Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Filistijnen (Page 1 of 2)

Volgens de app van het KMI …

Om niet steeds met dezelfde bezoekers te maken te krijgen op onze maandelijkse boekenmarkt, hadden we uitgekeken om eens een andere markt uit te proberen.

We waren in Mortsel -in Fort 4- en zijn ingeschreven voor de volgende editie. Die is dan wel binnen maar dat “binnen” betreft dan enkel het dak, de zijkanten zijn open. Maar dat deerde en deert ons niet.

Maar op aanraden van een andere standhouder hadden we ons ook elders ingeschreven, op tweede Paasdag en buiten. Sedertdien is het weerbericht op de app van het KMI zo wisselvallig als een ezel met kuren.

Gaf die app mooi weer bij het inschrijven is dat sedertdien ook elke dag veranderd. Stille Zaterdag voorzag hij regen op Tweede Paasdag. Op Pasen zelf, nog vóór de klokken thuis kwamen, beloofde hij schitterend weer op Paasmaandag. Nog op Pasen zelf, op de noen, zag ik op de app dat het de hele dag zou regenen op Paasmaandag.

Wat doe je daar nu mee, wetend dat natte boeken helemaal naar de Filistijnen zijn … Wel, wij wisten het ook niet.

En de zin om te gaan wisselde mee met het weerbericht. We zouden knopen moeten doorhakken.

Maar wat we ook zouden beslissen, het zou toch de verkeerde beslissing zijn. Laat dàt maar aan Murphy over. Als we wel zouden gaan zou het natuurlijk regenen. Als we thuis bleven zou het droog blijven. En hoe langer we wachtten, hoe moeilijker het werd.

We gingen niet … Hier regende het niet. Maar ginds? Volgens de app van het KMI ook niet meer … na 10u.

Het nut van een powerbank

Had ik het over een kapot kabeltje van mijn mijn powerbank is dat eigenlijk een gsm probleem dat al een hele poos geleden begon.

Die batterij liep leeg als een zeef en ik weet dat aan een update waarna dat begon. Wat ik ook deed, wat ik ook probeerde, het bracht geen aarde aan de dijk.

Enkele apps van die telefoon zwieren had ook al niks geholpen. En ondertussen nam ik toch al een jaar, als het niet langer is, die powerbank overal mee naartoe. De laatste maanden echter moest die ook mee op wandel want ook dat kon de telefoon niet meer aan. Dat weet ik dan weer aan de overname van Runtastic door Adidas. Vroeger frette die gps van Runtastic die batterij niet leeg. Eens Adidas gebeurde dat wel.

Nu ja, ik kon excuses verzinnen zoveel ik wou, die telefoonbatterij was naar de Filistijnen. Het was na ’t Kuipke dat ik besloot dat het genoeg geweest was. Ik zou een andere telefoon kopen en dat moest vóór mijn volgende vakantie. Het storende woord in die zin is “zou”. Alle excuses waren goed zoals: “Het is een beetje kort dag” en “Dan zit ik op vakantie met een telefoon die ik -nog niet goed ken” …

… “of met een telefoon die zegt: ’trekt nu uwe plan’ en het verder vertikt” vulde Luc aan.

Ik hield vast aan mijn plan. De week nà de vakantie zou ik werk maken van die telefoon. Ik ging met die grote drukte van Black Friday toch niet tussen die mensenzee gaan hangen, zeker …

Het heeft niet mogen zijn.

Vorige zondagmorgen vroeg ik: “Rijden we morgen maandag om een nieuwe telefoon?” “Waarom maandag?” vroeg Luc “De winkels zijn nu op zondag ook open”. En dus reden we zondagavond na onze uitstap nog naar een telefoonwinkel. Gelukkig wist ik wat ik wou en moest ik enkel nog enkel even aftoetsen of het wel die werd of toch maar een andere.

Ondertussen draait die al naar behoren, zijn er een paar apps afgegooid en de andere ingelogd.

Enkel zijn frakske is nog onderweg. Hij gaat nu nog overal mee in zijn doos.

Gef mor gaaspetrol

De schouwen zijn verstopt, de stoven verroest en de prijs van de energie swingt de dakpannen uit.

Zegt Luc: “we hebben die ouw petrolvuurkes nog”. Dat is waar ook. We haalden die wat bij elkaar al wisten we wel nog ongeveer waar die zich bevonden, want die gebruiken we die al zeker meer dan tien jaar niet meer.

Eén ervan had ooit dienst gedaan in de serre bij Broer en stond indertijd bij ons in de winter bij de watermeter, het andere hadden we bij Gamma gehaald en het derde, het meest gesofisticeerde, heeft een stopcontact nodig. Dat heet dan ook een laserkachel blijkbaar.

Bij dat ene dat uit de Gamma kwam brandt de vlam te hoog, hoog boven de kous. Dat wil zeggen dat het gevaarlijk is voor CO2 vergiftiging.

Ik zocht op internet en vond dat zo een kous vervangen kon worden.

Ik stond al bijna met de toernevis klaar toen ik de prijs van zo een nieuwe kous zag. Dat was al een minpunt en bovendien zou ik naar Gamma moeten om te zien of het wel de juiste kous is.

Maar ook zijn de automatische ontstekingen van die twee vuurkes precies wat naar de filistijnen. Die vuurkes werken nog hoor, daar niet van, maar je moet een aangestreken stekske tegen die hun kous houden.

Ik zocht op internet en vond dat de ontstekingsveren konden vervangen worden.

Ik stond al bijna met de toernevis klaar toen Luc vroeg: “zouden we niet beter een nieuw kopen, nog zo’n lasermodel?”

Dat vind ik niet. Dan kunnen we beter volgende zomer die schouwen laten maken en hier een speksteenkachel of een allesbrander zetten.

“Dan moeten die twee oude vuurkes toch niet gemaakt worden” zegt Luc. Weet hij veel.

Hij weet niet hoe die toernevis ligt te roepen in de aalambak en hoe graag ik het binnenwerk van die vuurkes eens wil bekijken.

Niet dat we die willen gebruiken, daar niet van. Maar in tijden van nood -zeker als ze het woord “afschakeling” in de mond nemen- moet je voorbereid zijn.

De SD-kaart

Wie de instagrams hiernaast zo wat volgt, zal wel al gezien hebben dat Luc vaker gebruik maakt van Weathershot dan ik. Ik doe dat enkel als ik elders ben. Ik ben ook niet zo instagrammig gezind.

Wie die instagrams zo wat volgt, zal dan ook al wel gezien hebben dat Luc al een paar dagen stil is.

Dat komt door zaterdag. Luc neemt -zoals naar gewoonte- een foto met Weathershot en kijkt sip. “Die wil dat niet opslaan” zegt hij. Eens thuis gaat hij dat nader bekijken en toont me de melding dat zijn SD-kaart naar de filistijnen is.

En dan begint het. Waar mijn foto’s zo goed als onmiddellijk verhuizen van de telefoon of het fototoestel naar de losse harde schijf of het blog staan die van Luc nog, al jarenlang, op die SD-kaart. In 2018 ergens had hij die wel eens -vermoedelijk op mijn aanraden- op de laptop gezet.

En nu begon het gevecht. Luc tegen de laptop, Luc tegen de telefoon. Ik wou helpen maar dat is dan weer op eigen risico, ik zou ze alle drie kunnen tegen krijgen.

Uiteindelijk opperde ik dat Luc moest proberen om die telefoon met die laptop te laten communiceren, want dat wilden die ook al niet. Hij moest die dus eerst officieel laten kennismaken.

Ziezo, het kalf is niet verzopen, de foto’s zijn niet verloren. We hebben een andere SD-kaart besteld.

Ik dacht dat ik nog een reserve had, maar die heb ik ooit eens aan Ella gegeven.

Ondertussen werden en worden Lucs Weathershots met mijn telefoon en mijn vingers genomen … en zegt hij hoe hij het wil hebben.

Gewapend met een deegrol

Ooit, lang geleden, kocht ik een deegrol. Een moderne, in die tijd dan toch, één van Tefal en met losse handvatten. En precies die handvatten gingen me dwarszitten. Het deeg kroop tussen de randen en ik maakte me er vies aan.

Maar toen kwamen al die jaren dat ik niet meer bakte en lag de deegrol in de keukenschuif.

Ooit, nog niet zo lang geleden, hield Luc opruimactie in de keuken en kwam met de deegrol binnen. “Wat met dit?” vroeg hij. “Containerpark” zei ik. Twee dagen nadat de deegrol daar beland was vond ik op internet krak dezelfde te koop staan, aangeprezen als “vintage uit de jaren ’70”. Had ik die nog op de rommelmarkt kunnen verkopen … tsss …

Nu begon ik terug te bakken en had geen deegrol meer. Het was behelpen. Het komische was wel dat je nergens nog een deegrol vond, wel in de dure kookwinkels natuurlijk, maar ik ben nu eenmaal geen chef en al helemaal niet rijk.

Nu met de winkels open keek ik in de Kringwinkel, voor noppes. Er waren er wel veel verkocht, vertelden ze me daar. Was iedereen soms uit verveling aan het bakken geslagen?

We repten ons naar Ikea om een braadslede en ineens keek ik ook voor een deegrol: één exemplaar, dat ik niet kreeg omdat het het toonzaalmodel was en iedereen er met zijn handen had aangezeten.

Donderdag waren we er terug. Luc wou een nieuwe pan, de oude was versleten. Wij lijken wel pasgetrouwd en met de uitzet bezig, maar er is wel meer dat aan vervanging toe is.

De deegrollen waren in stock, de pannen ook, dat hadden we thuis al op internet nagekeken. We namen ook nog een ijsschepje -lees twee- en een nieuwe kaasrasp mee.

We liepen tevreden door de gangen. Je moet wel -zo goed als- de hele winkel door om aan de kassa te geraken. En onderweg was er de zwalpende vrouw. Ze liep van de ene kant van de gang naar de andere om telkens iets anders te bekijken. Toen wij haar voorbijliepen hoestte ze in de richting van mijn gezicht. Was het anderhalve meter? Ik weet het niet.

Ik denk niet dat ze het bewust deed, ik denk ook niet dat het met opzet was. Het was eerder de beweging die iemand maakt om in zijn hand te kunnen hoesten maar het werd een mislukte poging.

Mijn groot plezier was naar de filistijnen en ik werd er echt wat ongemakkelijk van.

Ik wou het niet onmiddellijk posten, ik wou eerst de incubatietijd voorbij laten gaan. Maar achteraf gezien is dat ook belachelijk.

Momenteel ben ik weer helemaal blij met mijn deegrol en Luc met zijn pan.

Het geluid

Het begon een twee weken geleden. Op een morgen vroeg Luc me of ik ’s nachts ook het geluid had gehoord. Hij beschreef het als iets ijzer op ijzer of een grote druppel op een ijzeren plaat. Ik had niets gehoord.

Twee nachten later fluisterde ik: “ik hoor het nu ook”. Ik vond dat het leek op het geluid van een vlaggenstok waar geen vlag aan hangt.

In het begin was het rond twee uur ’s nachts. Daarna hoorden we het om 4 uur ’s ochtends. Het werd steels frequenter. In die mate dat we er de nacht van zaterdag op zondag wakker van werden.

Luc heeft die nacht het venster gesloten om het geluid buiten te sluiten, maar toen bleek dat het binnen zat.

Gisteren heb ik de dader gevonden. Het was de telefoon. Eigenlijk is het er één van een trio. Die stond boven op de slaapkamer. Indertijd kon dat nog nut hebben.

Nu kreeg hij kuren. Hij maakte een geluid dat, als je weet vanwaar het komt, eigenlijk het meeste weg heeft op een enorme “blub”. Na grondige controle blijken zijn oplaadbare batterijen naar de filistijnen.

Ik haalde hem weg, een telefoon naast het bed vind ik nu wel overbodig.

Niet bukken!

Het is zover! Waar ik zo een twee jaar geleden nog schreef dat mijn wandelshort er nog opperbest uitzag ondanks de eerste sporen van sleet, is ze nu finaal naar de Filistijnen.

Eigenlijk niet zo verwonderlijk. De twee nieuwe, waarvan sprake, zijn nog altijd nieuw. Ik denk dat ik ze elk één keer heb aangehad. De oude, de genoeglijke, die ging de wasmachine in en bij de volgende wandeling trok ik ze weer aan.

En ik zag de luchtgaten wel, maar gebaarde van krommenaas.

Tot vorige dinsdag. Toen wilde ik mijn veters knopen en ik hoorde de krak. En ik wist het. En ze kwam net van de wasdraad.

“Kan het nog voor één keer” vroeg ik Luc. Maar uiteindelijk heb ik het zelf niet vertrouwd. Stel je voor bij een eventueel onderweegs bukken …

Volgens mijn gevoel zijn de pijpen van die nieuwe wel degelijk smaller dan die van de ouwe getrouwe. Het zal wennen worden.

De ongeduldigaard

Zoals geschreven, kan ons auto ten vroegste op 19 september naar de garage voor onderhoud.

Onze auto heeft daar anders over beslist. Op dezelfde dag dat ik het schreef,de dag dat we Zoneke en Querida wegbrachten en ’s avonds Luc nog eens naar de wondjes liet kijken, merkte hij bij het avondlijk rijden op dat we rechts voor geen licht meer hadden. De volgende dag maakte hij een afspraak bij Auto5 hier wat verder op de steenweg, sprong onmiddellijk in de auto en wat later konden we weer veilig in het donker rijden.

Wie dacht dat die auto er dan genoeg van had, dacht verkeerd.

Gisteren parkeren we de auto op de kaaien in Antwerpen om ’s avonds tot de conclusie te komen dat hij niet wil starten. De batterij is naar de Filistijnen volgens de afgevaardigde van Touring Wegenhulp.

Luc kan maandag terug naar die Auto5. Een nieuwe batterij halen. Als die van ons niet start, staan hier nog twee auto’s tijdelijk ten onzen beschikking.

Waarom we die lamp niet zelf vervingen? We moeten de hele voorvleugel demonteren om er bij te komen en dat is niet zo simpel als bonjour.

Waarom we niemand vroegen om ons met startkabels te starten? Luc dacht dat het iets veel ernstiger was en het was al laat en er zat een hond op ons te wachten.

In beide gevallen een kwestie van sneller gediend zijn dus.

Het verhaal van de scheve kerstboom

De kerstboom bij mskes moeder was een kunstboomke, een kleintje. Jaar na jaar is dat boomke schever en schever gaan staan zodat mskes moeder het met rood lint aan de muur moest vast maken.

mske zelf zette zo goed als geen kerstboom. Of ze waren weg met die periode, of Machoechel hing meer in de boom dan wat anders. mske begon het ook zielig te vinden om een levende boom naar de filistijnen te helpen voor een maandje sfeer.

Toen ze naar hier verhuisde liet ze alle kerstspullen dan ook achter.

Tot ze, enkele jaren terug, de glinsterende kerstballen zag en uiteindelijk een kerstboom in huis haalde. Hij kwam van een rommelmarkt, een kunstboom dus. Hij was aan de kleine kant maar Slow en mske besloten toen al dat ze, in geval hij niet voldeed, het jaar daarop een andere zouden halen.

Hij heeft deze kerst ook nog meegemaakt, maar owee, hij stond lichtjes scheef. En de lichtjes gingen stuk.

Slow en mske hebben besloten dat er volgend jaar een nieuwe boom komt, een grotere maar wel een kunstboom. mske vindt het nog steeds zielig om een levende boom naar de filistijnen te helpen. De sfeer in huis zal er niet onder lijden.

Nu zette mske daarnet het boomke in de gang, klaar om mee naar de zolder te nemen en wat zag ze? Dat boomke stond niet scheef, dat stond mooi recht tegen de hoofdbaluster van de trap. En zodoende zit de mogelijkheid er in dat ze volgend jaar twee sets lichtjes kopen en dat de kleine kerstboom misschien in de gang mag blijven staan.

Alleen hoopt mske dan dat ik er niet de aap ga in uithangen.

Een dubbele spuit vergif

Gisteren had mske echt wel zin om lelijke woorden te gebruiken, zo van die woorden die ze niet bij haar thuis heeft geleerd en die ze dus meestal niet gebruikt. Er zijn zo van die dagen …

Alhoewel, die van gisteren was goed begonnen, daar niet van, alhoewel, goed begonnen? Een tandartsbezoek is nu niet bepaald het joligste dat een mens kan doen, maar kom …

Maar bij de tandarts ging het fout.

In afwachting dat de geopereerde tand gevuld kan en mag worden ging hij eerst nog een tand trekken die zo in de weg zit dat hij echt hinderlijk is en waar mske van af wou nog voor de evenementen terug beginnen. Hij begon met de gebruikelijke pikuur. Er gebeurde niets. Vijf minuten … niets. Tien minuten … niets. Zut!

Dat wil zeggen dat hij een tweede pikuur moest zetten. Er gebeurde iets. Het kietelde wat in mskes tong. Dat was het. Terug efkes wachten. Vijf minuten … niets. Tien minuten … niets.

De tandarts zei: “het zal voor vandaag niet zijn” en mske kon onverrichterzake terug naar huis … met de trein. mske kon er toen al niet meer om lachen. Ze smste dat dan ook naar Slow …

… want die wou terwijl zij naar de tandarts was nog eens op die watertoren gaan klefferen en vandaar terug filmen en hij zou trachten de mijnterrils te filmen en hij zou de trein filmen en mske als die afstapte. Die watertoren was dicht.

Dat was dus een volledige voormiddag naar de filistijnen voor niks! Neen, mske was niet goed gezind meer. Ze zei: “en nu thuis nog ne recommandé in de post”. Het waren er twee …

Het hatelijke aan aangetekende zendingen is dat je je doodongerust maakt en dat je niet weet wat dat kan zijn. Dikwijls is dat dan een scheet in een fles maar dat weet je op voorhand niet natuurlijk en je kunt ze pas ’s anderendaags halen.

Ik denk dat die verdoving geen verdoving was. Ons mske was absoluut niet verdoofd, integendeel. Ze wist met haar eigen genen blijf en dat werd nog erger toen er gebeld werd terwijl ze van pure frustratie naar de Vuelta gaan kijken was.

Ze vindt nu niet dat die koereurs moeten vallen, maar toen Michel Wuyts na die valpartij, waarin Valverde betrokken was, zei dat het niet erg sportief was van de anderen van door te jagen, dacht mske nogal boosaardig dat het dat nu precies wél was. Koersen is niet alleen rap kunnen rijden. Het is op uwe velo kunnen blijven zitten óók!

Page 1 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén