Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Pannekoeken (Page 1 of 4)

Niet zo simpel

Na onze laatste tussenstop vingen we de thuisreis aan.

Niet over de E40 omwille van de werken aan de Viaduct van Vilvoorde. We reden over Sint-Niklaas naar Willebroek, omdat we op dat uur ook niet op de Antwerpse Ring willen zijn.

Neen, daar namen we ook de A12 niet, want die vervoegt de Ring van Brussel ook nog voor dat Viaduct van Vilvoorde.

Van Willebroek reden we dus naar Mechelen, waar de Mechelsesteenweg ook onderbroken was en we met een omleiding te maken kregen.

We wilden gewoon naar de E19, zo simpel is dat.

Maar dan las ik:

Uitslaande brand aan loods bij Brussels Airport: rookpluim van kilometers ver te zien

Op Google Maps kleurde de Ring rond Brussel al bloedrood en ik opperde dat we misschien beter de afrit Zemst konden nemen om zo via Steenokkerzeel of via Muizen en Kampenhout-Sas te rijden.

Eens de afrit Zemst genomen, werd het Muizen en Kampenhout-Sas. De richting Steenokkerzeel zat ook al dicht geslibd.

Onderweg werden we ingehaald door een politiecombi die met gillende sirene en zwaailicht in supersnelle vitesse voorbij stoof en ik dacht: “oh oh, dat is niet goed”.

Dat was het ook niet. Op de rotonde in Kampenhout-Sas lag een mestkar op zijn zijde, de tractor stond nog op zijn wielen en een politieman stond papieren te controleren. Ook was een politie-agente het verkeer -in de richting Mechelen- aan het regelen. Al bij al kwamen wij er nog goed voorbij, na een klein beetje voorzichtig aanschuiven.

En ineens besefte ik dat het ondertussen al uren geleden was dat we nog aten. En ik besefte ook dat ik geen zin had in boterhammen. En ik besefte ook dat drie keer op een dag uit eten Baskuul niet blij zou stemmen. En ik besefte nog meer.

Ik zei: “Eigenlijk wil ik pannekoeken”. “Luc antwoordde dat hij niet zo direct een tearoom kon bedenken die op dat uur nog open zou zijn. Maar ik had het al hélemaal uitgedokterd.

We namen de afrit Landen, we reden de Colruyt binnen, kochten een pak kant-en-klare pannekoeken, warmden die thuis op en gelukkig heb ik ooit eens in een bevlieging van je-weet-maar-nooit een spuitbus crème fraîche gekocht.

Te weten dat ik tegen de kant-en-klare pannekoeken ben en ook tegen spuitbussen met crème fraîche. Die zijn écht enkel en alleen voor de gevallen van je-weet-maar-nooit.

Nadat we -eindelijk- thuis, na twee pannekoeken -ik moet ook aan de gemoedsrust van Baskuul denken- eindelijk rustig gezeten de nieuwsberichten gingen lezen, kwam ik tot de slotsom dat we toch geluk hadden dat we niet over Steenokkerzeel gereden waren. Want wat las ik?

Burgemeester Kurt Ryon van buurgemeente Steenokkerzeel liet een bericht plaatsen op de gemeentelijke Facebookpagina.”De brand situeert zich in een loods op Brucargo in Machelen, niet in Steenokkerzeel”, zegt Ryon. “Maar door de wind komt de rook onze richting uit. We vragen dan ook aan de inwoners van Melsbroek om deuren en ramen gesloten te houden en de ventilatie uit te schakelen.

Dan is een keer iets minder gezond eten toch beter dan wie-weet-wat te gaan inademen.

Ik dacht dat ik die avond vroeg in bed zou gelegen hebben, maar uiteindelijk voelde ik me helemaal niet moe. We hebben toch maar besloten om op onze normale tijd in bed te gaan.

pske van mske:

    Mijn gedacht over de tussen-n in bepaalde woorden kan je op deze pagina vinden.

____________________
1 Het Nieuwsblad
2 Het Nieuwsblad

Een log zonder inhoud

Eigenlijk wou ik vertellen dat we na mijn jaarlijks tandartsbezoek nog eens over de Tiense markt liepen. Maar aangezien ik vergat van er een foto van te nemen is het nogal onnozel om daar melding van te maken.

Ik wou iets vertellen over de boeken uit mijn jeugd, maar toen las ik bij Bertie een log over lezen en besloot ik dat ik de boeken uit mijn jeugd nog wel even kon laten wachten tot een dag zonder inspiratie.

Ik las een artikel over het vijfde coronavaccin1 maar aangezien er in dat artikel niet veel meer te lezen valt dan dat men zelf nog niet weet hoe het in zijn werk zal gaan, zou het nogal dom zijn om daar over te gaan dubben.

Over dat orthopedisch kussen wou ik eigenlijk niks meer zeggen maar er vandaag gewoon eentje halen, maar Luc kreeg er een mee van de kinesiste, om uit te proberen. Dus valt de uitstap van vandaag ook in het water, hopelijk niet letterlijk.

En dan las ik bij Elsje over eierkoeken. De herinnering sprong als een veer omhoog. Het is lang geleden dat ik ze nog bakte, Zoon en zijn zus waren er gek op, maar ik weet zelfs niet of ik er bakte sedert Luc en ik samen waren. Ik voorzag ze telkens we naar een wedstrijd gingen en elke keer kwamen er meer en meer gegadigden opdagen aan de caravan.

Dus … wou ik eierkoeken bakken, maar ik had een ingrediënt helemaal niet en er waren maar vier eieren meer. Daar zouden we vandaag wel eens omgaan, maar Luc had het lumineuze idee om toch gisteravond nog snel te gaan. En aangezien ik dan wel alle ingrediënten had, bakte ik ze gisteravond voor bij het ontbijt van deze morgen.

Ach ja, gekochte eierkoeken zien er nogal eenvormig uit, maar die zelfgebakken van mij lijken wel wat meer op pannekoeken.

Aanschuiven, zoals ooit, hoeft niet. Of wij zijn nog niet op, of de koeken zijn op.

pske van mske:

    Mijn gedacht over de tussen-n in bepaalde woorden kan je op deze pagina vinden

____________________
1 Het Nieuwsblad

Lichtmis

Er is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm

Eerlijk gezegd vind ik het citaat wat afgezaagd, maar ja.

Het heeft hier niks met arm of niet arm te zien, we eten wel eens meer pannekoeken, zo op van die dagen dat we zeggen: “We willen nog eens pannekoeken” Daar staat geen regelmaat op maar eigenlijk denk ik wel dat we één keer per maand aan de pannekoeken zitten.

Soms zijn dat pancakes, uit zo’n mixfles. Die eten we dan als ontbijt.

Maar Lichtmis is altijd een goeie reden en bovendien houden we daarmee de traditie in ere … al hebben Luc en ik die -jaren geleden- zelf bij ons ingevoerd.

En neen, de eerste ligt niet op de kast1.

pske van mske:

    Mijn gedacht over de tussen-n in bepaalde woorden kan je op deze pagina vinden.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/02/02/waarom-eten-we-pannenkoeken-op-lichtmis/

Proefondervindelijk

Eigenlijk kan ik me niet herinneren wanneer de ultieme luierikerij heeft toegeslagen. Ik had altijd -al die jaren, haast wekelijks- zelf mijn pannekoekenbeslag gemaakt en ze in de pan gebakken.

Toch heb ik ergens -ik weet dus niet meer wanneer- de klaargemaakte pannekoeken van Colruyt gekocht, hoogstwaarschijnlijk op een drukke dag dat beide kleindochters -toen nog klein- hier waren.

Sedertdien brachten we die wel eens meer mee, soms, heel af en toe want al waren ze dan wel eetbaar, zelfs lekker, ze braken als je ze plooide of oprolde.

En dan, ja, dan kwam een hele periode zonder pannekoeken. De evenementen en de zaak vergden te veel tijd.

Tot die dag dat we bij Zoneke op TV in “Down the Road” de American pancakes uit een fles zagen rollen waarop Zoneke wist te vertellen dat die -tijdelijk- bij de Lidl te koop waren.

Ondertussen zijn we al wat gevorderd, vinden we de American pancakes van Mondamin beter dan die van Lidl en kocht ik pannekoekenmix bij Colruyt en bij Aldi.

Bij beide laatste had ik al tijd iets van een nasmaak van iets poederachtigs … het voldeed niet echt.

Tot ik op het lumineuze idee kwam dat ik nu, met de mengmachine, niet meer aan de slag moet met het kleine klopperke en ik mijn eigen pannekoekendeeg maakte en Luc en ik eensgezind besloten dat dat de lekkerste waren.

We gaan wel nog Mondamin mix meebrengen uit Duitsland -pancakes zijn geen pannekoeken- maar dat is dan weer een beetje uit gemakzucht ook, vooral als je ’s morgens pancakes als ontbijt wil.

pske van mske:

    Mijn gedacht over de tussen-n in bepaalde woorden kan je op deze pagina vinden.



Lichtmis

Bij ons thuis waren er geen pannekoeken met Lichtmis.

Mijn moeder bakte ze wel maar niet met Lichtmis maar als het hààr zinde. Ze was wel overkatholiek maar alle plezante dingen hoorden daar niet in thuis.

Toen ik haar -in het eerste leerjaar- vertelde dat de juffrouw in de school had gezegd dat we die dag moeder moesten buitensluiten omdat het buitensluitdag was en haar binnen moesten laten in ruil voor pannekoeken, steigerde ze alsof ik daar ter plaatse haar gezag wou ondermijnen.

Ik vroeg me af of dat Lichtmis was geweest. Ik heb het moeten opzoeken, het is niet op 2 februari, maar die dag bestaat. Het is op Sint-Thomas op 21 december1.

Maar daar ging het hier eigenlijk niet over, wél over Lichtmis op 2 februari.

Wanneer zijn wij er mee begonnen? Ik bakte vroeger ook geen pannekoeken op Lichtmis al bakte ik er wel vaak. Ik wist daar zelfs niks van.

Het is hier begonnen, sedert we hier wonen, het laatste deel van mijn leven, al hoop ik dat dat laatste deel nog lang mag duren.

En al bak ik dan wel meer pannekoeken, toch zo om de twee weken, op Lichtmis zijn ze er wel.

Deze keer waren het dan wel pancakes en al lijkt het niet al te katholiek zomaar uit de smiliepan, ze waren er.

1 Sint-Thomas

Culinaire perikelen

“We hebben bakboter nodig” had Luc gezegd. Niet dat wij echt boter gebruiken, het gaat over margarine, maar we noemen die dingen nu al jaren “bakboter” en “smeerboter”. Kwestie van ze uit elkaar te houden als we ze nodig hebben.

Er was er geen in de Colruyt, niet ons gewone merk maar ook de andere vakken waren leeg. Ze waren de rekken nog aan het vullen, maar Luc vond dat geen probleem. Er was nog genoeg. En ik geloofde dat omdat ik, meestal, er voor zorg dat er van alles één stuks in reservevoorraad ligt.

Niet dus!

Luc -onze persoonlijke kok zijnde- panikeerde. Ik niet. Hij wou naar het -veel te smalle- buurtwinkeltje, ik stelde mijn veto.

Ik zei: “ik bak wel eens pannekoeken”. Ja zie, die bak ik met olie. Maar olie wil Luc niet voor vlees en gebakken patatten. Hij vindt dat dan te erg gefrituurd smaken. Kwestie van smaak en goesting.

Gisterenmorgen stond hij op en ging het menu even aanpassen. Als we een dag pizza eten en een dag die -lekkere- rookworst met spinaziestoemp, dan zitten we zeker bakboterveilig tot onze volgende keer Colruyt.

Maar ik breng wel twee pakskes mee, goed geweten. Ah ja, eentje in reserve.

Bakken – gebakken

Er was een tijd -zo lang geleden- dat ik er van hield allerlei lekkers te bakken. Vooral op woensdagnamiddag. De kinderen waren thuis en de buurkindjes schoven mee aan. Toen de kinderen geen kinderen meer waren bleef ik dat bakken voortzetten, al was het niet meer zo wekelijks.

Maar later vond ik het voor ons twee niet nodig en bovendien was ik door de jaren wel wat in omvang toegenomen. Speelde dat allemaal een rol? Ik weet het niet. Af en toe bakte ik eens pannekoeken. En als Amke en Ella er waren brachten we er mee van de winkel.

Het eerste teken van heropleving was eigenlijk de de uitzending met de pancakes, waarna we besloten dat we toch wel eens zowat wekelijks één of andere vorm van pannekoeken of pancakes bij het ontbijt gingen eten.

Daarna kwamen de koekskes waarop Luc me vroeg of ik ook wafelen kon bakken … tja …

Mijn moeder had een wafelijzer maar bakte er nooit. Ik kreeg bij mijn trouwen een wafelijzer, zette me er aan en ze mislukten. Kwamen frietketel en wafelijzer uit één en hetzelfde nest? Wie weet dat nu na al die jaren nog?

Maar ik heb nooit nog de drang gevoeld om ze zelf te gaan bakken. Waarom nu dan wel? Luc had een nieuwe toaster gekocht waarvan je de platen kan verwisselen … Het ding heeft een timer én een thermostaat …

Iets wat ik vroeger graag deed -bakken- maar niet nodig vond voor ons twee komt nu op kousevoeten weer naar binnen … met medeweten en medewerking van Baskuul natuurlijk.

De pannekoekenpan

Gezien onze verminderde bewegingsvrijheid zal ik vandaag maar eens het voorvalleke vertellen dat voorafging aan de eerste zaagronde maar gebeurde na de eerste poging bij Zoneke.

Ik ging thuis die pancakes bakken en wat bleek? De pannekoekenpan deugde niet meer. Ik wou een nieuwe, maar dan wel een lage koekenpan.

Ik googelde en vond wat ik zocht. Die verkochten ze bij Ikea Wij met ons tweetjes reden richting Hasselt en kwamen stomverbaasd voor die wand met pannen tot de conclusie dat de betreffende pan er niet tussen hing.

Na enig navragen bleek dat die enkel in Nederland in de winkels te kopen was, maar ik kon ze ook bestellen. Ik deed iets dat ik normaal niet doe omdat ik nogal goed ben opgevoed, maar nu draaide ik me om liep naar de uitgang. Enig antwoord op bovenstaande was waarschijnlijk toch niet vriendelijk geworden en zou zo wat geklonken hebben als:

Ga ik een pan kopen zonder te zien wat ik koop? Zie ik er uit als iemand die een pan zou kopen zonder te zien wat ik koop?

Op de e-mailvraag van Luc aan de winkel kreeg hij als antwoord dat we in de toekomst op “.be” moeten googelen. Gelukkig moest ik me nu niet omdraaien om een minder vriendelijk antwoord binnen te houden. Als ik me hier omdraai kijk ik naar de schouw en die zou toch niet begrijpen als ik zeg:

Denken die nu écht dat ik speciaal op hun winkel heb gegoogeld? Denken die nu écht dat ik niet op pannekoekenpan heb gegoogeld?”

“Ik heb er eentje gevonden bij Casa” zei Luc even later “maar het is wel een specialleke”. Dat was ze. We waren direct verkocht en stapten weer in de auto, reden naar Hannut en kochten de pan.

Weet je wat nu extra komisch is? Bij ons volgend boodschappenrondje hing er toch een gewone lage pannekoekenpan in de Colruyt zeker … Die verwisselde natuurlijk ook van eigenaar.

Zodoende hebben wij nu de luxe van een lage koekenpan voor pannekoeken en een smiliepan voor pancakes.

Het Colruytbezoek

Zo gezegd, zo gedaan.

Die honing zat me dwars. Niet dat dat levensnoodzakelijk is, maar sedert ik nu meer dan een jaar geleden las dat honing met kaneel goed is voor de maag en dus begon met ’s morgens bij het ontbijt een lepeltje honing met kaneel te nemen heb ik nooit nog last van mijn maag gehad.

En nu was die honing zo goed als op, versneld door die twee verkoudheden die we te verwerken hadden gekregen, waarbij we ook telkens wat honing in de thee hadden gedaan. Ach, dacht ik, ik zou het wel overleven. Want ik had wel al een imker gezocht, maar zoals ik eerder al zei: “Honing is een luxeproduct“.

“Zou het kwaad kunnen … begon Luc vrijdag. “… dat we vanavond tegen sluitingstijd eens langs de Colruyt passeren” maakte ik af.

Dat deden we. Ik pakte de lijst van mijn bestelling erbij, schrapte wat ik elders had gekocht en hield een sterk gemillimeterde lijst over.

De parking stond nog wel relatief vol, maar dat was voor de crisis ook al zo toen de parking aan het station betalend werd. Maar er was geen noemenswaardig karretjesverkeer.

Omwille van de maatregelen van andere winkels, waar maar één persoon per winkelkar binnen mag, bleef Luc in de auto. Maar er stond geen aanmaning om dat te doen, enkel de vraag om een winkelkar te nemen omwille van de anderhalve meter.

Binnen was het rustig, er stond één persoon aan de kassa en er hing een uitzonderlijke stilte. In de winkel zelf waren maximum 10 mensen aanwezig.

Ik reed recht naar het rek met honing. Dat stond nog afgeladen vol -honing is blijkbaar geen hamsterproduct- en nam dus maar drie potten in plaats van de twee op mijn lijstje.

De felgroene kleur van de groene theeverpakking stond al van ver massaal: “Hier staan we!” te roepen en ik verhuisde er drie naar mijn kar. Drie, inderdaad, wegens de korting.

Ik reed de gang uit en zag van daar de beenhouwerij. De lange wand van de toespijs was volledig leeg. De kortere wand met de bereidingen vertoonde meer gaten dan voeding en de korte wand met het vlees kon ik niet zien omdat die achter de hoek was. De beenhouwers waren er nog steeds erg druk bezig.

Op naar de kippenbouillon. Onderweg passeerde ik de olie en azijn en bedacht dat de inhoud van onze fles olijfolie ook fel gezakt was. Ons gewone merk was er niet. Ik nam dan maar een -natuurlijk duurder- alternatief.

Achter mijn rug stonden de kippenbouillonblokjes me al op te wachten. Oei! Daar waren maar zes doosjes meer. Even dacht ik … Maar neen! Ik hield me aan mijn lijstje en liet de rest voor de anderen.

Cola.

Maar hé, ik passeerde de rekken met de chips. Daar stond ook nog wel wat. En al eet ik geen chips -ik ben er echt geen fan van- bekeek ik ze. Luc lust wel af en toe eens een chipske … maar welke moest ik nemen? Kleine zakjes voor een grote man? Neen, hij neemt meestal een grote zak. Wat een probleem zeg. Aha! Ovengebakken natuur. Die zou ik nemen, daar eet ik af en toe ook wel eens een polleke van mee.

Blijkbaar is de oorlog tussen Colruyt en Coca Cola1 nog niet van de baan, maar niet getreurd, wij nemen het huismerk. Daarvan was er nog genoeg voorraad, het stond tot in de gang. Al drink ik het spul niet meer, Luc wel nog. Jammer, maar helaas.

Bij de melk zag ik mededeling dat er per klant maar twee pakken mochten gekocht worden. Twee pakken? Dat zijn twintig brikken. Tot voor kort namen wij helemaal geen melk, maar sedert de pancakes maak ik wel elke week een keer pannekoeken of pancakes. Ik moet geen twee pakken, ik zou genoeg hebben met twee brikken, maar gezien er zo een grote voorraad stond nam ik er toch vijf. De twee brikken volle melk, die ik in het fruitkraam kocht, zou ik dan later wel eens aan Zoneke geven of, als de nood echt hoog moest worden, als reserve houden.

De smeerkaas was op! Alternatief! Alternatief? Ik had geen zin om kcal te gaan lezen, vetgehaltes en grammen suiker te gaan controleren en vergelijken en nam een -nooit voordien geziene- smeerkaas van het huismerk.

Bij de wasverzachter was die met rozenblaadjesgeur op. Lavendel? Dat ruikt zo sterk naar lavendel. Raar hé. Die geur vind ik té. Lotus dan maar. Ik zou thuis wel zien of die geurde of stonk.

En dan kwam de ontgoocheling. De groentendiepvriezers waren leeg, op een zakje rode kool met appel -die we thuis zelf nog hebben- en bloemkoolroosjes -dan heb ik liever een verse bloemkool- en spekrolletjes met boontjes -die maak ik ook liever zelf- na was alles compleet leeg. Tot die bevinding kwam de dame na mij ook. Wij bekeken elkaar en roloogden eens maar haalden onze schouders op.

Ik had terug gekund naar de frigo om verse groenten, maar daar had ik ten eerste geen zin in en ten tweede kan dat dan wel volgende keer vóór ik in die diepvriezers ga kijken.

Aan de kassa leek het wel een macabere dans. De dame met overvolle kar -eerlijk is eerlijk: ze had niet gehamsterd, het waren allemaal verschillende producten, denkelijk voor meerdere gezinnen- was er blijkbaar -verkeerdelijk- van overtuigd dat ze anderhalve meter afstand van haar kar moest houden en stond constant rond zich te kijken. Ze leek wel een torenwachter op de grond die elke onverlaat, die dichterbij kwam, met een boosaardige blik zou neerbliksemen. Ze had mijn kar al proberen afremmen met haar ogen toen ze zag dat ik toch geen bumperklever was.

Macabere dans? Jawel. Kassierster achteruit, dame vooruit. Dame halfweg de uitgang, kassierster achteruit, dame betaalt. (Voor niet-Belgische lezers: de Colruyt heeft een speciaal kassasysteem, buitenlandse bezoekers kennen dat blijkbaar niet).

“Kan het nog?” vroeg ik de kassierster terwijl ik mijn telefoon met Xtra app, met gestrekte arm, vooruit stak en mijn povere voor ¼ gevulde kar vooruit reed “of slaan we dat gedeelte over?” Ze kwam dichterbij en mikte -ook- met uitstrekte arm met de scanner die op halve meter toch bliep zei.

Efkes -betalen en de rekening op zak- later stortte Luc zich op de kar en begon als een smokkelaar de buit in de autokoffer te laden. Hij stopte enkel even om te zeggen: “Hmmmm, chips!”

Als het fruit op is, doen we dit opnieuw. Ik zou zo terug naar dat fruitkraam gaan, maar de prijzen rijzen daar echt wel de pan uit.

Onnozel om het zo in het lang en het breed te vertellen? Vind ik zelf ook. Maar wat ik wel belangrijk vind om te melden is dat ik me daarna stukken beter voelde. Net of iets zo normaal als een Colruytbezoek het hele absurde van de situatie weer iets of wat gerelativeerd had.

____________________
1 Het Laatste Nieuws

Curieuzeneus en smoelentrekker

Ik greep twee pakken slaharten en legde die in de winkelkar. Ik weet dat die in plastic verpakt zitten, maar bij een krop sla heb je de hardere bladeren en dat vind ik niet bepaald het smakelijkste aan sla.

“Ik lust geen sla” zei de vrouw die naast mij de groenten stond te keuren en ze maakte er het vieze gezicht bij dat kinderen soms trekken als ze iets niet lusten. “Sla is vies” zei ze en ze kokhalsde haast.

“Ik eet het alle dagen” zei ik treiterachtig. Lelijke bemoeial, verdorie.

Oh maar, dat was buiten haar slechte luimen gerekend. “Ik eet liever warm” zei ze nuffig uit de hoogte als ware ik een lamzak/tamzak die te lui is om te koken. Dat ben ik eigenlijk wel want Luc kookt … ik bak de pannekoeken.

Oh maar, ik kan harder. “Ik ook” zei ik “maar ik eet mijn sla bij de avondboterham”. “Met tomaten” gooide ik er nog achter terwijl ik met mijn herbruikbaar zakje richting tomaten toog. “Een mens moet aan zijn gezondheid denken” meesmuilde ik. Ze trok weer het vieze kindergezicht.

Ik houd van tomaten en dat is een onderdrijving. Ik ben zot van tomaten. Dat heb ik pas jaren geleden beseft toen ik zes jaar geen tomaten had gegeten omdat mijn dochter er -volgens de dokter dan toch- moest overgroeien. Ik heb die zes jaar meer dan ruim weer ingehaald.

En over eten worden bij ons geen smoelen getrokken. Lust je iets niet, dan is dat zo, maar gaan zeggen dat het slecht en/of vies is, is er meer dan een stap over.

Page 1 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén