Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Koffie (Page 1 of 3)

Vraagstuk zonder wiskunde

Als ik thuis ben, drink ik ’s morgens, op mijn nuchtere maag, één liter water, een zjat koffie bij het ontbijt, daarna nog twee zjatten koffie (minstens), drink vaak een donkere Leffe 0,0% bij het noeneten, een paar mokken thee in de namiddag, een zjat koffie bij het avondeten en een mok kruidenthee een uur voor het slapen gaan.

Terwijl ik, als we weg gaan, na de liter water en de drie ochtendzjatten koffie eigenlijk enkel ergens onderweg nog een tasje koffie ga drinken -of twee- en een watertje bij ’t eten.

En als ik dan ’s nachts wakker wordt van geweldige krampen in mijn kuiten of voet, heb ik dan een drankprobleem?

Dan noem ik het liever een drinkprobleem.

De mens te veel

Het jaar 2025 is niet goed begonnen, voor ons dan toch. Er zijn het lijsoog dat na twee weken moest genezen zijn, maar het na vier weken nog niet is, het fototoestel dat hapert, er zijn de bijwerkingen van de Lipitor die afkickverschijnselen vertonen, de haperende hoorapparaten en er is de nasleep van dat wat ik niet kan vertellen.

Neem daarbij nog wat kosten aan het huis, de bomen die dringend gesnoeid moeten worden, waarvoor we nog een takkenschaar moeten gaan kopen en het is misschien begrijpelijk dat ik af en toe een pauze inlas voor wat rust in mijn hoofd.

Dat was voor deze week voorzien. Deze week zouden we gewoon thuis blijven, want deze week was het bovendien nog die-dag. En die-dag wringt alle jaren, het ene jaar al wat meer dan het andere.

Maar dan komt het smske vol paniek: een opname in de kliniek, het ziet er echt niet goed uit. En wij beslissen dat we op maandag naar de kliniek zullen gaan. Er zijn dingen die belangrijker zijn dan rust in mijn hoofd.

Maar dan komt het telefoontje: mijn hoorapparaatjes zijn klaar en ik kan ze vrijdag (vandaag) gaan halen. Ach ja, dan hebben we nog altijd drie dagen over waaronder die-dag.

En dan sta ik, uitgerekend op die-dag op en zegt Luc dat mijn favoriete koffie in de aanbieding staat in de Colruyt. En ja, een heen en weertje Colruyt zal wel lukken zeker. Maar verdorie nog aan toe, het leek wel of héél Landen in die Colruyt zat, dat alle winkelkarren van de Colruyt een betoging hielden en bovendien was het vak van mijn favoriete koffie léég.

Nog altijd niks aan de hand. Dan stelt Luc voor om even naar die van Sint-Truiden te rijden voor koffie … of beter, die van Hannut. En ik? Ik ga akkoord.

Ook daar is het druk. En Luc denkt dat het misschien te maken heeft met het verschijnen van de nieuwe folder. De man, van wie we de kar overnemen, wenst ons “Bonne Chance”. Ik had het al kunnen weten.

Maar kijk! Alles gaat goed tót we voor dat winkelrek met koffie staan. Er staat een koppel, hun kar staat een stukske verder, ik ga met mijn rug zo goed als tegen het tegenoverliggende rek staan om niemand voor de voeten te lopen en begin dat koffierek te bekijken … als Luc me teken doet dat ik in de weg sta van een kerel die daar door wil.

Ik heb toch al verteld dat het me steeds overkomt dat waar ik ook ga of sta er altijd iemand daar door moet of juist op die plaats moet zijn? Dat ik blijkbaar overal in de weg sta, dat het lijkt of die ene vierkante meter die ik beslag neem er ene te veel is? Jammer genoeg vind het betreffende log niet terug. Ik had veel vroeger met die tags moeten beginnen.

Maar dàt was nu écht de druppel te veel.

Ik bén uit de weg gegaan. Ik bén zozeer uit de weg gegaan dat ik met fikse stap richting uitgang gestapt ben, over de ketting die de ongebruikte kassa afsloot, een sprintje trok om de man met kar vóór te zijn en buiten naar lucht moest -en kon- happen. Geen vrees, ik heb me tegen die man geëxcuseerd, die dan nog zo vriendelijk was om te vragen of ik geen stoel nodig had. Dat had ik niet. Ik moest enkel lucht hebben.

Eens ik weer gewoon kon ademen ben ik in de auto gaan zitten tot Luc met genoeg koffie voor een heel jaar kwam aangestesseld.

Achteraf gezien vraag ik me af: wat was dàt? Was dat een paniekaanval? Of is er toch iets meer aan de hand? Die Lipitor?

Maar toch vraag ik me af, waarom moest ik uit de weg? Waarom gaf die kerel die in de weg staande kar geen duw zodat ze het decor in vloog? Of dacht die dat het mijn kar was? Ik weet het dus niet. Het lijkt wel of zelfs een winkelkar meer rechten heeft dan ik.

Ik weet wel dat ik me de rest van de dag heel miserabel heb gevoeld. Ik verging van de kou -bij manier van spreken- zonder het koud te hebben.

Ik heb die avond een kleine whisky van Arran gedronken. Die deed deugd. Dus heb ik nog een kleine whisky van Arran gedronken en ben in slaap gevallen.

Het was dus weer een typische die-dag, een dag om schrik van te hebben.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Een actieve dag

Als je na een erg actieve dag, de volgende morgen zo meureg als wat opstaat, denk je dan …

Tja, ik word ook een dagske ouder; ik zal het in het vervolg een beetje rustiger aan moeten doen …
of eerder …
Dat is een wenk, een teken, nu zo rap mogelijk opnieuw …

Toen ik gisterenmorgen wakker werd met mist rond mijn hoofd en elastieken ledematen, dacht ik eerst eigenlijk helemaal niks.

Op zijn zombies ben ik van de trap gekomen, heb me door het snorren van de airfryer ergens gerealiseerd dat er een walnootbroodje op mij te wachten zat.

En eenmaal, na een zjat koffie of drie is mijn ziel ontwaakt en ben ik begonnen met het plannen van een eventuele volgende keer. Maar door het denken daaraan werd ik al terug duf.

Daarna heb ik me dan gerealiseerd dat de oorzaak misschien niet bij de helse activiteiten lag, want zo erg was het nu ook niet, maar mogelijk bij het late eten. Want al had ik gedurende de dag wél het, mijzelf toegestane, aantal kcal binnen gehaald, ik voelde me bij het thuiskomen als een slappe vod. En Luc had ook nog een hongertje.

Het resultaat was dat hij voor ons beiden nog een kleinigheid opwarmde waarna ik nog een banaan en een stuk kaas heb gegeten, om dan voor de TV in slaap te sukkelen.

Toch wel idioot zeker, als je dan denkt: “Méér van dat” …

Americano

Die eerste keer – vergeet ik nooit meer. Het was in Oostende, we waren aan een opkikker toe, maar aan de dijk zat alles barstensvol. Maar in één van de zijstraten vonden we een leeg terrasje -inderdaad- met een viertal kleine tafeltjes -ook inderdaad- en een tweetal stoelen per tafeltje. Dat was voor ons.

En ondanks de gekende men-zegt, die stelt dat men bij lege terrassen of lege cafés op niet veel goeds moet rekenen, gingen we zitten. Binnen in de zaak was er wel geroezemoes van klanten en we zagen dat er wel redelijk wat volk binnen was. En zoals een ander gezegde over voorbeelden die trekken, zat het terrasje na onze aankomst ook snel vol.

Ik bekeek de kaart, ik wou geen kopje koffie dat je in één slok naar binnen kan krijgen -mocht je dat al willen- maar een zjat waar je met je neus in kan en de geur opsnuiven en waarvan je ogen gaan tranen van geluk en je haar staat te dansen op je hoofd terwijl je slokje na slokje neemt.

Normaal bestel ik een Cappuccino als we ergens iets gaan drinken in koffietijd en ondanks de puristen, die beweren dat je Cappuccino enkel bij het ontbijt zou mogen drinken1, neem ik die als ik goesting heb, net zoals ik ook vierkant mijn voeten veeg aan de uitleg over ananas op pizza en ik denk dat ieder beter in zijn eigen zjat en talloor zou kunnen kijken dan in de mijne.

Terug naar Oostende dus, waar ik met mijn neus nog in die kaart zat en daar een foto van een zjat koffie zag staan, met de vermelding: “Americano” en ik bestelde.

Even later zat ik met een gelukzalig gevoel met met mijn neus in die zjat, de geur op te snuiven, maar gelukkig zonder tranende ogen, van slok na slok te genieten.



Daarna heb ik nog, telkens ik het op de kaart zag staan, een Americano besteld, maar aan de grootte van de kopjes te zien, die dansend op het dienblad stonden, kon ik telkens al merken dat het voor de zoveelste keer noppes was.

Vorige week, na Lucs afspraak, wilden we nog een uitstap doen en stelde Luc voor er in Leuven aan ’t Motel, door ons zo genoemd omdat er een Ibis Hotel bij hoort, een tussenstop te maken om iets te gaan drinken. Eigenlijk formuleerde hij het als: “dan kan je de Starbucks automaten eens uittesten”.

Maar daar vind je, behalve die Ibis, het snelwegwinkeltje en een BurgerKing, ook een échte Starbucks. Ik zette mijn Starbucks zjat op de toog en bestelde een Americano, de -laatste- dubbele chocolade muffin en een foto nemen van de muur. Ik kreeg ze alle drie.

(Lees verder onder de foto)

En even later zat ik blij met Lucs ingeving te genieten van een Americano zoals ik hem graag heb … en mijn haar ook.

Gelukkig zit die Starbucks-zjat –én de beker– altijd bij in de auto. Dan kan ik tenminste later die automaten nog eens gaan uittesten.


____________________
1 Americano-koffie

De Water Challenge

“Goeie Morgen!” dacht ik gisteren bij het openen van de nieuwsberichten. Ze sloegen me ermee in het gezicht. Met de Water Challenge kreeg ik ineens een gulp schuldgevoel in mijn pas wakker geworden hersenen gegoten en dat nog voor ik mijn bed uit was. Mijn haar zou er rechtop van gaan staan, ware het niet dat ik er nog op lag. En dat allemaal nog voor mijn eerste zjat koffie.

Maar dàt was nu precies het probleem. Koffie is niet goed voor het waterverbruik want1

(…)Om de bonen voor één kop koffie te produceren, hebben de koffieboeren aan de andere kant van de wereld 130 liter water nodig(…)

We zouden zo dus 75 procent van het totale volume water dat we verbruiken gewoon importeren. En op die manier berekend zouden we met inbegrip van voedsel en kledij, wat ze ons verborgen waterverbruik noemen, aan een totale watervoetafdruk van 7.400 liter per persoon per dag komen.

Je kan natuurlijk meewerken met die Water Challenge en dan krijg je betutteling tips over hoe je kan besparen.

We hebben een regenwatervat, we hebben geen zwembad, we sproeien ons gazon niet. Als ze het zo stellen wil ik wel stoppen met de auto te wassen of met te dweilen en de ruiten te kuisen …

Dat ze durven aanraden om maar thee te drinken in plaats van koffie, ze moesten zich schamen. Wat een bemoeizucht! Dat ze eens op de Meir of de Nieuwstraat alle mensen, die nieuwe kledingstukken kopen, gaan lastig vallen. Ge zoudt wat horen! Want dat is goed voor de economie.

Maar thee? Een zjat heet water waar ze met één of andere bloesem doorgeroerd hebben kan geen koffie vervangen. Koffie werd altijd al een bakje troost genoemd en ik kan wel enkele bakskes troost per dag gebruiken.

En binnenkort nog meer, als ze me met zulke dingen om de oren blijven slaan.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/04/22/de-water-challenge-gaat-van-start-onze-watervoetafdruk-bedraag/

Mon Amour

Stel je voor: dinsdagmorgen – 6.30u – ik open mijn ogen – wil snel de nieuwsberichten overlopen – wééral voetbal – Mon Amour? – Huh? –

Als ik ga lezen, leer ik dat één van onze prinsen verliefd is en ik denk niet: “WTF!” Natuurlijk denk ik niet “WTF”, ik denk zo niet, ik denk in ’t Vlaams en dan luidt het: “En wat dan nog?”

Ik sla het dekbed open, gooi mijn benen uit bed en spring ze achterna en na een passage over de passerelle, de badkamer en de palier, kom ik beneden, giet mijn zjat koffie vol en schuif aan bij het ontbijt. En ik overdenk luidop:

Die jongen, want ja, prins of geen prins, een knul van achttien is een jongen, komt net boven het maaiveld piepen en is verliefd. Dat overkomt niet-prinselijke jongens ook wel. Maar waarom moet dat in de gazet? Laat die jongen van zijn verliefdheid genieten, ongestoord.

Volgende bedenking: hij moest het dan maar niet op zijn Instagram zetten? Maar dat er wél op zetten is óók zijn goed recht.

Waar wringt de schoen? Dat de gazettenmensen ons laten betalen voor de gazet, waar de reporters betaald worden om nieuwsberichten te schrijven. Vroeger moest je daarvoor studeren. Nu lijkt het wel of enkel de sociale media volgen en kunnen lezen volstaat voor sommigen.

En ik ga verder, zeggende: “Maar ach ja, het stond in “Het Laatste Nieuws1” daar betalen wij tóch niet voor, ik zal er maar niks van op het blog zetten zeker …”



En dan zegt Luc: “Ik zag die titel ook … in “Het Nieuwsblad2” … en ik denk niet: “WTF!” Natuurlijk denk ik niet “WTF”, ik denk zo niet, ik denk in ’t Vlaams en dan luidt het: “Awel merci!”

Vandaar …

Uitgelichte afbeelding: ____________________
1 Het Laatste Nieuws
2 Het Nieuwsblad

AI is een beetje wachten

De voorbije week in Erperheide, tijdens mijn dagelijkse koffietassen in, las ik:

Zo maak je zelf de mooiste beelden met AI1.

Het leek zo simpel dat ik het toch eens wou proberen. Ze gaven wel de goede raad mee om op te passen met auteursrechten. Daar zou ik dan wel extra goed moeten op letten.

En ik gaf volgende opdracht in:

Oudere vrouw met lang grijs haar in lage paardenstaart en grote man met snorrebaard wandelen door een regenwoud met reuzegrote bomen omringd door prachtige vlinders.

Daarna moest ik wachten … En ik wachtte. Na meerdere minuten kreeg ik volgend scherm te zien:

(Lees verder onder de foto)

En ik typte het volledige voorgaande log met inbegrip van het bijsnijden van de schermafdruk en de hele santekraam en ik pelde mijn ochtendappelsien en at een paar partjes en … na een half uur gooide ik het boeltje dicht.

Wie nu denkt dat ik opgaf, denkt verkeerd. Ik zou het zoals het de modernste logica betaamt eens in het Engels gaan zeggen. En ik kreeg zo goed als onmiddellijk volgend resultaat:

(Lees verder onder de foto)

En ik dacht: “Potvolblommen, ik had erbij moeten zetten dat die man een hoed moest op hebben”.

____________________
1 Het Nieuwsblad

De onwil van de mensen

Er zijn van die situaties waarbij ik denk dat ik wel degelijk verwaarloosbaar ben. “Iets gaan drinken” is iets dat ik toch link aan een prettig vooruitzicht. Dat is het dus niet. Dat leerden de talrijke tegenvallende keren me. Ik word genegeerd, zit minutenlang te wachten tot er ene zich verwaardigd tot … of sta op en ga weg.

En dan mogen ze nog zeggen dat ze ons wel gezien hebben, dat we niet ongeduldig moeten worden, de realiteit is -vaak- anders.

Getuige dit volgende voorval:

Op één van onze tussenstops onderweg, willen we toch even het sanitair bezoeken en aangezien het nog vroeg is, stel ik voor om in de cafetaria iets te gaan drinken.

In de cafetaria zijn ongeveer vier tafeltjes bezet en er is ruimte zat. Er staan twee mensen achter de toog.

Luc en ik gaan zitten en wachten. En we wachten. Wat ze doen achter die toog? Ik zie het niet. Na een poos kijkt Luc naar de tijd. Na nog een poos kijkt hij terug naar de tijd en zegt dat er tussen de twee keer kijken zes minuten verstreken zijn.

De toog ziet er niet naar uit om verandering te brengen in de situatie als plots twee mannen binnenkomen en de toog met stralende glimlach iets vraagt en twee pintjes begint te tappen …

Waarop de dees het beu is, recht staat, naar de toog loopt en zegt: “Een koffie én …” Ze onderbreekt me met:

Ich komme gleich!

Het klinkt niet vriendelijk. Het klink niet onbeleefd. Het klinkt gewoon kortaf.

Ze staat haast onmiddellijk met mij terug aan het tafeltje en Luc stelt voor onmiddellijk te betalen als ze het gewenste komt brengen want, zo zegt hij: “anders kunnen ze ons hier nog eens tien minuten laten wachten”.

Ze komt wel redelijk snel deze keer en als Luc vraagt om af te rekenen, zegt ze:

An der Kasse bezahlen, jà!

Het klinkt niet vriendelijk. Het klink niet onbeleefd. Het klinkt gewoon kortaf.

Deze keer is het Luc die net achter haar aan die kassa staat, waarna we onze koffie en ons glaasje fris op ons gemakske kunnen uitdrinken.

Als ik het boeltje wil afruimen staat ze wel onmiddellijk daar om over te nemen, maar deze geste kon het voorgaande niet goed maken.

Twee pogingen

Toen we, tijdens de boerenprotestacties, naar de Colruyt gingen, zagen wij wel de bon die aangaf dat je bij aankoop van twee potten van mijn favoriete koffie een korting kreeg, maar we zagen geen koffie. En in de Colruyt in Sint-Truiden stond ook geen koffie. Dat zag ik toen ik er in het voorbijrijden even binnen wipte.

Toen Luc deze week in de folder van de Colruyt keek, zag hij dat je bij mijn favoriete donkere Leffe 0,0% 25% korting kreeg voor 12 blikjes, maar 30% korting voor 18 blikjes. Maar er waren niet zoveel blikjes.

We gingen niet speciaal daarvoor naar de Colruyt, maar we hadden nog wel andere zaken nodig, die er de vorige keer, door de blokkades, ook niet waren.

Zodoende stapten we vóór het zwemmen onze Colruyt binnen. Luc zag al vlug dat het aanbod aan toespijs nog steeds beperkt was en stelde zich met minder tevreden.

De koffie en de Leffe waren er ook niet, maar ach, daarvan staan er hier nog wel, we kopen niet alles op het allerlaatste ogenblik.

De appelsienen vond ik erger. Omwille van mijn unfair mechanisme, eet ik veel fruit: een appel, een appelsien, een mandarijn en een banaan staan dagelijks op het menu.

Maar ach, het is wat het is en het zij zo. De Colruyt kan het niet helpen en de boeren begrijp ik ook wel.

“We kunnen na het zwemmen nog wel eens in die van Hannut gaan kijken” opperde Luc want ja, die vestiging ligt dichter bij het zwembad dan die van Landen.

Zo gezegd, zo gedaan. En hoera! We kwamen naar huis mét appelsienen, mét Leffe en een beetje meer keuze in toespijs. We konden ook nog twee andere producten van ons lijstje schrappen. De koffie … helaas niet. Maar kijk, van alles wat we wilden meebrengen, staan er nu nog maar twee op de boodschappenlijst.

Ze hadden het gezegd, ze hadden het in de gazet gezet, dat het wel twee weken kon duren eer alles terug aangevuld zou geraken.

En een verwittigd man is er twee waard, al is één van beiden dan een vrouw.

Uitgelichte afbeelding::

    De lege ruimte waar normaal gezien drankverpakkingen en bierbakken tot boven toe gestapeld staan.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Zwart, koud en zonder zjesten

Ik drink veel koffie, soms denk ik dat ik wel te veel koffie drink, maar kijk, het werd me nu eenmaal zo geleerd. Ik kreeg koffie op mijn vierde, ik wou er geen melk in. Op mijn veertiende gooide ik ook de suiker er uit omdat de dokter toen vertelde dat de puberacne van zoetigheid kwam.

Maar niet alleen dàt! Op schoolreizen kreeg ik het oude gebutste ijzeren kruikje mee, gevuld met koude koffie. En terwijl mijn klasgenoten aan de cola en de fanta zaten dronk ik koude koffie en deed alsof de geringschattende opmerkingen me niet raakten.

Toen ik het thuis aanhaalde zei mijn moeder dat cola en fanta voor kinderen met zjesten waren en dat er niks beter was om de dorst te lessen dan koffie en kouwe koffie was in de zomer nog veel en veel beter.

Zelf dronk ze botermelk en ik was blij dat ze dat niet in dat kruikske deed.

Gisteren vertelde Luc -die praktisch nooit koffie drinkt- dat hij een paar tassen koude koffie had gedronken, want -vroeg hij zich luidop af- wat moet een mens anders drinken met die hitte?

Ik bleef mijn hele leven koffie drinken, maar ik drink hem niet koud … of het zou een vergetelheid moeten zijn.

Page 1 of 3

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén