Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Auteur: ms (Page 45 of 427)

Goed nieuws in de gazet

Eén of andere expert in één of andere materie vertelt iets en één of andere expert in dezelfde of gelijkaardige materie zegt: “Dat is niet waar”. Of die gaat daar verder op in en weidt verder uit over het thema.

Dat gebeurt welhaast in elk artikel, maar nu het over koffie ging, ging ik dat eens nader bekijken. En in dit geval wordt dan niet echt gezegd dat het niet waar is wat de voedingsexperte zegt, maar moet de diëtist toch wat nuanceren.

Koffie is dus goed tegen hart- en vaatziekten, maar -nuanceert de diëtist- dan wel meer voor een sporter maar het is minder bewezen voor mensen die het drinken op hun werk. Die zouden dan misschien beter vaak fruit en groenten eten.

Ik eet veel fruit, ik eet veel groenten, ik drink veel koffie. Ik ben akkoord dat fruit en groenten gezond zijn, maar je kan echt niet àlles gaan vervangen door fruit en groenten. Dat wordt dan te eenzijdig.

Verder onthoud ik wel uit dit artikel dat ik dus goed doe aan het drinken van oploskoffie omdat daar de cafestol en kahweol al gefilterd zijn. En dat zijn kwalijke vetstoffen, niet goed voor het cholesterolgehalte in je bloed. En ook zwarte koffie blijkt de goeie keuze. Gelukkig maar. Een Cappuccino zal ik wel eens drinken, ergens als een extraatje.

Koffie zou ook een positieve impact hebben op bepaalde K’s, maar dat is -volgens mij dan weer- koffiedik kijken.

Het antwoord op mijn vraag, waarom ik meer koffie drink als de geopende pot een pot Arabica is dan bij een pot Robusta, staat er niet in. Dat heb ik zelf opgezocht. Arabica is zachter en bevat minder cafeïne, Robusta is bitterder en minder goed voor een gevoelige maag.

Maar dat had mijn maag me ook al duidelijk gemaakt.

____________________
1 Het Laatste Nieuws

Korte metten van lange adem

De stoven stonden hier nu al een paar jaar zonder dat ze gebruikt werden.

Vorig jaar, met al die energiemiserie, wilden we de schouwen laten kuisen maar er zat in elke schouw een eksternest. Ik wou die eksters er uit maar daarvoor moeten ze op zolder de schouwen open kappen en dan “kan dit gebeuren en dan kan dat voorvallen”. Kort gezegd, een hele resem argumenten om te zeggen: “Blefteraf!”

Nu stonden de stoven al een jaar te wachten op de beslissing. En dat ging, uiteindelijk toch, wat op mijn systeem werken.

Ze staan daar niet meer. We hebben ze deze morgen met hun tweetjes klaar gezet aan de deur. Het ging wel wat minder vlot dan verteld, zo twee ouw krakers die een paar stoven van een paar ton zwaar gingen verzetten.

Ze staan nu dus te wachten op die van ’t oud ijzer. De voorbije weken kwam die hier wel een paar keren per week voorbij.

Durf je wedden dat we die nu niet meer gaan zien?

Nog een verstoorde nacht

Het zal zo ongeveer putteke nacht geweest zijn, als ik me stilaan begin te realiseren dat het blijkbaar tijd werd voor het nachtelijk wandelingetje over de overloop. Ik probeer mijn ogen open te krijgen. Dat is nodig om over die halve passerel te lopen, anders totter ik er over. Maar dat weet iedereen al.

En als ik daar over loop hoor ik het geluid al en dat zonder hoorapparaat. Er loopt ergens water in huis. De kraan van Lucs lavabo stroomt als een wildwaterrivier en die staat nochtans dicht.

Mijn eerste gedacht is: “Hoe lang is dat al bezig?”

Mijn tweede gedacht: “Rap Luc halen”.

Lucs eerst uitgesproken gedacht is: “Hoe lang is dat al bezig?”

Putteke nacht kunnen we dus beginnen met het ontmantelen van die scheve lavabo. Gelukkig hebben we ondertussen al enige ervaring.

Dichtingsringen hebben we nog genoeg. Dat is natuurlijk niet direct aan de orde, die nacht. Dat kan wachten tot klaarlichte dag. Maar ik verzucht weer, net zoals de vorige keer:

Misschien hadden we er ooit beter gewoon kastjes onder die lavabo’s laten zetten, zij het dan op maat gemaakt, dan moesten we gewoon die deurtjes openen om aan die hoekstopkraantjes te geraken.

En dan liggen we wat later terug in bed, bedenk ik dat ik klaar wakker ben, dat ik de slaap niet meer ga vatten en dat ik er op zondag vroeg uit moet voor de boekenmarkt.

En wat doet Luc zo om 2u30 ’s nachts. Hij gooit het laken af, gooit zijn benen uit bed en zegt: “Ik ga beneden mijn turnoefeningen voor mijn rug doen”.

En dat doet hij.

Een mindere dag

Nu het binnenhuisveloke weer ingeburgerd is en dagelijks zijn aantal toeren draait zie ik een eigenaardig fenomeen.

Je zou zo denken dat ik na al die tijd niet meer vooruit zou raken, dat doe ik ook niet, het is een binnenhuisveloke voor iets, maar ik bedoel meer dat de aangesproken spieren verstek zouden laten gaan en/of foert zeggen. Dat doen ze niet. Integendeel.

Ik fiets dat het een lieve lust is en op zeker ogenblik voelt het aan of ik in de lucht trap. En dan heb ik maar een zwaarder parcours ingesteld. En nog altijd fiets ik dat het een lieve lust is.

En op zekere dag was ik zo druk doende met een drietal sudoku’s op mijn telefoon dat ik de tijd vergat en merk dat ik uiteindelijk bijna het dubbel van de voorgaande dagen heb gereden.

Zelfs na een dag zonder fietsen, want die zijn er natuurlijk ook, gaat het driedubbel zo vlot en goed.

Dan moet je mij eens proberen uitleggen hoe het komt dat ik deze week, zomaar ineens spierpijn krijg in mijn rechterkuit, dat been even stilhoudt, waarop ik spierpijn krijg in mijn linkerkuit, waarna ik dat been even stilhoudt, waarop ik weer spierpijn krijg in mijn rechterkuit, … En zo kan ik nog even doorgaan.

Ik heb het dan maar opgegeven na twintig minuten fietsen.

De volgende dag was er geen vuiltje aan de lucht. Komieke benen heb ik wel.

Nachtelijke ontmoeting

Het zal zo ongeveer putteke nacht geweest zijn, als ik me stilaan begin te realiseren dat het blijkbaar tijd werd voor het nachtelijk wandelingetje over de overloop. Ik probeer mijn ogen open te krijgen. Dat is nodig om over die halve passerel te lopen, anders totter ik er over.

En bij het eerste streepje licht denk ik al: “Licht? Wat licht?” Want ja, zoals gezegd wordt de straatverlichting hier gedoofd tussen 23u ’s avonds en 5u in de morgen, behalve in het weekend. Enkel met volle maan is er enig licht te zien. Zodoende hoort het pikkedonker te zijn. Maar in halve slaaptoestand denk ik dan: “Ach ja, weekend”.

Nog een stapke verder in het proces om wakker genoeg te zijn realiseer ik me dat het geen weekend is, het is gewoon een nacht tussen een woensdag en een donderdag. En dan gaat er een lichte vorm van alarm af van: “Iets is hier niet pluis”.

In een flits zijn mijn ogen volledig open en zie ik de groene weerschijn achter het bed. Die loopt over de volledige breedte van de muur en ik denk: “Wat is dat?” Ik ben ineens klaar wakker, gooi mijn benen uit bed en ga in één ruk rechtop zitten.

Plots steekt daar ineens een wezen zijn kop boven de bedsponde uit, als was het door mijn beweging opgeschrikt.

Nu zou ik nooit denken dat de dapperste aller Galliërs ben, maar ik zit wat raar in elkaar. Bij zulke toestanden neemt mijn automatische piloot -zoals ik dat noem- gewoon over.

Ik realiseer me wel dat ik niet droom, dat ik wel degelijk wakker ben en dat wat ik zie er echt wel te zien is.

Dus stap ik uit bed en zie dat ook het wezen rechtop gaat staan, daar achter de bedsponde. Kijkt die nu naar mij? Of niet? Of houdt hij zich stil? Ik houd mijn adem in. Ik neem mijn telefoon -het kopkussen is te zacht en mijn sloefen zitten aan mijn voeten- en zachtjes en stil schuifel ik richting deur. Dat figuur beweegt ook.

Stapje voor stapje, schuifel voor schuifel, ga ik verder maar stapje voor stapje, schuifel voor schuifel komt de indringer nader. Ik houd mijn telefoon klaar voor de confrontatie.

En nét als ik hem een pets op zijn toot wil geven met mijn telefoon valt mijn nikkel. Ik zie als het ware het licht.

Ik wéét wie daar staat. Ik wéét waarom die daar staat. Ik wéét ook wat die daar doet.

Ik houd mijn adem niet langer in. Ik draai mijn rug naar de indringer, zet een grote stap terug naar de kopsponde van het bed, waar op het nachtkastje de oplader van mijn hoorapparaat staat.

Die is niet goed gesloten en werkt als een filmprojector. Met een streepke groen licht van maximaal twee millimeters uitvergroot geeft dat een gigantisch effect op die witte muur.

Ik sla die met één mep dicht … maar dan niet met mijn telefoon en wandel alleen over de overloop naar de badkamer.

(Lees verder onder de foto)

pske van mske:

    Ik heb de situatie bewust opnieuw uitgelokt en gepoogd er een foto van te nemen maar het licht van mijn telefoon was té storend. Daarom dus maar een decoratieve creatie.



Nuchter bezien

En plots zie ik de vermelding staan in de agenda. Die zegt: “Afspraak voor bloedname maken”. “Wanneer heb jij dat in de agenda gezet?” vraag ik Luc en nog voor hij kan antwoorden zie ik dat ik dat zelf heb gedaan met een jaarlijkse herhaling op 7 september. Dat is nu op één week tijd nu al twee meldingen in de agenda die ik er zelf inzette maar toch grandioos vergeten was.

Luc maakt onmiddellijk een afspraak voor 7 september om 8u45 en zegt: “Dan moeten we wel nuchter blijven”. Ik ben daar niet echt graag bij, zo opstaan zo zonder een zjat koffie en ontbijt.

“We kunnen dan efkes doorrijden naar de Colruyt” zegt hij “de bananen zijn bijna op”. Daar ben ik nog minder graag bij, zo opstaan en gaan rondhossen zo zonder een zjat koffie en ontbijt.

Maar ik vond de oplossing! We zouden de boterhammen en een zjat koffie meenemen en na het doktersbezoek ons een bankske uitzoeken in het Rufferdingepark.

Dat werd dan “Boterhammen in het Park – Gelimiteerde editie”!

De wijze

Komt Luc de woonplaats binnen en kondigt op ware Shakepeareaanse wijze aan: “Wij hebben nog een hele hoop eieren en die zitten bijna allemaal aan hun vervaldatum”.

Ik weet hoe dat zo gekomen is maar dat doet hier niks terzake, maar ik antwoord wel, maar dan op nuchtere wijze: “Dan zal ik nog eens iets moeten bakken”.

Waarop Luc onmiddellijk op enthousiaste wijze inpikt en zegt: “Ja! Dat wou ik juist voorstellen, zo van die lekkere wafels met die suiker … njam njam njam” terwijl hij al pratend over zijn maag wrijft, waarna blijkt dat hij geen suikerwafels maar wel Luikse wafels bedoelt.

Gisteren heb ik ze gebakken.

Goed idee, daar niet van. Alleen heb je voor Luikse wafels maar twee eieren nodig. Ik zal er de volgende week of zo nog eens moeten bakken, maar dan wél suikerwafels. Daar heb je namelijk vier eieren voor nodig.

De voddenman

Mijn moeder stopte en herstelde kleren. Maar als er geen verstellen meer aan was zei ze: “Steek dat maar bij in de voddenzak” of “dat is voor de voddenman”.

Vanwaar komt die herinnering zo op een avond mijn gedachten binnenvallen? Is iets of wat mijn hersens wat aan het opschudden, het oud stof er uit verwijderen?

Want dan komt natuurlijk het volgende. Heb ik die voddenman ooit gezien? En dat weet ik niet meer. De scharensliep zag ik wel nog een paar keer op zijn triporteur en ook hoe hij de messen en scharen tegen de slijpsteen zette en die aandreef met een lange pedaal.

Anderzijds heb ik een even nevelige herinnering aan mijn moeder die die oude vodden gebruikte om iets op te vullen, wat daarna nogal een knobbelig effect had. Waar of niet waar? Ik denk “waar”, gezien de bultige scheve tochthond die nog lang voor de kamerdeur heeft gelegen.

Maar die voddenman? Ik heb geen beeld voor ogen en begon me af te vragen of het een hersenspinsel was.

Blijkbaar niet. Op Wikipedia vind ik een hele uitleg over de voddenman -de auteur heeft het dan wel enkel over Nederland1– maar over kiloprijzen en vergoedingen heb ik het mijn moeder nooit horen hebben.

pske van mske:

    Ik heb op Wikipedia ooit wel al eens een aanpassing gedaan, maar gezien mijn wazige herinnering ga ik het nu maar voor bekeken houden.

____________________
1 Voddenman

Nevelfoto

Op een ochtend vol nostalgie
Open ik mijn ogen en zie
Meer dan anders
Oost-Brabanders
Ze waren met zes, niet met drie

Zes duiven zaten op een rij
En keken lodderig naar mij
Ochtendnevel
Zonder wrevel
Nevel maakt duiven ook niet blij

Zes duiven op een hoge draad
Keken ook helemaal niet kwaad
Wat gewillig
Onverschillig
Omdat kwaad zijn toch niet baat

[© ms – 4 september 2023]

Nostalgie

Op 9 augustus kreeg ik een e-mail van Luc. Dat gebeurt wel meer. Soms stuur ik ook een e-mail nààr Luc. Dat gebeurt wanneer één van ons iets ziet of leest waarvan we denken dat we het misschien wel alle twee interessant of plezant zouden vinden en de ander niet in de buurt is.

Die mail van Luc nu, had het over een Stoomfestival in de buurt van Mariembourg1 en mijn interesse was gewekt. Ik zag me al begeesterd foto’s maken van al die locomotieven tot ik de extra vermelding van Luc in die e-mail zag, die benadrukte: 30€ p.p.

Mja, een beetje lezen leerde me dat in die 30€ p.p. dan ook het onbeperkt reizen met één van die treinen is inbegrepen.

Maar die dagen vielen ook al niet op de meeste geschikte data. Ik had het wel al meer over een té volgepropte agenda.

Dus stelde ik voor dat we zouden voorzien om op de 22ste september een kijkje te gaan nemen en een toegangsticket -zonder treinreis- ter plaatse te kopen. Op die manier zat je niet met een ticket op een -mogelijke- regendag.

“Dan rijden we niet met die trein?” vroeg Luc en hij keek er wat ongelukkig bij. “Wil jij met die trein mee?” vroeg ik wat ongelovig. “Ja” zei Luc wat schoorvoetend. “Na al die jaren dat we vroeger als kind met die oude treinen reisden?” vroeg ik nog ongeloviger. “Hoezo?” vroeg Luc. En keek hij nu niet een beetje zielig? Wat sip?

Het begon me te dagen. “Heb je dan als kind nooit met een stoomtrein gereisd?” vroeg ik. “Neen” zei Luc. “Geen tsjoeke tsjoeke, geen geschok, geen houten banken, geen brute stoppen?” vervolgde ik. Neen, hij had als kind zelfs nooit met de trein gereisd.

Dat merkbare gemis vond ik eigenlijk wel een goeie reden om wél met die trein te gaan meerijden, mààr maar … die prijs en de mogelijkheid dat het zou regenen leken mij wel een goede reden om te twijfelen.

Ineens, vorige week zondag, bedacht ik iets. Had ik nu niet ooit ergens iets gelezen over meerijden met een stoomtrein? Even googelen en ik kwam op de website van “Stoomtrein Dendermonde-Puurs2“, hield Luc mijn telefoon voor en vroeg:”Interesse?”

Op maandag waren de tickets besteld en gisteren zondag waren we er.

“Als het de 22ste niet regent, kunnen we nog naar Mariembourg” stelde ik voor. “Dat hoeft niet” zei Luc.

pske van mske:

    We reisden thuis altijd met de trein. Pas op mijn 14de kwam er een auto. Ik heb herinneringen aan treinreizen van toen ik nog heel klein was tot de tijd dat broer en ik uitkeken om te zien of er een stoomtrein of een moderner exemplaar aankwam, wat uiteindelijk het begin van het einde betekende voor de stoomtreinen.

____________________
1 Stoomfestival
2 Stoomtrein Dendermonde-Puurs

Page 45 of 427

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén