We hebben onze auto een jaar en de jaarlijkse autocontrole kwam er aan. We gaan niet de hele voorgeschiedenis vertellen, maar kort gezegd kwam het er op neer dat onze lokale garagist, die vroeger onze auto’s onderhield, geen tijd had om deze onder handen te nemen tijdens de periodes die we thuis waren. Hij had een drukke agenda.
Wat Luc uiteindelijk deed besluiten om dan maar naar een autocenter te gaan, waar ze vorige donderdag, precies één dag voor de laatst mogelijke keuringsdag, nog tijd hadden. De man had bij het maken van de afspraak al gemeld dat het model van onze auto niet zo dikwijls voorkomt. Bij het binnenbrengen van de auto begon hij over alle mogelijke slijtage waar hij zou naar kijken maar die hij, mocht die zich voordoen, niet tijdig kon verhelpen.
Die info gaf Luc me door waardoor ik de zenuwen kreeg zoals ik al lang geen zenuwen meer had. We vertrekken binnen enkele dagen naar een evenement en als er ook maar iets fout zat, konden we nooit ofte nooit tijdig terug naar een garagist noch naar de keuring.
Op de middag kwam de sms, de auto was klaar. Ik overtuigde Luc om dezelfde dag nog naar de keuring te rijden: was er niets aan het handje, dan hadden we vrijdag een vrije dag. Was er wel wat loos, dan konden we nog wat doen. Hij deed het, al was hij liever vrijdagmorgen zeer vroeg geweest. Hij had het idee dat er zo vroeg op de morgen niet zoveel volk zou zijn.
Hij heeft donderdagnamiddag twee uur aangeschoven. En toen belde hij! Rode kaart! En alhoewel het niet grappig was, heb ik er daarna heel hard moeten om lachen. Onze auto moest terug aangeboden worden omdat … tadam (tromgeroffel) … niemand de motorkap dicht kreeg.
Luc is snel terug naar het autocenter gereden waar ze wat kruipolie aan die haak deden, er enkele seconden aan frunnikten en die motorkap klapte weer mooi in het slot. Heeft er nu iemand tegen die haak gestoten? Was het echt nood aan wat olie? Wie zal het zeggen?
Vrijdagochtend stond Luc dus verschrikkelijk vroeg terug aan de autocontrole. Hij moest er niet aanschuiven, hadden ze gezegd. Hij mocht zo tot aan de deur rijden. Hij moest enkel laten zien dat het “gemaakt” was én betalen natuurlijk.
“Ben ik blij dat gisteren geweest ben” zei hij toen hij thuis kwam “de wachtrij was langer dan die van donderdagnamiddag”.