Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Auteur: ms (Page 54 of 427)

Zwart, koud en zonder zjesten

Ik drink veel koffie, soms denk ik dat ik wel te veel koffie drink, maar kijk, het werd me nu eenmaal zo geleerd. Ik kreeg koffie op mijn vierde, ik wou er geen melk in. Op mijn veertiende gooide ik ook de suiker er uit omdat de dokter toen vertelde dat de puberacne van zoetigheid kwam.

Maar niet alleen dàt! Op schoolreizen kreeg ik het oude gebutste ijzeren kruikje mee, gevuld met koude koffie. En terwijl mijn klasgenoten aan de cola en de fanta zaten dronk ik koude koffie en deed alsof de geringschattende opmerkingen me niet raakten.

Toen ik het thuis aanhaalde zei mijn moeder dat cola en fanta voor kinderen met zjesten waren en dat er niks beter was om de dorst te lessen dan koffie en kouwe koffie was in de zomer nog veel en veel beter.

Zelf dronk ze botermelk en ik was blij dat ze dat niet in dat kruikske deed.

Gisteren vertelde Luc -die praktisch nooit koffie drinkt- dat hij een paar tassen koude koffie had gedronken, want -vroeg hij zich luidop af- wat moet een mens anders drinken met die hitte?

Ik bleef mijn hele leven koffie drinken, maar ik drink hem niet koud … of het zou een vergetelheid moeten zijn.

En nog een beetje beton …

Soms stuurt Luc me een e-mail, maar dat zei ik al. Meestal betreft dat een nieuwsbericht dat hij las en waarvan hij vermoedt dat ik het niet las. Soms is dat ook zo, soms niet.

Zodoende schrik ik geen klein beetje als ik op de 12de ’s avonds nog een bericht lees waarin men het heeft over een nieuwbouwproject met honderd woningen op Domein ’t Park in Landen1. En ik denk direct: “Lap! En er is al bijna geen groen” om dan efkes verder dat artikel te gaan lezen.

Domein ’t Park in Landen is een voormalig militair domein dat in 2013 door de stad werd aangekocht2.

Ondertussen werd het wel al voor allerhande doeleinden gebruikt. Artus Tempi heeft er in tentoon gesteld, het vaccinatiecentrum werd er in ondergebracht, een paar clubs hebben er hun onderkomen, de Kringwinkel+ is er ook en af en toe wordt er eens een -al dan niet binnen- rommelmarkt georganiseerd.

Maar ik ben geen betrokken partij, ik kan het alleen maar jammer vinden. Want men wil meer groen, stoeptegels zou je moeten opbreken en dan zoiets …

Zoals gezegd, ik ben geen betrokken partij en dacht er niet veel verder over na, daar krijg je alleen maar koppijn van en het wordt toch boven ons hoofd beslist.

Maar het toeval wil dat ik op 14 juni een artikel lees over de burgemeester van Vosselaar in de Kempen die strijdt tegen de appartementisering van zijn dorp3 en op 15 juni hadden ze in de gazet al een professor gevonden die ons ging uitleggen waarom appartementisering tot zoveel frustratie leidt4.

Frustratie is een groot woord, ik zou het liever onbegrip noemen, al begrijp ik het wel (volgens mijn argwanende ik met een licht gemene tik).

____________________
1 Het Nieuwsblad
2 HBVL
3 Het Laatste Nieuws
4 Het Laatste Nieuws

De frisco’s

Als kind vond ik frisco’s maar niks. Maar ja, we kregen ze thuis dan ook niet, behalve de bevroren waterexemplaren die mijn moeder zelf maakte. En als we er met de speelpleinen eentje kregen, vond ik er dus niks aan, gaf ze weg, of at de chocolade op en gooide ze weg.

Gewoon een crèmeke van de crèmekar kregen we wel, maar dat kwam omdat de crèmeman een nonkel was van mijn nonkel. En in dat geval *censuur* en kregen Broer en ik een bolleke in een plastic potteke.

Zo bleef het, tot Luc en ik eens, bij onze thuisreis van Schotland te vroeg waren voor de ferry en in Newcastle wat gingen rondhangen en Luc verlangend naar een lekkere witte Magnum keek, die daar in die vrieskast lag. Voorzichtigheidshalve nam ik een “Magum Classic” nadat hij me beloofde dat hij die ook wel zou opeten als ik hem niet moest willen. Luc heeft die “Magnum Classic” niet moeten opeten.

Daarna kochten we zo af en toe kochten wel eens een Magnum, tot we eens, bij Zoneke, de doos in de diepvriezer zagen staan. De mini-frisco’s waren van het huismerk van de Colruyt en ze waren veel, maar dan echt veel, kleiner. We kochten ons zo een doos. Het probleem was dat we ons niet beperkten tot één stuk, we aten er twee.

Toen ik in 2019 de kilo’s ging aanpakken was het gedaan met welk ijs dan ook.

En in 2020 deed in de zomer een nieuwe gewoonte zijn intrede. We kochten schepijs en -raar maar waar- daar beperkten we ons wel tot één ijsje per dag.

Magnum was in de vergeethoek geraakt … tot we van KNO terugkwamen en Luc zei: “Willen we een Magnum halen om uw oren te vieren” en ik dat geen slecht idee vond.

Ondertussen hebben we al meer Magnum gegeten dan ooit voorheen. We waren op vakantie, we waren in Center Parcs, we waren in Sunparks en bij iedere lekkere wandeling beloonden we ons met een lekkere Magnum en het bleef niet bij de Classic. Er zijn wel meerdere -nieuwe- smaken en ik vind die met die gouden caramel uitzonderlijk lekker, terwijl Luc wat moppert want zijn favoriete witte vond -en vindt- hij er niet meer tussen.

We brachten terug de doos met de mini’s van Colruyt mee en ja, het voordeel(?) is nog altijd dat je er twee kan van eten op een dag.

Ene zou ook kunnen maar -eerlijk gezegd- dat doen we niet.


In mijnen tijd …

gingen we van maandag tot en met zaterdag naar school. Woensdag en zaterdag waren dan weliswaar maar halve dagen, maar toch …

Toch werd me toen, door de oudere generatie, verteld: “In mijnen tijd, gingen we van maandag tot en met zaterdag naar school en wij hadden maar één halve dag vrij.” Dat was dan wel op donderdag , maar toch …

Wat er tegen hen verteld werd over de vorigen “hunnen tijd”, ik zou het niet weten. Feit is wel dat het in de vertellers “hunnen tijd” altijd veel erger bleek te zijn dan in de tijd van de toehoorders.

Wat me nu opvalt is wel dat, wanneer je ook op straat komt of naar de Colruyt gaat, je te maken krijgt met jonge mensen met de leeftijd die op school zou moeten zitten, maar er niet zit.

Dat is trouwens nog zoiets. Vroeger mocht je tijdens de middag niet buiten, je moest je boterhammekes in de refter opeten. Nu nemen ze geen boterhammekes meer me, maar gaan wel iets halen in de Colruyt of welke buurtsupermarkt dan ook.

Waarop Luc zich dan telkens afvraagt: “Moeten die niet in de school zijn?” en ik: “Wanneer gaan ze eigenlijk nog naar school?” Waarschijnlijk heeft het allemaal met variërende uren en lessenroosters te maken en daar wil ik me nu niet meer in verdiepen. Mijnen tijd aangaande is al lang voorbij.

De tijd dat je, bij manier van spreken, geen kat tegenkwam als je tijdens de schooltijd je boodschappen wou doen is al lang voorbij.

In mijnen tijd zou de oudere generatie daar nogal commentaar op gegeven hebben. Ik pas mijn boodschappenuren aan navenant de middagpauzes van de scholen en ik houd rekening met blok- en vakantieperiodes.

Ne mens moet nu eenmaal mee met zijnen tijd.

pske van mske:

    De school op de foto is gewoon de decoratiefste foto die ik heb van een school. Ik heb er namelijk maar ene.



Een hittegolf

Voilà, ze zijn allemaal blij, de roepers. We hebben een hittegolf. De eerste dit jaar. Dan raden ze aan om het rustig aan te doen, niet in de zon te gaan lopen, niet te actief te zijn. Ge moet uwen hof niet gaan omspitten, bij manier van spreken.

En als ze dat afraden, dan doen we dat niet. Wat doen we dan wel? Zo rustig zijnde?

Wel, ik heb alle dozen voor de rommelmarkt -die beneden staan- en alle dozen voor de boekenmarkt -die ook beneden staan- gecontroleerd en nagezien, compleet opnieuw gevuld met boeken die boven stonden, kwestie van niet altijd hetzelfde mee te nemen en heb een hele vracht voor één of andere kringwinkel over gehouden.

Dewelke? Dat weet ik nog niet. Ik doe niks binnen in eigen buurt. Ik wil mijn eigen spullen niet in de rekken zien staan. Het was al bizar genoeg dat ik die van mijn moeder -denkelijk- in Tienen tegen kwam.

Daar ben ik toch een groot deel van de dag mee bezig geweest, een mens moet iets doen om niet tegen het plafond te gaan hangen van errezze.

Een beetje kuisen was geen optie? Ah neen hé! Bij een hittegolf moeten we ons rustig houden.

Het onkruid

Na bijna de helft van mei uithuizig te zijn was het hier vanachter op het koerke een echte jungle.

Luc zou dat eens direct gaan aanpakken. Hij vulde de sproeier en wilde aan de slag.

De sproeier was kapot.

Luc wou die nog een tweede kans geven, want blijkbaar had die nog al eens kuren gehad. Maar deze keer blijkt het een definitief einde.

We zullen een andere moeten gaan kopen.

Misschien niet. Misschien verdroogt het onkruid gewoon van de hitte en kunnen we het gewoon bij elkaar gritselen.

PAF! met camouflage

Vele jaren geleden, in 1997, keken we met plezier naar een nieuw Brits feuilleton dat “Midsomer Murders” heette. Na een paar jaartjes werd Inspector Tom Barnaby vervangen door zijn neef Inspector John Barnaby en ik dacht: “Lap, het is om zeep”.

Maar uiteindelijk begon ik de reeks met John Barnaby beter te vinden en bleven we toch maar kijken … tot ze op zeker moment in de ziekte van altijd vervielen en herhaling op herhaling begonnen uit te geven en wij afhaakten.

Nu las ik vorige vrijdag toch dat er een nieuwe reeks begon, de 22ste al, en dat de Britten die zelf nog niet hadden gezien en ik vertelde dat aan Luc, die vrijdagavond zei: “Er is toch niks op TV, toch maar eens kijken”.

En dat deden we. Gaan we nu opnieuw kijken? Ik denk het niet. Ondanks de mooie beelden -die ze ook bij Vera en bij de Brokenwood Mysteries gebruiken om kijkers te lokken- en je niet zo gestresseerd geraakt dat je niet meer kan slapen is het tegendeel eerder waar. Ik vind het slaapverwekkend.

Okee, ze zijn wat gemoderniseerd, de digitale wereld heeft er ook zijn intrede gedaan, maar of dat ook maar iets heeft veranderd aan de complexe moorden, neen zenne. Het is wel anders maar toch eigenlijk het zelfde. Een simpele moord is er ook nooit bij, niet gewoon “PAF” maar wat er daar allemaal komt bij kijken, je zou er verstomd van staan.

En er is in het artikel ook de nodige uitleg waarom het aantal moorden in “Midsomer Murders” toch niet zo heel hoog te noemen is. Dat ga ik niet uit de doeken doen, dat artikel doet dat al1.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Daar had je de koekoek grote Tsjip

Rare zaken gebeuren er, nu mijn oren weer mee spelen. Zo hoor ik nu alle ochtenden, tot hier binnen, de grote Tsjip. En ja, het is em want ik herken hem -luid en klaar en duidelijk- aan zijn aireke.

Tsjip … tsjip … tsjip … tsjip … tsjip … tsjip … tsjip … tsjip … tsjip …

Luc hoort hem niet. Bizar eigenlijk.

Ik was buiten al eens gaan kijken waar die zit, want het kan hierbinnen echt niet uit de klimop komen. Het geluid komt eerder vanonder de dakgoot of zo. Mogelijk is het een tweeling natuurlijk.

Gisteren in “Het Vinne” vraagt Luc: “Hoor je hem?” Ik luister en hoor gegak en gekwaak en geplits en geplets en nog wat gezoem om het af te maken en ik kijk vragend. “De koekoek” zegt Luc “maar wel heel ver”. Neen, niks, geen koekoek te horen.

Maar rond “Het Vinne” kan je rond. En aan de achterzijde hoor ik hem ook, ook klaar en duidelijk. Maar eens wat verder weer niet meer.

En toch denk ik dat ik nu beter hoor dan Luc, want hij vraagt meer wat ik zeg dan omgekeerd.

“Het Vinne” dus, nog maar een keer. Het moest er maar zo schoon niet zijn. Er is na de grote werken wel heel wat veranderd. Op veel plaatsen kom je niet meer bij het water, op andere lopen de knuppelpaden er nog steeds door en op de erg modderige plaatsen, die nu ook droog waren, werden ook knuppelpaden voorzien zodat wij in de minder droge seizoen ook van het gebied kunnen genieten.

Het is niet groot, maar het is altijd wel een mooie lommerrijke oplossing om te wandelen op de hittedagen.

pske van mske:

    Wie meer foto’s wil zien, kan ze nu op “In Beeld” bekijken.



Vermageren door schudden

Ik weet nog, vóór corona onze gebieden teisterde, stapten wij wel eens meer dan af en toe in de auto, de naft was nog bij prijs en we maakten toerkes voor ons plezier. We deden wel meer eens een toer van enkele verder afgelegen Kringwinkels.

Dat was in de periode dat ik sterk bezig was met mijn BMI en het zag zakken als de stand van het water in onze hedendaagse zomers.

Nu er toch weer enkele winterkilo’s af mogen en we meer thuis gaan wandelen, lukt dat niet zo goed.

En ik vraag me af of het ik het er niet beter zou laten af schodderen in een rijdende auto.

Kouwe pla-kes tijd

Na wat een eindeloos regenseizoen leek te worden hebben we de laatste tijd toch wel erg mooie zomerse dagen.

En toch las ik ergens de voorbije week een artikel waarin men het had over een mogelijk komende droogte en dat we sedert half mei geen regen meer hadden gezien omdat ons weer geblokkeerd zit1.

Ach mensen, ik word daar niet vrolijk van. Net alsof er nooit iets prettig of plezant mag zijn in het leven.

Momenteel word ik eerder vrolijk van deze tijd van het jaar en geniet van koude schotels met een lekker glaasje erbij.

Voor een verfrissend buitje zal ik mijn neus niet ophalen, maar ik zou liefst hebben dat iedereen stopt met zagen doemscenario’s te voorspellen.

En dan ging het gisteren tijdens de wandeling de hele tijd druppelen. Meer niet. Geen buitje, alleen druppel na druppel na druppel, niet genoeg om het zand vochtig te maken.

Bovendien hadden we nog een bizarre ontmoeting ook. Ik had de indruk dat hij de twee fietsers vóór ons bestormde, maar wandelaars vond hij blijkbaar zonder risico. Al vond ik hém wel een risico.


pske van mske:

    Obsidentify is voor 50% zeker dat het om een Europese Moeflon2 gaat.


____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/05/29/aanhoudend-droog-weer-weerman-bram-verbruggen
2 Europese Moeflon

Page 54 of 427

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén