Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Search results: "vijfde slaapkamer"

De vijfde slaapkamer

Zoals reeds meer verteld is de benaming enkel een mooie naam voor wat eigenlijk een klein kamertje is dat we gebruiken als opslagruimte.

Wat staat er? Een rek met oude boeken, spullen die we niet meer gebruiken zoals een kinderbedje waar Ella als laatste in geslapen heeft, het bijhorende park, fotoalbums uit lang vervlogen jaren en nog zo één en ander …

Wat zou er moeten staan? Hogergenoemde fotoalbums, een tafeltje om hogergenoemde boeken te sorteren en verder ook nog de valiezen gedurende hun rustperiode.

Het wordt dus tijd om eens een begin te maken met het opruimen van het kamertje. Dat hebben we tot nu altijd uitgesteld. We hadden er redenen genoeg voor:

  • Of we hadden zeer aan ons goesting.
  • Of we wisten niet waar we in de tussentijd met alles wat er uit moet moesten blijven.
  • Of nog, we wisten nog niet of we het niet voor iets anders wilden gebruiken; we overleggen nogal lang vooraleer knopen door te hakken.

De steeds bruikbare lange baan dus. Loopt ze dood ? Of komt er enkel maar een bocht?

Vrijdagavond

Alles klaar voor de boekenmarkt van gisteren zondag.

Ondertussen is die al wel voorbij, al staat alles nog niet weer mooi opgeruimd en netjes op de vijfde slaapkamer, sedert de grote opruimactie omgedoopt tot boekenkamer.

Dat zal in de loop van de week gebeuren. We verblijven namelijk sedert gisteravond weer in twee residenties.

Naar de sneeuw

Het is jaren geleden dat wij elke winter wel ergens met zware wintertoestanden te maken kregen. Was het niet met gladde wegen er naartoe, dan was het wel met plotse sneeuwval.

Daar dacht ik aan toen ik de oproepen in de kranten zag die terugkerende vakantiegangers de raad gaf vroeger te vertrekken of nu nog een dag te wachten1.

Ik ging nog rap even op de vijfde slaapkamer -die nu netjes geordend staat- de foto’s van vroeger opzoeken.

De foto waar ik de camionette stond uit te graven vond ik niet direct. Die zou ik toch ook niet geplaatst hebben, net om dezelfde reden waarom ik het middenstuk uit de onderstaande foto sneed, namelijk de herkenbaarheid.

Zou ik het nog doen? Ik weet het niet. In die tijd zag ik er geen graten in om door de besneeuwde landschappen te rijden zoals de lokale bevolking het deed. Ik klom over bergen in de Pyreneeën, reed 120 over de besneeuwde wegen van Finland en lachte toen ze hier thuis problemen maakten over een pelleke sneeuw van anderhalve cm dik.

Zou ik het nu nog doen? Nu ik bij een pelleke sneeuw van anderhalve cm dik tegen Luc zeg dat we beter thuis zouden blijven.

Ik weet het dus echt niet, want onze auto heeft natuurlijk niet het stevige carrure van het transportmiddel van toen.


____________________
1 Het Laatste Nieuws

Tijd voor mezelf

Tijdens de grote opruimactie in de kleine vijfde slaapkamer vond ik een overblijfsel van vroeger, van lang geleden, nog net geen artefact.

Het dateert uit een tijd dat ik, met twee pubers in huis, wel eens tijd voor mezelf wou. Zo een half uurtje per dag ongestoord met dat binnenhuisveloke rijden vond ik niet te veel gevraagd.

Omwille van de overeenkomst dat niemand zijn muziek zo luid zou zetten dat anderen er hinder van ondervonden, zette ik zelf ook een koptelefoon op en ik hing een waarschuwing aan de deur. Die heb ik nu dus terug gevonden.

Ik rijd nog met dat binnenhuisveloke en al doen Luc en ik veel samen is dat toch maar ergens zo gegroeid dat hij ook niets komt vragen terwijl ik fiets.

Een waarschuwing hoeft niet meer. Hij hoort de muziek wel, de koptelefoon is niet meer nodig, overeenkomsten over het volume ook niet.

De vergeten beroemden

Ik was nog jong, hoe oud weet ik niet meer.

Bij ons thuis lagen er koeken -een soort cent wafers- van Parein en ondanks dat kan ik me niet herinneren dat ik er daarvan gegeten heb.

Ik kan me dus ook niet herinneren hoe en waarom ik ben begonnen met het verzamelen van de prentjes die op die omslagen stonden. Maar wat ik me wel herinner is dat ik er op zeker ogenblik nog maar enkele tekort kwam om de volledige reeks bij elkaar te hebben en ik dat eigenlijk wel wou.

Eigenaardig genoeg vond mijn moeder het goed dat ik, samen met Broer, naar de Super Delhaize zou fietsen om daar de pakken met de ontbrekende afbeeldingen te kopen. Zoals gezegd, cent wafers interesseerden me niet zo, maar ik moest toch wel meerdere verpakkingen meenemen want prentjes die je niet hebt zitten natuurlijk niet samen verpakt.

Alle geluk en sjaans, ze waren er en ik kon het album bestellen.

Laatst kwam ik het tegen, zo een week of twee nadat ik met het sorteren van de boeken begonnen was.

Ik draaide het enkele keren om, niet wetend wat beslissen: houden of verkopen. Ik probeerde de prijs ervan te bepalen en schrok wel een beetje toen ik zag wat ze er op 2dehands van vroegen. Ik twijfelde nog meer.

Het staat op de vijfde slaapkamer op het ijzeren rek, op de legger waarop vermeld staat dat ze klaar zijn voor de boekenmarkt. Of het meegaat is nog een andere kwestie.

Allemaal boeken

Jarenlang heb ik het karweitje voor me uitgeschoven. Maar dan echt jarenlang.

Het begon al toen ik jong was. Mijn moeder kon er zo erg over klagen dat ik altijd met mijn neus in de boeken zat dat ze het dan ook deed, tegen iedereen en alleman. Het gevolg was dat er meerderen, die zich geen weg meer wisten met boeken die ze niet meer wilden, die bij ons kwamen deponeren. Ik had een probleem want ik had geen plaats of ruimte om ze op te slaan op de kamer die ik met mijn zus moest delen.

Uiteindelijk verzamelde ik ze in dozen, stapelde ze in de schouw waar geen stoof in stond en breidde er een overtrek voor.

Eens getrouwd bracht de onderpastoor nog eens een doos bij mijn moeder omdat ik zo graag las, waar ze enkele boeken uithaalde die -zoals ze zei- haar zouden interesseren. Het is lachwekkend om zeggen, maar de reden waarom ze dat dacht betrof gewoon de titel. Dat was de naam van het kind waar mijn broer in die tijd mee ging. En het was geen aangenaam kind. En mijn moeder mocht haar niet. Misschien dacht ze dat het boek haar de oplossing zou bieden.

Toen kwam er nog een doos Franstalige mijn richting uit. De buren van de ex-schoonouders gingen verhuizen en namen die niet mee. Het resultaat stapelde zich op. Gelukkig hadden we een groot huis. Ooit zou ik al die boeken wel eens uit sorteren.

Ooit is eindelijk aangebroken. Ik heb een begin gemaakt. Ineens vind ik daar een hele doos van de bouquet-reeks, zowel Franstalig als Nederlandstalig. Ik weet niet vanwaar ze komt maar dat soort lezen was niet aan mij besteed. Ergens denk ik dat mijn dochter die ooit meebracht. Misschien is daar wel vraag naar.

In elk geval sorteer ik voor, stof ze af, haal daarna stapel per stapel tot bij mijn pc, zoek ze op en leg ze klaar voor een eventuele volgende boekenmarkt … of voor het oud papier.

De vijfde slaapkamer -lees opslagruimte- zucht van opluchting.

Spullen voor de rommelmarkt

Het is al een poos geleden, wie weet hoeveel maanden, mogelijk zelfs al een paar jaar, dat mske ineens alle prularia die nog niet waren uitgepakt na de verhuis eens goed bekeek en dacht: “waar moet ik dat nu allemaal kwijt?” Ze sorteerde en gaf de andere zaken aan Slow en zei dat dat goed was voor de rommelmarkt.

Slow maakte er allemaal foto’s van en zette die ergens op een site, in afwachting dat ze hier eens een rommelmarkt zouden doen.

En toen vergaten ze het. Zowel de site als de rommelmarkt als de spullen, tot gisterenavond, toen er ineens een mail binnenkwam met een bod. Een bod voor iets van die prullaria. En dat bod was hoog. Niet dat het écht om veel geld ging maar het was hoog voor het gewenste ding. Maar waar zat dat verwenste gewenste ding. Noch Slow, noch mske wisten het.

mske deed wat ze altijd doet, ze reconstrueerde. Spullen gesorteerd, spullen gefotografeerd, spullen in papierkes gerold, spullen in doos gestopt. Stop! Zwart gat. Waar is de doos?

Slow zocht op de vijfde slaapkamer, wat eigenlijk een mooie naam is voor rommelkamer. Slow keek op zolder in de dozen. Slow vond het niet. Slow bleef maar luidop denken waar het spul toch kon zijn.

mske zuchte. Zo kon ze niet werken. mske keek op de vijfde slaapkamer, wat eigenlijk jàjà. mske keek op zolder in de dozen. mske vond het niet. mske bleef niet doorzagendenken, maar ging verder met haar werk.

Slow zei: “in de kelder?” mske maakte zo een beetje een ronddraaiende beweging ter hoogte van haar voorhoofd. In de kelder, wat een gedacht. Wie zet zo een spul nu in de kelder?

Slow werd stil en mske werkte. Tot Slow de deur opengooide: “tada” zei en de doos naar binnen stak. “Dat is ze!” zei mske. “In de kelder” zei Slow en “gevonden dank zij mijn geheugen” zei Slow en “alleen weet ik zo soms niet waar ik mijn geheugen gestopt heb” zei Slow.

Kennisgeving

  1. Ik had het eerder moeten zeggen. Daarnet zag ik een scheutje tussen de verdroogde restanten van  het meiklokje van vorig jaar. Wat ik ook zag was een kleine zwarte slak in de buurt. Ik zal op mijn tellen en de slakken moeten passen.
     
  2. Sloef is terecht. Gisterenavond dacht ik hem boven mijn hoofd te horen, maar dat is onze slaapkamer en daar was hij niet. Vanmorgen in bed dacht ik hem op de palier te horen maar daar was hij niet. Ik zette dus de deur van de kleedkamer open en toen stak Slow nog eens zijn hoofd binnen de vijfde kamer en zei: “ik zie hem”. Hij zat achter de plank. Die plank is erg groot. Het was de plank van een tweepersoonsbed geweest die bij de werken tegen de muur van de vijfde kamer werd geplaatst. En toen was Sloef terug weg.
     
    Maar even later kwam hij efkes tegen de deur staan bleiten want hij wou zijn pootjes warmen. Slow heeft een bijkomend slotje op die deur gezet.

Zonder Sloef, geen verhaal

Normaal schrijft Sloef op het blog. Soms doe ik dat. Dat hangt er van af hoe we gezind zijn. Wat ik haat, dus een grondige hekel aan heb is dat ik het moet schrijven omdat Sloef verdwenen is. Sloef kan niet verdwijnen want Sloef mag niet buiten. Maar toch, zo van tijd tot tijd … deze keer bijna drie jaar geleden.

Gisteren namiddag kwamen we thuis en hij wachtte ons niet op in de gang, zoals hij gewoonlijk doet. Slow rook onraad. Hij had ’s morgens gegeten, dat wel.  Hem roepen helpt niet, dat werkt averechts. Dus deden we maar of onze neus bloedde en zochten gans het huis af. Onze slaapkamer, de kleedkamer, de kamer van Amke en Ella, de badkamer, de vijfde kamer, wat eigenlijk de mooie naam is van de rommelkamer, de keuken, de woonplaats. Eén keer, twee keer, drie keer … Eigenlijk telkens we boven moeten zijn gaan we toch hier of daar eens kijken.

Als Sloef er niet is, ontbreekt er iets aan mijn inventieve hersencel. Dit is dus de bijdrage voor vandaag. Mee komen zoeken zou vriendelijk aangeboden zijn maar het helpt niet. Sloef heeft het niet begrepen op mensen die hij niet kent.

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén