbesloten. Ze moesten en zouden de kerststallen zien. En dus trokken ze er één van de laatste dagen van de kerstvakantie met de fiets en de kindjes op uit.
Het regende die dag niet, wat een geluk, maar het was wel aan de frisse kant. De tocht op zich is niet zo heel ver voor kindjes, maar ons dorpke grenst nu ook niet direct aan die route, zodat het toch wel een aardig stukske fietsen werd voor Amke. Ella zat bij Slow achterop.
Het filmke van de kerstallen kan je hier bekijken.
Ondanks dat mske de tijd van de kerststallen al lang voorbij is, vindt ze het toch mooi dat de traditie in ere wordt gehouden. En de meningen verschilden. mske vond die van Waasmont een mooie. De hummeltjes vond ze grappig, maar ze had dat waarschijnlijk mooier gevonden in een zomers tafereel van het dorp van Wezeren zelf. En Amke vond die van Walsbets de mooiste. En dat had in het folderke gestaan … dat kindjes begeesterd waren van die van Walsbets.
Tja, een volwassen mens ziet dat de konijnen zo groot zijn als de varkens en dat de Duitse herder het onderspit zou moeten delven tegen een reuzenkat. Voor een kind telt dat niet. Dat denkt mske toch.
We wilden hier nog de geschiedenis vertellen maar dat kunnen die mensen beter zelf vertellen.
En dan kwamen ze in Walsbets en het donker zette in en Ella zei dat ze het koud kreeg op de fiets. mske stelde voor dat ze iets warms zouden drinken. “Wat wil je drinken?” vroeg mske “een warme chocomelk?” “Neen” zei Ella “cola”. “Val nu dood” zei Slow “thuis drinken ze warme chocomelk bij het ontbijt”.